Hartritmestoornissen

Uit Eerste Hulp Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Gevorderd/Expert / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?


(deze pagina is nog niet compleet!)

Hartritmestoornissen zijn een verstoring van het normale sinusritme in het hart en treden op bij jong en oud. Sommige hartritmestoornissen treden acuut op en kunnen levensbedreigend zijn, terwijl andere lagere tijd bestaan en relatief weinig klachten geven. De oorzaken zijn zeer divers en kunnen zowel in het hart gelegen zijn, als daarbuiten.

Hartritmestoornissen kunnen bestaan uit een aantal componenten die in meer of mindere mate samen voorkomen:

  • Versnelling van de hartfrequentie (tachycardie) of vertraging van de hartfrequentie (bradycardie
  • Regelmatig (regulair) of onregelmatig (irregulair)
  • Pompfunctie van het hart blijft intact of de pompfunctie van het hart is aangedaan

Deze pagina bespreekt een aantal veel voorkomende hartritmestoornissen en dient met name als achtergrond. In de Eerste Hulp zal de eerstehulpverlener zelden in staat zijn om de precieze hartritmestoornis te achterhalen. Dat is ook niet relevant, het gaat er om dat het probleem snel herkent wordt en gehandeld naar de bevindingen.

Hartritmestoornissen kunnen alleen hinderlijk zijn, maar kunnen ook aanleiding geven tot levensbedreigende circulatiestoornissen. Deze pagina is om praktische redenen ook op die wijze ingedeeld.

Hartritmestoornissen met circulatiestoornissen

Ventrikeltachycardie

Een ventrikeltachycardie, afgekort als VT is een levensbedreigende ritmestoornis waarbij (meestal) geen bloed meer wordt rondgepompt. Bij een ventrikeltachcardie is er sprake van een zeer snelle hartfrequentie doordat de geleiding veranderd is en prikkel die het hart aanstuurt ontstaat in de kamers. Door de snelle hartfrequentie is het hart niet meer in staat om zich normaal te vullen met bloed en is deze niet meer in staat om het bloed rond te pompen. Effectief gezien komt daarmee de circulatie stil te liggen en is reanimatie noodzakelijk. Doormiddel van het toedienen van een elektrische schok (defibrillatie) en met bepaalde medicijnen (amiodarone) kan een ventrikeltachycardie worden opgeheven.

Soms is er bij een ventrikeltachycardie nog wel enige pompfuntie van het hart en is het slachtoffer verminderd aanspreekbaar en vertoont deze verschijnselen van (cardiogene) shock met bewustzijnsstoornissen, lage bloeddruk, bleekheid en zweten. Een ventrikeltachycardie gaat soms spontaan over in ventrikelfibrilleren.

Kamerfibrilleren of ventrikelfibrilleren

Kamerfibrilleren of ventrikelfibrilleren (afgekort VF) is een levensbedreigende ritmestoornis waarbij de hartspiercellen ongecoördineerd samentrekken. Er is geen pompfunctie van het hart meer en de circulatie komt tot stilstand. Kamerfibrilleren soms op na een hartinfarct. Reanimatie is noodzakelijk. Ventrikelfibrilleren kan worden opgeven door het toedienen van een elektrische schok met een defibrillator.

Zie ook: ventrikelfibrilleren en defibrillatie.

Asystolie

Bij asystolie is er geen elektrische activiteit meer in het hart. Op een hartfilmpje ziet dit er uit als een vlakke lijn. Er is een circulatiestilstand. Reanimatie is noodzakelijk. Het toedienen van een elektrische schok is niet zinvol. Soms kan met medicatie, zoals adrenaline het hart weer op gang gebracht worden.

Polsloze elektrische activiteit

Bij een polsloze elektrische activiteit (afgekort als PEA) is er wel elektrische activiteit in het hart (meestal een sinusritme), maar is het hart niet in staat om bloed rond te pompen. Er is dus effectief gezien een circulatiestilstand waarvoor reanimatie noodzakelijk is. Het toedienen van een elektrische schok (defibrillatie) is niet zinvol omdat er 'normale' elektrische activiteit is. Oorzaken van een PEA kunnen onder andere zijn: longembolie, hypovolemische of obstructieve shock.

Ernstige bradycardie

Bij een zeer trage hartfrequentie, een bradycardie, kan het hart niet langer voldoende bloed rondpompen om de bloeddruk op peil te houden. Hierdoor kunnen bewustzijnsstoornissen optreden en zijn er soms verschijnselen van een (cardiogene) shock.

Hartritmestoornissen zonder circulatiestoornissen

Boezemfibrilleren en boezemflutter

Boezemfibrilleren (medische term atriumfibrilleren) is een veel voorkomende hartritmestoornis, waarbij het hartritme onregelmatig wordt en vaak versneld. Bij boezemfibrilleren vindt de aansturing van het hartritme niet langer plaats in de sinusknoop (er is dus geen sinusritme), maar geven willekeurige hartspiercellen in de boezem elektrische puisjes af. Doordat dit gebeurt met een frequentie tussen 150-300x per minuut versnelt het hartritme. Niet alle puisjes worden voortgeleid door de AV-knoop, het daadwerkelijke hartritme ligt daardoor vaak lager. Het hartritme wordt onregelmatig omdat de pulsjes niet met vaste regelmaat ontstaan.

Boezemfibrilleren geeft doorgaans geen problemen met de circulatie, maar geeft wel kortademigheid, moeheid en [[hartkloppingen. Boezemfibrilleren kan worden opgegeven met medicijnen of met een elektrische schok (cardioversie). Indien het langer bestaat worden bloedverdunners voorgeschreven omdat er stolsels in de boezem kunnen ontstaan omdat deze niet meer normaal samentrekt. Deze stolsels kunnen losschieten en een beroerte veroorzaken.

Bij een boezemflutter is er een zeer hoge frequentie in de boezems, waarvan de AV-knoop meestal 1 op de 2 slagen doorgeeft. Dit resulteert in een hartritme van ongeveer 150 slagen per minuut. Het hartritme is regelmatig.

Supraventriculaire tachycardie

Er zijn diverse typen supraventriculaire tachycardien.

Extra slagen

Geleidingsstoornissen

Zie ook de pagina op Wikipedia over hartritmestoornissen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hartritmestoornis