Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Wijzigingen

Ga naar: navigatie, zoeken

Epilepsie

13.289 bytes toegevoegd, 10 okt 2011 11:21
geen bewerkingssamenvatting
<br>
Leg de duur en het verloop van de aanval goed vast, omdat dit van belang kan zijn voor de professionals.
 
==Achtergrondinformatie==
 
Partiële aanvallen:
Eenvoudige partiële aanvallen:
Het hersengebied waarin de ontlading plaats vind ik is klein. De
verschijnselen zijn daarom ook eenvoudig. Bijvoorbeeld het schokken van
een hand. De duur van zo aanval kan van enkele seconde tot uren zijn. Wel
is het zo dat iemand met een partiële aanval altijd bij bewustzijn is. Wel kan
het zijn dat de eenvoudige partiële aanval een voorbode is van een grotere
aanval, waarbij wel sprake kan zijn van een bewustzijnstoornis.
De verschijnselen van een eenvoudige partiële aanval hangen af van het
gebied van de ontlading en kunnen dus heel verschillend zijn, bijvoorbeeld:
Motorische: een ontlading die zich richt op 1 spiergroep. Deze verstijven,
krampen, verslappen of schokken.
Sensorisch: Oog: lichtflitsen of blinde vlekken.
Gehoor: suizen of doofheid.
Gevoel: plaatselijke tintelingen of een doofgevoel of
Gevoelloosheid.
Smaak/reuk: spontane rare smaak of iets vreemd ruiken.
Autonoom: Een stoornis in het onwillekeurige, autonome zenuwstelsel
bijvoorbeeld: bleek worden, zweten, hartkloppingen, kippenvel, een raar
gevoel in de boven buik, dat opstijgt naar het hoofd.
Psychische: stemmingsveranderingen die onverklaarbaar zijn:
vreugde, angst, verdriet of een gevoel van verlatenheid, derealisatie, déjà vu,
illusies, hallucinatie.
Complex partiële aanvallen:
Bij deze aanval is het bewustzijn gestoord, maar dit hoeft niet te lijden tot
bewusteloosheid. Er zijn verschillende soorten complex partiële aanvallen.
Temporale complex partiële aanval:
De bekendste is de temporale complex partiële aanval. Deze aanval wordt
wel eens vergeleken met slaapwandelen. De aanval begint vaak met
vermindert contact en staren. De zorgvrager reageert vaak wel op vragen
maar met heel vreemde antwoorden of gemompel, net als in een droom. De
zorgvrager maakt vreemde mondbewegingen zoals smakken, likken, slikken
en kauwen en maakt vaak doelloze bewegingen bijvoorbeeld: wrijven,
plukken of friemelen. Als de zorgvrager rond loopt is dit net zo gevaarlijk als
bij slaapwandelen. Loopt bijvoorbeeld gewoon een trap af maar kan ook in
aanraking komen met hete voorwerpen. De meeste complex partiële
aanvallen beginnen geleidelijk en duren meestal een tot enkele minuten.
Frontale complexe partiële aanval:
Deze aanval komt voornamelijk voor in de slaap en duurt vaak maar kort. De
aanval begint en eindigt plotseling. Ze treden vaak meerdere keren per nacht
op en zijn voor elke zorgvrager anders. De verschijnselen zijn vreemd zoals
schreeuwen, in de handen klappen, schelden, fiets bewegingen en trappelen
met de voeten. De zorgvrager rolt vaak uit bed maar krabbelt gelijk weer
overeind en kruipt in bed en slaapt veder. De laatste jaren is ontdekt dat
bepaalde gedragsproblemen zoals slaan met het hoofd, zichzelf bijten,
woedeaanvallen bij zorgvragers met een verstandelijke beperking een uiting
kan zijn van een frontale complexe partiële aanval.
Gegeneraliseerde aanvallen:
Absence:
De zorgvrager is enkele seconden afwezig, reageert niet en staart vaak met
een lege blik voor zich uit. Soms zie je bij een absence ook het knipperen van
de ogen en kleine schokjes met de handen. Ook zie je wel eens dat het hoofd
voorover zakt of juist achterover. Na de aanval gaan mensen gewoon weer
veder met waar ze mee bezig waren. De omgeving ziet deze aanvallen dan
ook vaak als dagdromen. Deze aanvallen komen vaak tot wel honderden
keren per dag voor.
Typische absences:
Komen vaak voor bij kinderen tussen de 4 en 12 jaar zonder
hersenbeschadiging. Het EEG is dan ook kenmerkend. Meestal worden deze
kinderen met medicatie snel aanvalsvrij.
Atypische absences:
Hierbij zijn het begin en het einde niet zo plotseling als bij een gewone
absence. Het EEG laat vaak ook een ander beeld zien. Meestal komt bij deze
zorgvragers wel een hersenbeschadiging voor.
Myoclonische aanval:
Deze aanval bestaat uit een of een reeks spierschokken. Deze komen vaak
voor in de armen en benen of zelfs in het hele lichaam. De schokken duren
zo kort het dat het bewustzijn niet of niet aantoonbaar gestoord is geweest.
Clonische aanval:
Dit is een zeldzame aanvalsvorm van epilepsie. Het hele lichaam schokt
ritmisch. De aanvallen nemen geleidelijk in snelheid af en eindigen meestal
in het geheel verslappen van het lichaam.
Tonische aanval:
Deze aanval begint vaak met het verstijven van de spieren. Vaak buigt het hoofd naar voren, het gezicht wordt rood, lichtgebogen en opgeheven armen. De
zorgvrager blijft vaak zitten of staan maar kan soms neervallen. De aanval duurt enkele seconden tot een halve minuut.
De bekende salaamkrampen bij het syndroom van west horen bij de tonische aanvallen.
Tonisch-clonische aanval:
De meeste mensen denken bij epilepsie aan deze aanval. Deze aanval wordt
ook wel grand mal genoemd of grote aanval, volledig insult, of toeval. Als
deze aanval begint met een plotselinge bewustzijnstoornis dan merkt de
zorgvrager er vaak zelfs niets van. Deze aanval is in 3 fase te onderscheiden.
Tonische fase:
Deze fase duurt meestal een halve minuut. Door de massale ontlading van de
hersencellen worden alle spieren tegelijk aangespannen waardoor het hele
lichaam verstijft. Door de kramp van een borstspier kan de lucht naar buiten
geduwd worden wat lijkt op een gil. Door het verstijven van de borstkas is
ademhalen niet meer mogelijk omdat er tegelijk ook veel energie wordt
gebruikt. Bij het verstijven wordt de zorgvrager soms blauw. Ook kan de
zorgvrager niet slikken een hoopt het speeksel zich op in de mond. Als de
tong net tussen de kaken zit als deze op elkaar gedrukt worden, ontstaat er
een wondje. Wat ook wel tongbeet wordt genoemd. Dat lijkt meestal erger
dan het is.
Clonische fase:
Deze fase duurt meestal een halve minuut tot anderhalve minuut. Een
verdedigingsmechanisme probeert de ontlading tegen te gaan waardoor het
lichaam korte tijd verslapt maar daarna ook weer alle spieren aanspant. Het
afwisselen van verslappen en aanspannen veroorzaakt schokken in armen,
benen en gezicht. Als tijdens deze fase de ademhaling weer op gang komt
wordt het opgehoopte speeksel als schuim naar buiten geblazen. Als er in de
tonische fase op de tong gebeten is kan er bij dat schuim bloed zitten.
Verslappingfase:
Deze fase duurt een tot twee minuten. De periode van verslapping neemt toe. En de schokken nemen af tot het lichaam weer ontspannen is. De kleur van de zorgvrager is vaak bleek. De ademhaling komt diep en rochelend op gang. Soms laten zorgvragers urine en ontlasting lopen. De zorgvrager kan weer bij komen of in een diepe slaap vallen. Vaak hebben zorgvragers last van sufheid en hoofdpijn. De duur
van de rest verschijnselen zijn verschillend. De een kan na 5 minuten weer door waar hij of zij mee bezig was. De andere zorgvrager heeft de rest van de dag of zelfs nog langer nodig om weer bij te komen.
Atonische aanval:
Gedurende een korte tijd verslappen alle spieren plotseling waardoor de
zorgvrager valt. Deze kan dan gelijk weer op staan. Het hoofd kan ook
bijvoorbeeld voorover op tafel vallen. Vaak zie je dit dat dit soort zorgvragers
een helm dragen.
secundaire generaliseerde aanvallen:
Een secundaire generaliseerde aanval is een partiële aanval die overgaat in
een generaliseerde aanval. Dit kan in principe bij elke partiële aanval
gebeuren. De plaatselijke ontlading van een partiële aanval breidt zich uit
over de hele hersenen wat vaak een tonisch-clonische aanval tot gevolg
heeft.
Wat te doen bij een epilepsie aanval??
Zoals al eerder beschreven zijn er veel verschillende soorten aanvallen. Ook
het handelen bij zo aanval verschilt per aanval. Hieronder staat de eerste
hulp bij een aanval uitgeschreven.
Eenvoudige partiële aanval:
Bij een eenvoudige partiële aanval blijft iemand bij bewust zijn. Het slachttoffer
is zich dan ook bewust van de epilepsie aanval. Deze aanval duurt maar
kort. Wat je bij deze aanval doet is het gerust stellen van het slachttoffer,
zorgen dat de zorgvrager zich niet kan bezeren, en als EHBO-er is het
heel erg belangrijk dat jezelf rustig blijft.
Complex partiële aanval:
Bij deze aanval is het bewust zijn van het slachttoffer geheel of gedeelte
verstoort. Het slachttoffer weet dus niet dat hij/zij een aanval heeft gehad. Bij
deze aanval kan de zorgvrager rond gaan lopen zonder goed uit te kijken. Het
is daarom belangrijk dat je als EHBO-er bij het slachttoffer blijft en
probeert het slachttoffer met een zachte hand te dwingen niet naar het gevaar
toe te gaan. Daarbij is het belangrijk dat je het slachttoffer niet aanraakt en dat
je hem of haar met een rustige stem toespreekt. het slachttoffer hoort je vaak
wel maar snapt de woorden niet. Als je iemand vastpakt kan het voor het slachttoffer overkomen als een bedreiging. Houd de zaken waaraan het slachttoffer zich kan bezeren van hem of haar weg en leg de omgeving uit dat dit een epilepsie aanval is en dat het slachttoffer niet weet wat er is gebeurt.
Absence:
Een absence duurt zo kort dat de omgeving vaak maar zelden door heeft dat
het om een absence ging. Daarom hoeft er bij een absence weinig gedaan te
worden als het herhalen van de dingen die het slachttoffer gemist heeft tijdens
de absence. Bij een serie absence is het belangrijk bij het slachttoffer te blijven
en hem of haar af te wenden van het gevaar.
Myoclonische aanval:
Bij deze aanval kan het slachttoffer vallen en zich bezeren. Blijf bij het slachttoffer en voorkom verdere letsels. Behandel naar afloop indien nodig is de veroorzaakte letsels.
Tonische aanval:
Bij een tonische aanval kan het slachttoffer vallen omdat dit een kramp aanval is. Als EHBO-er moet je bij het slachttoffer blijven tot het slachttoffer weer bij kennis
is. Tijdens de herstel fase is het handig het slachttoffer in stabiele zijligging te leggen met een kussen onder zijn of haar hoofd.
Clonische aanval:
Tijdens de aanval kan iemand schokken. Daarom is het raadzaam om meubels en andere dingen uit de omgeving weg te halen zodat het slachttoffer zich
daaraan niet kan bezeren. Tijdens de herstel fase is het handig om het slachttoffer in een stabiele zijligging te leggen met een kussen onder zijn of haar hoofd.
Atone aanval:
Tijdens deze aanval valt het slachttoffer op de grond doordat alle spieren in een keer verslappen. Blijf bij het slachttoffer totdat de aanval over is en pas zo nodig
EHBO toe bij de opgelopen verwondingen.
Tonisch-clonische aanval:
Tijdens deze fase is het slachttoffer diep bewusteloos en krijgt dus ook niets
mee van de aanval. Tijdens deze aanval is het belangrijk om te klokken hoe
lang de aanval duurt. Daarnaast zijn er nog richtlijnen wat je als
EHBO-er kan doen tijdens de aanval:
_ stop niets tussen de tanden
_ blijf rustig, de aanval gaat meestal vanzelf over
_ blijf bij het slachttoffer en zorg dat omstanders op
afstand blijven. Roep er eventueel een collega bij
_ Bescherm het hoofd met je handen of een kussen
_ Haal harde voorwerpen weg en schuif meubelen aan de kant
_ Maakt strakke kleding los en zet eventueel de bril af
_ Geef geen water of orale medicatie
_ houdt de lichaamsbewegingen niet tegen maar probeer mee te gaan
met de bewegingen, bijvoorbeeld als je het hoofd vast hebt
_ Vervoer het slachttoffer niet behalve als hij of zij in een gevaarlijke
situatie te recht is gekomen
_ Waarschuw zo nodig de een arts of de ambulance dienst
Na de aanval:
_ wacht totdat het slachttoffer weer helemaal ontspannen is. Dit gebeurt
meestal naar een paar minuten
_ Leg de persoon in een stabiele zijligging zodat overtollig speeksel en
het eventuele bloed uit de mond kan lopen
_ Blijf bij het slachttoffer totdat deze geheel hersteld is van de aanval
Wat als een aanval niet overgaat?
Als de aanval langer duurt als 5 minuten, de ene aanval overgaat in een
nieuwe aanval of als het bewustzijn niet terug keert is er kan op status
epilepticus. Dit is als een aanval of een serie aanvallen langer duurt dan 15
minuten.
Bij status epilepticus waarbij de aanvallen zonder spierspanning zijn, ontstaat
er geen levensbedreigende situatie. Wel moet de aanval na 10 a 15 minuten
worden onderbroken.
Bij een status epilepticus waarbij de aanvallen met spierspanning zijn,
ontstaat er wel een levensbedreigende situatie. Bij een te lang gebrek aan
zuurstof is er het gevaar voor een hersenbeschadiging. Bij een convulsieve
status epilepticus( aanval met trekkingen) kunnen zich schadelijke stoffen
door verzuring ophopen in de hersenen waardoor er ook een
hersenbeschadiging kan ontstaan.
Bij tonisch-clonische aanvallen moet de aanval na 5 minuten gestopt worden
door rectiole. Over het algemeen geld voor deze aanval hoe langer de aanval
duurt hoe meer kans op een hersenbeschadiging en hoe moeilijker het slachttoffer
uit de aanval te krijgen is.
Na 5 minuten kan er de rectiole gegeven worden.
Als dit niet werkt dan kan de verpleegkundige nog een 2de rectiole geven. Tevens is het dan slim om alvast de arts te bellen, omdat het dan steeds moeilijker word de
zorgvrager uit de aanval te krijgen.
Na 15 minuten moet er een arts komen en wordt de zorgvrager overgedragen
aan de arts. De arts zal dan een injectie in de ader of spier zetten om de
aanval te stoppen. Lukt dit niet dan is opname op de ic van een ziekenhuis
helaas noodzakelijk. (zie bijlage 1)
===Externe links===
Eerste Hulp bij Epilepsie: http://www.epilepsie.nl/informatie/eerst_hulp

Navigatiemenu