Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Wijzigingen

Ga naar: navigatie, zoeken

Shock

6.650 bytes toegevoegd, 19 mrt 2011 23:25
geen bewerkingssamenvatting
==Shock algemeen==
 
===Inleiding op onderwerp===
De definitie van shock is een tekort aan circulerend volume resulterend in een inadequate perfusie (doorstroming van bloed) van de weefsels. Het bloed is het belangrijkste transportmiddel voor zuurstof in het lichaam. Een tekort aan bloed in de circulatie zal dan ook resulteren in een tekort aan doorbloeding van de weefsels. Hierdoor treedt een tekort aan zuurstofaanbod in de weefsels op, en zullen afvalstoffen onvoldoende worden afgevoerd. Het zuurstoftekort in de weefsels zorgt voor schade in de weefsels die bij langere duur onherstelbaar is.
<br>
<br>
Het tekort aan circulerend volume kan verschillende oorzaken hebben. Hierdoor is het mogelijk om shock globaal in vier categorien in te delen, namelijk:
* Hypovolemische shock: een absoluut tekort aan circulerend volume, door ernstig bloedverlies of extreem vochtverlies.
* Distributieve shock: een relatief tekort aan circulerend volume, doordat het bloed niet op de juiste plaats zit, zoals bij een allergische (anafylactische) reactie.
* Obstructieve shock: een belemmering van de circulatie zorgt voor een verminderde circulatie van bloed, zoals een bloedprop die een ader afsluit.
* Cardiogene shock: de pompfunctie van het hart is aangedaan, waardoor het hart niet in staat is om voldoende bloed rond te pompen.
 
De bovenstaande vormen van shock zijn abstract en lastig voor te stellen. De bijgaande afbeelding geeft schematisch het verschil weer tussen een absoluut tekort aan circulerend volume en een relatief tekort aan circulerend volume. Bij een absoluut tekort is er minder vulling van het vaatbed en dus minder bloed in het zelfde volume. Bij een relatief tekort is de hoeveelheid bloed hetzelfde als in een gezond persoon, alleen zit dit bloed niet langer in de vaten, of is het volume van de vaten toegenomen. Dat kan bijvoorbeeld bij (extreme) vaatverwijding, waardoor de totale inhoud (het vaatvolume) toeneemt, terwijl de hoeveelheid bloed hetzelfde blijft. Er is dus een relatief tekort aan bloed.
<br>
<br>
Bij de obstructieve en cardiogene shock is het bloedvolume en het vaatvolume onveranderd, maar is er een probleem met de vaten en de motor die de circulatie op gang houden. Een obstructieve shock kenmerkt zich, zoals de naam al laat raden, door een obstructie of belemmering van de bloedstroom, door bijvoorbeeld een bloedprop die een groot vat afsluit of een groot vat dat wordt afgekneld. Bij een cardiogene shock is de oorzaak in het hart gelegen, het hart is niet langer in staat om een adequate circulatie op gang te houden. Dat kan bijvoorbeeld door schade aan het hart.
===Symptomen en klachten===
Eerst volgt in verhalende vorm een beschrijving van de bij dit letsel of ziektebeeld behorende verschijnselen, klachten en symptomen. Bedenk dat een klacht iets is wat het slachtoffer aan de hulpverlener kan vertellen, bijvoorbeeld: ik heb hoofdpijn,ik ben misselijk of ik heb een pijnlijke grote teen. Een symptoom is iets wat je als hulpverlener kan waarnemen en door het slachtoffer benoemd kan worden, bijvoorbeeld: braken. Je kunt als hulpverlener waarnemen dat iemand gebraakt heeft. Een bleke huid in het geval van shock zal het slachtoffer niet snel noemen als klacht, maar wordt wel door de hulpverlener waargenomen. Dat wordt dan een symptoom genoemd.
<br>
Beschrijf duidelijk welke vragen een hulpverlener moet stellen, en welke vragen belangrijke informatie kunnen opleveren over de aard van het ziektebeeld.
<br><br>
Na de symptomen en klachten beschreven te hebben, worden deze overzichtelijk in een tabel geplaatst, zodat ze in één oogopslag overzien kunnen worden.
 
{| class="wikitable"
|-
! Uitvragen !! Klachten !! Symptomen
|-
| Vraag 1 <br> Vraag 2 <br> Vraag 3 || Klacht 1 <br> Klacht 2 <br> Klacht 3 || Symptoom 1 <br> Symptoom 2 <br> Symptoom 3 <br> Symptoom 4 <br> Symptoom 5
|}
 
 
===Handelen===
In deze sectie wordt beschreven hoe te handelen bij het beschreven letsel of ziektebeeld. Ook hierbij eerst een tekst in verhalende vorm, waarbij eventueel wat achtergrondinformatie gegeven wordt. Daarna volgt wederom een schematisch overzicht van de behandeling.
* Stap één van de behandeling
* Stap twee van de behandeling
* Stap drie van de behandeling
** Indien dit, dan dat
** Als dat, dan dit
* Stap vier van de behandeling
Zijn er dingen die echt niet vergeten moeten worden of essentieel zijn? Dan kunnen ze nogmaals extra in een kader benoemd worden:
{| class="wikitable"
|-
! Essentieel, vergeet niet:
|-
| Om je aan te melden voor de Eerste Hulp Wiki!
|}
 
===Overzicht Eerste Hulp===
Sommige thema's zijn erg uitgebreid en er kan veel verteld worden. Om het overzicht te bewaren voor beginnende én gevorderde Eerste Hulpverleners wordt een samenvatting van ieder onderwerp in onderstaand schema gezet:
 
{| class="wikitable"
|-
! Koptekst !! Ziektebeeld 1 !! Ziektebeeld 2
|-
| '''Situatie''' || Wat is er aan de hand? || Hoe is de situatie?
|-
| '''Verschijnselen''' || Klacht 1 <br> Klacht 2 <br> Symptoom 1 <br> Symptoom 2|| Symptoom 1 <br> Symptoom 2 <br> Symptoom 3 <br>
|-
| '''Conclusie''' || Ziektebeeld 1 || Ziektebeeld 2
|-
| '''Handelen''' || Aanwijzing 1 <br> Aanwijzing 2 <br> Bel 112! <br> Aanwijzing 4 || Aanwijzing 1 <br> Aanwijzing 2 <br> Bel 112! <br> Aanwijzing 4
|-
| '''Opmerkingen''' || Denk er aan om... || Doe vooral niet...
|}
 
Zoals in bovenstaand voorbeeld worden twee (of meerdere) ziektebeelden besproken. Soms is dat handig omdat ziektebeelden op elkaar lijken en het fijn is om in één schema de verschillen te zien.
 
===Achtergrondinformatie/Verdieping===
Sommige onderwerpen lenen zich voor verdieping voor gevorderde hulpverleners. Hier kan achtergrond informatie besproken worden, maar bijvoorbeeld ook:
====Professionele hulpverleners====
Wat doen professionele hulpverleners bij dit letsel. Let op, beschrijf hier alleen wat de mogelijkheden zijn. Diepgaande uitleg van (voorbehouden) handelingen wordt niet op prijs gesteld.
====Wat zijn andere technieken====
Beschrijf bijvoorbeeld welke andere technieken er mogelijk zijn, of vroeger gebruikt werden.
 
==Ander ziektebeeld binnen dit ziektebeeld==
Nog een ander ziektebeeld beschrijven dat past bij dit ziektebeeld of er een onderdeel van is? Bijvoorbeeld: Diabetes Mellitus is onderverdeeld in Hypoglycemie en Hyperglycemie. Dat wordt dan met de Niveau 2 kop aangeduid. Voor de onderverdeling zoals bovenstaand gebruikt men de Niveau 3 kop.
 
 
===Inleiding op onderwerp===
Zoals bovenstaand
 
===Symptomen en klachten===
Zoals bovenstaand
 
===Handelen===
Zoals bovenstaand
 
===Overzicht Eerste Hulp===
Zoals bovenstaand
 
===Achtergrondinformatie/Verdieping===
Zoals bovenstaand
 
 
 
 
 
Shock Het effect van te weinig circulerend bloed is shock. Bij shock verdeelt het lichaam het resterende bloed zodanig, dat zo lang mogelijk de hersenen van bloed voorzien blijven. Ter compensatie van het bloedverlies verhoogt de hartfrequentie, maar als er te weinig bloed in de circulatie zit, blijft de bloeddruk laag. Als eerste (bij ongeveer 1 liter bloedverlies) wordt het bloed aan de huid en de nieren onttrokken: Het slachtoffer wordt bleek en stopt met urine te produceren. Bij verdere shock (1,5 liter) wordt ook het maag-darmstelsel onttrokken van bloed: er wordt geen voedsel en vocht meer opgenomen en de patiënt wordt dorstig. Verdere verschijnselen zijn: snelle oppervlakkige ademhaling, verwardheid, angst, uiteindelijk bewustzijnsverlies. Na verlies van ongeveer 2 – 2,5 liter bloedverlies sterft het slachtoffer. De behandeling van shock is het aanvullen van het verloren volume en het stoppen van de bloeding of opheffen van een andere reden voor de shock. Het aanvullen gebeurt in de geneeskundige combinatie door middel van infusietherapie. Het stelpen van bloedingen is alleen mogelijk bij uitwendige bloedingen: inwendige bloedingen zijn alleen chirurgisch te behandelen. Tekenen van shock: -Bleekheid in het gelaat, slijmvliezen en vingers -Capillaire refill > 2 seconden -Snelle (>120 p/m) zwakke pols -Snelle ademhaling -Bloeddruk: bovendruk onder de 90 mmHg -Dorst (nooit laten drinken!): dit is een teken van ernstige, vergevorderde shock

Navigatiemenu