Top-teen onderzoek

Uit Eerste Hulp Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Auteur: Maarten,Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Concept. Laatste bewerking: Dennisvv. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?


Het top-teen onderzoek vindt plaats in de 'Secondary survey' en wordt alleen uitgevoerd als alle stoornissen in de ABC en D onder controle zijn. Het is een systematisch onderzoek naar alle andere -in eerste instantie niet-levensbedreigende- letsels. In de ATLS is het gebruikelijk om het slachtoffer geheel te ontkleden voor het top-teen onderzoek. Dit vindt echter alleen plaats in een ruimte waar voldoende privacy is, zoals op de Spoedeisende Hulp of in een ambulance, om verdere afkoeling te voorkomen. Een eerste hulpverlener zal het slachtoffer in principe niet ontkleden voor het onderzoek. In de eerste hulpverlening straat is geen plaats voor een uitgebreid top-teen onderzoek. Wel kan men het onderzoek deels uitvoeren op geleide van de klachten van het slachtoffer.

Tijdens het top-teen onderzoek geldt:

  • Betrek de eerdere bevindingen uit de ABCD bij het beoordelen van het so.
  • Let op wonden, bloedingen, vervormingen, zwellingen, kleurveranderingen, verkleuringen van de huid, uitstekende botdelen en/of vreemde voorwerpen.
  • Vraag bij pijnklachten wat voor pijn het is, scherp, dof, op een plaats of in een heel gebied, waardoor wordt pijn verergerd of juist verminderd. Zie ook anamnese. Vraag zo nodig het so een pijncijfer te geven.

Controle hoofd en gelaat

  • Inspecteer het hoofd en de behaarde hoofdhuid op verwondingen, zwellingen en afwijkingen.
  • Kijk naar het gezicht en de kleur van het gelaat.
  • Kijk naar de vorm van de pupillen en kijk of er een pupilverschil is.
  • Kijk naar lekkage hersenvocht en/of bloed uit neus en/of oor. Kijk naar aanwezigheid van een brilhematoom of battle-sign.
  • Kijk in de mond van het slachtoffer naar bloed, losse gebitselementen en vreemde voorwerpen. Indien aanwezig verwijder deze.
  • Vraag het slachtoffer of hij zijn kaken nog goed kan bewegen.

Controle nek en wervelkolom

  • Inspecteer de nek en hals op verwondingen.
  • Vraag of het slachtoffer pijn in de nek of rug heeft en benoem daarbij zo nodig delen van de hals en/of de wervelkolom. * Vraag het slachtoffer of hij tintelingen in armen of benen voelt.
  • Vraag het so of hij zijn vingers en tenen kan bewegen .
  • Vraag of het so of hij zijn vingers en tenen voelt bewegen.

Controle borstkas

  • Inspecteer de borstkas op wonden (zuigende borstwond!), blauwe plekken, zwellingen en andere afwijkingen. Kijk zo mogelijk ook op de rugzijde, tenzij het slachtoffer pijnklachten aangeeft in de rugwervelkolom.
  • Laat het slachtoffer een keer diep zuchten en observeer de reacties van het slachtoffer. Kijk of beide helften van de borstkas gelijktijdig omhoog bewegen tijdens ademen.
  • Vraag of het slachtoffer pijn heeft en benoem daarbij zo nodig delen van de borstkas.
  • Leg hand op buik- borstovergang bij en bewusteloze slachtoffer en voel de ademhaling

Controle buik

  • Inspecteer de buik op wonden, blauwe plekken, zwellingen en andere afwijkingen.
  • Vraag of het slachtoffer pijn heeft in de buik
  • Kijk of het slachtoffer urine of ontlasting heeft laten lopen.

NB: in de Eerste Hulp wordt niet in de buik gevoeld, dit kan inwendige bloedingen verergeren.

Controle bovenste ledematen (inclusief schoudergordel)

  • Kijk vanaf de schoudergordel en gebied van de sleutelbenen tot aan de hand. Let op zwellingen en/of afwijkende stand. Vergelijk links en rechts.
  • Laat het slachtoffer zo mogelijk zelf de arm, de hand en de vingers bewegen. Let op pijn, functiebeperking.
  • Vraag of het slachtoffer pijn heeft en benoem daarbij zo nodig delen van de schouder, arm of hand.
  • Raak de handen van het slachtoffer voorzichtig, zonder ze onnodig te bewegen, aan en vraag of ze de aanraking voelen.

Controle onderste ledematen

  • Kijk vanaf het bekken (heup) tot aan de voet. Let op zwellingen, afwijkende stand. Vergelijk links en rechts.
  • Laat het slachtoffer zo mogelijk zelf het been, de voet en de tenen bewegen. Let op pijn, functiebeperking.
  • Vraag of het slachtoffer pijn heeft en benoem daarbij zo nodig delen van het schouder, arm of hand.
  • Raak de enkels of voeten van het slachtoffer voorzichtig, zonder ze onnodig te bewegen, aan en vraag of ze de aanraking voelen.
  • Pas bij enkelletsel zo nodig de Ottawa Ankle Rules toe.

Met dank aan Maarten Niessen.