Reanimatie van drenkelingen: verschil tussen versies

Uit Eerste Hulp Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
[gecontroleerde versie][gecontroleerde versie]
(Shout for help)
 
Regel 86: Regel 86:
 
* Indien getraind en beschikbaar, geef dan [[zuurstof]] via het [[beademingsmasker]].
 
* Indien getraind en beschikbaar, geef dan [[zuurstof]] via het [[beademingsmasker]].
 
NB: beademing bij een drenkeling kan meer kracht kosten dan bij een 'normale' reanimatie, omdat door [[onderkoeling]] de borstkas stugger is en de longen gevuld kunnen zijn met water. Wees echter voorzichtig met het zetten van te veel kracht, de maag is vaak gevuld met water en wanneer er bij krachtig beademen lucht in de maag komt kan het slachtoffer gaan braken.
 
NB: beademing bij een drenkeling kan meer kracht kosten dan bij een 'normale' reanimatie, omdat door [[onderkoeling]] de borstkas stugger is en de longen gevuld kunnen zijn met water. Wees echter voorzichtig met het zetten van te veel kracht, de maag is vaak gevuld met water en wanneer er bij krachtig beademen lucht in de maag komt kan het slachtoffer gaan braken.
 
===112 bellen===
 
* Als je alleen bent: bel [[112]] en vraag naar een [[ambulance]]. Zeg dat het om een reanimatie van een [[drenkeling]] gaat. Geef duidelijk aan waar het slachtoffer zich bevindt. Gebruik bij voorkeur je mobiele telefoon, zet deze eventueel op speaker. Hang niet op voor de meldkamermedewerker zegt dat dit mag.
 
* Als je een AED ziet en er direct bij kunt: haal deze dan.
 
* Als er iemand bij je is: laat deze dan 112 bellen en op zoek gaan naar een AED.
 
  
 
===Start de reanimatie===
 
===Start de reanimatie===

Huidige versie van 10 mei 2019 om 13:44

Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: Jop.vandenberg / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?


LET OP: Deze pagina is nog niet op inhoud gecontroleerd en kan fouten bevatten.

Reanimatie van drenkelingen verschilt op enkele punten van de 'normale' reanimatie van een volwassene. Deze worden hieronder besproken. Wanneer je geen cursus of opleiding in het reanimeren van drenkelingen heb gevolgd, volg dan de standaardrichtlijnen van de Nederlandse Reanimatieraad: reanimatie van een volwassene.

Vrijmaken van de luchtwegen

Tijdens de redding en ook tijdens de reanimatie dient men er rekening mee te houden dat er sprake kan zijn van wervelletsel. Het slachtoffer wordt dus voorzichtig horizontaal uit het water gehaald en bij het vrijmaken van de luchtweg dient men voorzichtig de kinlift of jawthrust toe te passen, zonder de nek te veel te kantelen.

Het heeft geen zin om de mond en luchtwegen vrij van water te maken, zonder de benodigde uitzuigapparatuur is dit vrijwel niet mogelijk. Routinematig uitzuigen van de mond- en keelholte bij drenkelingen wordt niet aangeraden.[1]

Risico op letsel van de nekwervelkolom

Slachtoffers die in ondiep water hebben gedoken, van een hoge brug zijn gedoken of met hoge snelheid van een vaartuig af geslingerd zijn hebben kans op het bestaan van wervelletsel van de nek- en rugwervelkolom. Men dient hiermee bij het redden van het slachtoffer uit het water rekening te houden. Maatregelen om de nek te fixeren, zoals het aanleggen van een nekkraag of het slachtoffer in het water op een wervelplank leggen mogen de redding en start van een reanimatie bij een drenkeling die niet ademt niet vertragen.[1] Nadruk ligt op snelle redding en start van reanimatie. Bij slachtoffer met normale ademhaling of wanneer deze aanspreekbaar zijn neemt men wel tijdens de redding al maatregelen tegen verergering van wervelletsel.

De rol van beademing bij drenkelingen

Een belangrijke oorzaak van de hartstilstand bij een drenkeling is zuurstoftekort ten gevolge van een ademstilstand door water in de luchtwegen. Zodoende worden bij drenkelingen altijd gestart met vijf initiële beademingen en worden vervolgens borstcompressies met beademingen gecombineerd.[1] Doel hiervan is om het ontstane zuurstoftekort terug te dringen. Tijdens redding in het water kan (indien getraind) al gestart worden met het geven van beademingen. Verlies bij een verdrinkingsslachtoffer geen tijd met alarmeren, start direct met het geven van initiële beademingen en reanimatie als het slachtoffer op het droge is. Hiermee wordt het zuurstoftekort teruggedrongen. Ga als je alleen bent zeker één minuut door met reanimeren voordat je het slachtoffer alleen laat om hulp te halen.[1] Indien er meerdere hulpverleners zijn kan uiteraard wel gestart worden met alarmeren terwijl de reanimatie gaande is.

Beademing kan bij drenkelingen moeilijk zijn. Niet alleen door water of braaksel in de mond/keelholte, maar ook omdat door onderkoeling de borstkast stugger wordt en er vaak meer druk nodig is om voldoende lucht in de longen te blazen. Verhoogde druk bij beademing geeft overigens ook het risico op het inblazen van lucht in de maag en daarmee braken en aspiratie.

Toedienen van zuurstof

Bij reanimatie van drenkelingen heeft het toedienen van zuurstof duidelijk meerwaarde. Het toedienen van zuurstof kan via het beademingsmasker, waarvan sommige modellen een speciale aansluiting hebben voor toediening van zuurstof. Er wordt een flow gebruikt van 12-15 liter zuurstof per minuut. Het toedienen van zuurstof wordt alleen aangeraden indien men hiervoor een speciale training gevolgd heeft en mag de verdere hulpverlening niet vertragen.[1]

Braken en lucht in de maag

Bij alle slachtoffers met een circulatiestilstand bestaat het gevaar dat er lucht in de maag geblazen wordt. Door verslapping van alle spieren zijn ook de kringspieren die de maag afsluiten ontspannen. Bij het verkeerd vrijmaken van de luchtweg of door te beademen met een te hoge druk (hard inblazen, snel inblazen of veel kracht zetten of ongeoefend gebruik van een beademingsballon) kan er lucht in de maag komen waardoor het risico op braken wordt vergroot. Om te voorkomen dat men lucht in de maag blaast kan men gebruik maken van de Sellick manoeuvre, waarbij door druk op het strottenhoofd de slokdarm wordt dichtgedrukt. Deze methode kan echter niet worden toegepast bij slachtoffers met mogelijk nekwervelletsel. Het is aan te raden de Sellick manoeuvre alleen te gebruiken indien je hierin getraind bent.

Druk niet op de buik, hierdoor kan het slachtoffer gaan braken. Indien het slachtoffer braakt, pas dan de snelle kantelmethode toe, bij verdenking op wervelletsel bij voorkeur door het toepassen van de log-roll.

Borstcompressies

De borstkas is bij drenkelingen vaak stugger door onderkoeling en water in de longen. Hierdoor kan het moeilijk zijn om de benodigde 5-6 centimeter in te drukken. Probeer toch om voldoende kracht te zetten om deze diepte te halen. Wissel iedere 2 minuten van reanimator. De verhouding van de borstcompressies is zoals bij de reanimatie van een volwassene hetzelfde, namelijk 30 borstcompressies afgewisseld met 2 beademingen.

Het geven van borstcompressies wanneer het slachtoffer zich nog in het water bevindt is niet zinvol en wordt afgeraden.[1]

Gebruik van de AED

De Automatische Externe Defibrillator kan bij drenkelingen gewoon gebruikt worden. Wel wordt eerst de borstkas afgedroogd alvorens de elektroden te bevestigen. In veel gevallen zal de AED geen schok adviseren, omdat er als gevolg van zuurstoftekort geen schokbaar ritme is opgetreden, of omdat er nog een normaal hartritme is dat niet voldoende kracht geeft voor een goede circulatie. Soms is er wel sprake van ventrikelfibrilleren en zal de AED toch een schok adviseren. De AED wordt daarom bij een drenkeling altijd aangesloten.

De reanimatie richtlijnen van 2010 verwijzen slechts naar specifieke cursussen voor reanimatie van drenkelingen. Hier beschrijven we kort een en ander over reanimatie van drenkelingen. Het voelen naar de halsslagader bij een drenkeling of onderkoeld slachtoffer is zeer moeilijk en wordt afgeraden als de hulpverlener hier niet specifiek in getraind is.

De eerste stap is redding van een drenkeling. Een aantal speciale aspecten hiervan wordt besproken op de pagina over verdrinking.

Uitvoering van reanimatie bij drenkelingen

Afhankelijk van de setting waarin de redding plaatsvindt kan reanimatie op het vaste land starten, of reeds gestart zijn in het water of op een reddingsvaartuig.

Danger

Ongeacht de situatie, de veiligheid van de hulpverlener staat bovenaan, dit geld voor de redding, maar ook voor de reanimatie.

  • Let op veiligheid. Ga na of de situatie veilig is voor zowel jezelf, andere hulpverleners, de omstanders als het slachtoffer. Lees ook Veiligheid en hygiëne.
  • Verplaats het slachtoffer het slachtoffer naar een geschikte plaats om hem te reanimeren, bij voorkeur op het vaste land of een reddingsvaartuig.
  • Het slachtoffer dient bij voorkeur horizontaal uit het water gehaald te worden, om schommelingen in de bloeddruk en vermenging van koud bloed vanuit de ledematen met de vitale organen te voorkomen.

Response

  • Kniel op schouderhoogte naast het slachtoffer.
  • Schud voorzichtig aan beide schouders van het slachtoffer en vraag luid en duidelijk: “Gaat het?” "Doe de ogen eens open!"
  • Als het slachtoffer niet reageert:

Shout for help

  • Indien het slachtoffer niet reageert op aanspreken en schudden, bel dan 1-1-2 en laat een AED halen. Zeg dat het om een drenkeling gaat. Roep collega's op via de portofoon of stel de Reddingsbrigade op de hoogte. Laat het slachtoffer niet alleen.

Airway

  • Leg het slachtoffer op de rug op een harde ondergrond, maak knellende kleding rond de nek en borstkas los.
  • Plaats een hand op het voorhoofd, en twee vingers onder de kin. Kantel het hooft lichtjes naar achteren terwijl je de kin lift. Dit is de kinlift.

Breathing

Controleer de ademhaling: terwijl je de kin lift kijk luister en voel je maximaal 10 seconden of er ademhaling aanwezig is.

  • Kijk of de borstkas omhoog komt en of er adembewegingen zijn.
  • Luister aan de mond en neus of je geluid hoort.
  • Voel met je wang of er luchtstroom is.
  • Wees bedacht op agonale ademhaling (gasping), dit is géén normale ademhaling!
  • Als het slachtoffer niet beweegt, zijn ogen niet opent en niet of niet normaal ademt of als je twijfelt: geef 5 initiële beademingen en bel 112.

Initiële beademingen

NB: beademing bij een drenkeling kan meer kracht kosten dan bij een 'normale' reanimatie, omdat door onderkoeling de borstkas stugger is en de longen gevuld kunnen zijn met water. Wees echter voorzichtig met het zetten van te veel kracht, de maag is vaak gevuld met water en wanneer er bij krachtig beademen lucht in de maag komt kan het slachtoffer gaan braken.

Start de reanimatie

Geef borstcompresies

  • Zorg dat het slachtoffer op een harde ondergrond ligt, trek een dikke winter jas uit en leg een in bed liggend slachtoffer eventueel op de vloer.
  • Plaats de hiel van de ene hand midden op de borstkas.
  • Plaats de hiel van de andere hand op de eerste hand.
  • Haak je vingers in elkaar en zorg dat ze de borstkas niet raken en strek de armen.
  • Druk het borstbeen loodrecht 5 tot 6 centimeter in.
  • Laat het borstbeen volledig terugveren, maar zorg dat je handen contact blijven houden met de borstkas.
  • Geef borstcompressies in een tempo van 100 keer per minuut, maximaal 120 keer per minuut.
  • Geef 30 borstcompressies en ga vervolgens verder met 2 beademingen (zie onder).

Geef 2 beademingen

  • Overweeg, indien getraind in, het gebruik van een Kiss-of-Life of pocketmask ter bescherming van de hulpverlener.
  • Maak de luchtweg opnieuw vrij door het hoofd naar achteren te kantelen en de kin op te tillen (Chinlift).
  • Knijp de neus dicht.
  • Neem zelf een normale ademteug.
  • Plaats je mond geheel over de mond van het slachtoffer.
  • Blaas gedurende 1 seconde lucht in het slachtoffer en kijk of borstkas goed omhoog komt.
  • Haal je mond van de mond van het slachtoffer en kijk of de borstkas weer inzakt na de beademing.
  • Geef nog een beademing.
  • Begin weer met 30 compressies.

Komt de helper terug vraag hem/haar de ambulance op te wachten en deze naar de drenkeling te begeleiden. Vraag een medehulpverlener om hulp met de reanimatie, idealiter wissel je om de 2 minuten van hulpverlener in verband met vermoeidheid.

Gebruik de AED

Activeer de AED

  • Zet de AED aan, door op de 'aan'-knop te drukken of de klep te openen.
  • Ontbloot de borstkas. Verwijder alle bovenkleding en eventueel de BH. Onderbreek de compressies niet of zo kort mogelijk.
  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Droog de borstkas voor het plakken van de elektroden goed af.
  • Haal de elektroden uit de verpakking.
  • Bevestig de elektroden op de ontblote borstkas volgens de illustraties op de elektroden.
    • Een elektrode wordt geplaatst midden onder het rechter sleutelbeen, maar niet over de tepel.
    • De andere elektrode wordt geplaatst onder de linker oksel.

Ritmeanalyse

  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Zorg dat niemand het slachtoffer aanraakt als de AED het hartritme analyseert.

Schokopdracht

  • Geeft de AED een schokopdracht?
  • Bij een volautomatische AED: zorg dat iedereen afstand houdt van het slachtoffer terwijl de AED aftelt voor het geven van de schok.
  • Bij een semi-automatische AED: zorg dat iedereen afstand houdt van het slachtoffer en druk op de rode knipperende schokknop volgens aanwijzing van de AED. Kijk voor het indrukken van de knop nogmaals of niemand het slachtoffer aanraakt en zeg 'Iedereen los'! Druk vervolgens op de schokknop.

Reanimeren

  • Volg nauwgezet de instructies van de AED.
  • Begin na een schok of als de AED geen schok adviseert onmiddellijk met borstcompresies afgewisseld met beademingen.


Indien het slachtoffer een normale ademhaling krijgt en begint te bewegen, leg hem dan in de stabiele zijligging en bescherm hem tegen verdere afkoeling.

Zie ook: Verdrinking

Bronvermelding

Op deze pagina is onder andere gebruikt gemaakt van de volgende bronnen:[2]

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 International first aid and resuscitation guidelines 2011, (International Federation of Red Cross and Red Crescent Societies, Geneva, 2011) http://www.ifrc.org
  2. Eerste Hulp bij Waterongevallen, H. van der Pols, 1e druk (Het Oranje Kruis 2007) ISBN 978-900692096-3