Disability: verschil tussen versies
(→Herkennen van stoornissen in Disability) |
(→Controles in de Disability) |
||
Regel 66: | Regel 66: | ||
===Controles in de Disability=== | ===Controles in de Disability=== | ||
− | * Controleer of het slachtoffer bij bewustzijn is met de AVPU score: | + | * Controleer of het slachtoffer bij bewustzijn is met de [[AVPU]] score: |
** Alert: het slachtoffer heeft spontaan de ogen open en spreekt met de hulpverlener. | ** Alert: het slachtoffer heeft spontaan de ogen open en spreekt met de hulpverlener. | ||
** Verbal: het slachtoffer opent de ogen pas wanneer de hulpverlener hem uitdrukkelijk aanspreekt. | ** Verbal: het slachtoffer opent de ogen pas wanneer de hulpverlener hem uitdrukkelijk aanspreekt. | ||
Regel 74: | Regel 74: | ||
* Kijk of er bloed of [[hersenvocht]] ([[liquor]]) uit de neus of oren van het slachtoffer komt. | * Kijk of er bloed of [[hersenvocht]] ([[liquor]]) uit de neus of oren van het slachtoffer komt. | ||
* Controleer of het slachtoffer goed georiënteerd is, dat wil zeggen of hij weet wie hij is, waar hij is, welke dag het is en wat hij aan het doen was. Controleer op [[post-traumatische amnesie]]. | * Controleer of het slachtoffer goed georiënteerd is, dat wil zeggen of hij weet wie hij is, waar hij is, welke dag het is en wat hij aan het doen was. Controleer op [[post-traumatische amnesie]]. | ||
− | * Kijk of er tekenen zijn van uitval als gevolg van een dwarslaesie | + | * Kijk of er tekenen zijn van uitval als gevolg van een [[dwarslaesie]]. |
− | * Voer de [[BeFAST]]-test uit | + | * Voer de [[BeFAST]]-test uit: |
** Face: Kijk naar het gelaat van het slachtoffer naar afhangende mondhoeken of afhangende oogleden | ** Face: Kijk naar het gelaat van het slachtoffer naar afhangende mondhoeken of afhangende oogleden | ||
** Arms: Vraag het slachtoffer om beide armen omhoog te brengen en te houden met de handpalm naar boven en de ogen te sluiten. Kijk of een van de armen uitzakt. (Let op: Voer deze test niet uit bij een verdenking op wervelletsel!) | ** Arms: Vraag het slachtoffer om beide armen omhoog te brengen en te houden met de handpalm naar boven en de ogen te sluiten. Kijk of een van de armen uitzakt. (Let op: Voer deze test niet uit bij een verdenking op wervelletsel!) |
Versie van 31 aug 2011 om 10:10
Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: {{{coauthor}}} / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding. Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee? |
In de Disability wordt de neurologische toestand van het slachtoffer beoordeeld, en de wervelkolom gestabiliseerd.
Inhoud
Anatomie
Het neurologisch stelsel bestaat uit de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen. Zij zorgen voor de aansturing van de spieren en andere orgaansystemen in het lichaam.
Normale functie
De normale functie van het zenuwstelsel is complex en bestaat uit meerdere aspecten:
- Het normale bewustzijn; het bij bewustzijn zijn, het kunnen reageren op prikkels, het spreken en communiceren.
- De motorische functies; willekeurig kunnen bewegen, reageren op prikkels.
- De sensibele functies; waarneming via de zintuigen, reageren op aanraking, temperatuur, pijn, geluid enzovoorts.
De bovenstaande functies zijn sterk verweven en vormen tezamen een functionerend individu.
Oorzaken van stoornissen in de Disability
In Disability zijn zeer veel stoornissen die het bewustzijn en de neurologische functies kunnen beïnvloeden. Twee belangrijke orgaansystemen kunnen zijn aangedaan: de hersenen en het ruggenmerg. Uitval van deze systemen kan behalve bewustzijnsstoornissen, verlamming, functiebeperkingen en stoornissen in de vitale functies tot gevolg hebben.
Op het niveau van de hersenen en het ruggenmerg kunnen stoornissen veel oorzaken hebben. Een praktisch onderscheid kan gemaakt worden tussen de door een trauma veroorzaakte stoornissen en de niet-traumatische stoornissen.
Bewustzijnsstoornissen worden meestal veroorzaakt door ofwel een tekort aan zuurstof, of door metabole veranderingen of medicatie.
Traumatisch
Bij een ernstig ongeval, zoals een hoogenergetisch trauma of een trauma tegen het hoofd kan er schade optreden aan de hersenen en de omliggende structuren: hersenletsel. Dat kan zijn directe schade aan het hersenweefsel, maar ook kunnen er bloedingen in de schedel optreden, zoals het epiduraal hematoom en het subduraal hematoom. Dit leidt tot stoornissen in het bewustzijn, bewustzijnsverlies en bijgaande symptomen zoals hoofdpijn, misselijkheid, braken en functie uitval van ledematen en zintuigen.
Een hoogenergetisch trauma geeft niet alleen schade aan de hersenen. Ook is er risico op wervelletsel en beschadiging van het ruggenmerg (dwarslaesie). Dit veroorzaakt uitval vanaf het niveau in het ruggenmerg waar de dwarslaesie zich bevind.
Niet-traumatisch
Stoornissen in het bewustzijn kunnen ook optreden door 'spontaan' optredende ziektebeelden in de hersenen. Denk aan een beroerte (CVA/TIA) of een subarachnoïdale bloeding (SAB). Het bewustzijn kan gestoord raken, en vaak is er uitval van ledematen en andere lichaamsfuncties.
Medicatie, vergiftigingen, suikerziekte, epilepsie, warmte- en koude letsels, en andere stoornissen in de vitale functies kunnen leiden tot stoornissen in Disability.
Ook een onschuldige aandoening als flauwte kan door een tijdelijke onderbreking van de bloedtoevoer tot kortdurende bewusteloosheid leiden.
Herkennen van stoornissen in Disability
Stoornissen in Disanility kunnen zeer divers zijn, subtiel of juist niet te missen. Hieronder bespreken we een aantal van de belangrijkste symptomen die in de Eerste Hulp van belang kunnen zijn.
Allereerst kan het bewustzijn gestoord zijn. Dat kan volledige bewusteloosheid zijn, waarbij het slachtoffer niet reageert op aanspreken, schudden of zelfs niet op pijnprikkels, maar ook een verminderd bewustzijn waarbij het slachtoffer pas de ogen opent als hij geknepen wordt, suf is, onsamenhangend spreekt of kreunt of steeds weer wegvalt.
Daarnaast kunnen er tekenen zijn van problemen in de hersenen, als gevolg van een CVA/TIA of een bloeding in de hersenen. Behalve bewustzijnsstoornissen kan er dan ook uitval zijn van functies van de ledematen (verlamming), een verschil in pupilgrootte (anisocorie), verlies van hersenvocht uit de neus of oren, of een veranderde spraak.
Als gevolg van zuurstoftekort in de hersenen kunnen er stoornissen optreden in de functies van de spieren en ledematen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een slachtoffer met een CVA/TIA plotseling zijn rechter lichaamshelft niet meer kan gebruiken, of dat het gevoel in die lichaamshelft veranderd is. Soms is ook de spraak gestoord, is er een afhangende mondhoek of begrijpt het slachtoffer niet wat er tegen hem gezegd wordt. Acuut optredende hoofdpijn met misselijkheid en braken kan veroorzaakt worden door een subarachnoïdale bloeding.
Ook kunnen stoornissen in het bewustzijn optreden als gevolg van een andere stoornis in het lichaam waardoor zuurstoftekort optreedt, zoals flauwte, shock of bij verstikking. Ook na een ongeval kan er uitval optreden als gevolg van een dwarslaesie, waarbij het ruggenmerg is doorgesneden. Hierdoor is er vaan symmetrische uitval, dat wil zeggen dat bijvoorbeeld beide benen niet meer gebruikt kunnen worden. Soms is er dan ook sprake van urineverlies, een blijvende erectie priapisme of neurogene shock.
Alarmsymptomen | |
---|---|
Verwardheid | Verminderd bewustzijn |
Bewusteloosheid | Verschil in pupilgrootte |
Uitval van gevoel of beweging |
Hersenvocht uit neus/oren |
Hoofdpijn | Misselijkheid, braken |
Hypoglykemie | Insult/Epilepsie |
Krachtsverlies of gevoelsstoornissen |
Ernstige hoofdpijn |
Controles in de Disability
- Controleer of het slachtoffer bij bewustzijn is met de AVPU score:
- Alert: het slachtoffer heeft spontaan de ogen open en spreekt met de hulpverlener.
- Verbal: het slachtoffer opent de ogen pas wanneer de hulpverlener hem uitdrukkelijk aanspreekt.
- Pain: het slachtoffer opent de ogen of reageert door te bewegen of te kreunen nadat de hulpverlener hem een pijnprikkel heeft toegediend.
- Unresponsive: het slachtoffer reageert op geen enkele prikkel.
- Kijk of er sprake is van een verschil in pupilgrootte (anisocorie).
- Kijk of er bloed of hersenvocht (liquor) uit de neus of oren van het slachtoffer komt.
- Controleer of het slachtoffer goed georiënteerd is, dat wil zeggen of hij weet wie hij is, waar hij is, welke dag het is en wat hij aan het doen was. Controleer op post-traumatische amnesie.
- Kijk of er tekenen zijn van uitval als gevolg van een dwarslaesie.
- Voer de BeFAST-test uit:
- Face: Kijk naar het gelaat van het slachtoffer naar afhangende mondhoeken of afhangende oogleden
- Arms: Vraag het slachtoffer om beide armen omhoog te brengen en te houden met de handpalm naar boven en de ogen te sluiten. Kijk of een van de armen uitzakt. (Let op: Voer deze test niet uit bij een verdenking op wervelletsel!)
- Speech: beoordeel de spraak. Is er sprake van spreken met een dubbele tong, onsamenhangende spraak of onbegrip?
- Time: ga na hoelang de klachten al bestaan en geef dit door aan de ambulancedienst.
- Ga na of er sprake kan zijn van een andere stoornis in het bewustzijn: Flauwte, Bewusteloosheid, Vergiftigingen, Alcohol en Drugs, Diabetes Mellitus, Epilepsie, Warmte/Koudeletsels.
Handelingen in de Disability
De meeste bewustzijnsstoornissen kunnen niet door een eerstehulpverlener behandeld worden. Echter kan de eerstehulpverlener wel proberen erger te voorkomen en trachten een verslechtering van de toestand van het slachtoffer tegen te gaan.
- Zorg voor een vrije luchtweg indien het slachtoffer bewusteloos is. Voer de kinlift uit, of wanneer er geen sprake is van mogelijke wervelletsels leg het slachtoffer in de stabiele zijligging.
- Probeer na te gaan wat de oorzaak is van de verandering in het bewustzijn en behandel die indien mogelijk.
Aandoeningen
Welke aandoeningen?
Samenvatting
Overzicht