Schedel en hersenen
De bescherming van het centraalzenuwstelsel
De schedel De hersenen worden omsloten door een beschermend omhulsel: De schedel. De schedel is opgebouwd uit de aangezichtsschedel en het schedeldak. Het schedeldak bestaat uit acht gewelfde schedelbeenderen die met elkaar verbonden zijn door middel van schedelnaden. Deze schedelnaden zijn bekleed met bindweefsel, kleine bloedvaten, lymfevaten en dunne zenuwvezels. De schedelbeenderen kunnen ten opzichte van elkaar bewegen. Op zijn beurt wordt de schedel aan de buitenkant weer beschermd door een spierlaag, vet, huid en haren. Dit zijn de eerste schokbrekers; de haren vormen tevens een isolatielaag(je) bij hitte en kou. Hersenvliezen De volgende beschermlaag is die van de meningen ofwel hersenvliezen. Hersenvliezen, maar ook de ruggenmergvliezen zijn onderdeel van het bindweefselsysteem. Aan de binnenkant van het schedeldak liggen drie lagen hersenvliezen. Het buitenste vlies, de dura mater, is vrij dik en stevig, het harde hersenvlies. Het is de voering van het cranium. Het middelste vlies is de arachnoïdea, het spinnenwebvlies. De pia mater of het zachte hersenvlies, sluit aan op de hersenschors en vormt het binnenste vlies. Tussen de lagen bevindt zich liquor cerebrospinalis (hersenvocht) wat functioneert als stootkussen. Tevens bevinden zich tussen de hersenvliezen arteriën en venen.
- Schedel
- Dura mater
- Arachnoïdea
- Pia mater
- Epidurale ruimte (slagaders)
- Subdurale ruimte (aders)
- Subarachnoïdale ruimte (liquor en grote slagaders)
- Cortex (hersenweefsel)
Ruggenmerg De bescherming van het ruggenmerg gebeurt op dezelfde wijze als bij de hersenen: bot, ruggenmergvliezen (een voortzetting van de hersenvliezen) en liquor. In eerste instantie wordt het ruggenmerg beschermd door het bot van de wervelkolom, vervolgens door drie lagen ruggenmergvliezen met tussen de lagen de liquor. Als extra bufferzone heeft het ruggenmerg nog een laag vet en bindweefsel tussen het beenvlies van de wervels en de dura mater.