De Vijf Regels: verschil tussen versies
(→Regel 4: Zorg voor deskundige hulp) |
(→Regel 5: Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt) |
||
Regel 39: | Regel 39: | ||
====Regel 5: Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt==== | ====Regel 5: Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt==== | ||
− | + | In principe wordt een slachtoffer geholpen op de plaats waar hij of zij is aangetroffen. Uiteraard alleen als er geen gevaarlijke situatie is en de plaats waar het slachtoffer ligt voldoende beschutting biedt. Het verplaatsen van een slachtoffer brengt risico's met zich mee en kan verergering van de letsels van het slachtoffer veroorzaken. | |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− |
Versie van 19 mrt 2011 om 17:55
Niveau: Beginner |
Al jaren wordt door het Oranje Kruis in de Eerste Hulp gebruik gemaakt van de Vijf Regels, die we kunnen zien als ‘leefregels’ of ‘geboden’. In grote lijnen geven de vijf regels een aantal punten waar men tijdens de hulp aan een slachtoffer aandacht aan dient te besteden. Ze zijn als een rode draad door de hulpverlening aanwezig.
- Let op gevaar
- Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
- Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
- Zorg voor deskundige hulp
- Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt
Inhoud
Regel 1: Let op gevaar
De basisregel in de Eerste Hulp, maar ook voor professionele hulpverleners is het veilig kunnen hulpverlenen. Dat betekent dat je, voordat je ook maar iets doet, eerst goed kijkt of de situatie veilig is voor jouzelf en voor het slachtoffer. Er kunnen veel verschillende soorten gevaar zijn, denk bijvoorbeeld aan: brand, een naderende trein, langsrazend verkeer, gassen enzovoorts. Ook omstanders kunnen zich in een gevaarlijke situatie bevinden. In de eerste plaats let Let er ook op dat omstanders zich niet in een gevaarlijke situatie begeven. Let dus eerst op gevaar voor je zelf, vervolgens op gevaar voor omstanders en in de laatste plaats op gevaar voor het slachtoffer. Eigen veiligheid gaat voor. Indien een slachtoffer zich in een gevaarlijke situatie bevindt, dan kan deze door middel van de noodvervoersgreep van Rautek worden verplaatst. Ook het slachtoffer kan gevaar opleveren voor de hulpverlener, zoals bijvoorbeeld bij agressie. Ben altijd op je hoede en neem bij het benaderen van het slachtoffer geen risicoOok besmettelijke aandoeningen kunnen bij het verlenen van eerste hulp een risico vormen. Denk ook aan airbags die nog niet zijn afgegaan.
Regel 2: Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
Ieder ongeval komt tot stand door een samenloop van omstandigheden en gebeurtenissen, het ongevalsmechanisme, het ‘hoe’ en ‘waarom’ van een ongeval. Voor de hulpverlening is dit ongevalsmechanisme zeer relevant omdat men een inschatting kan maken van de te verwachten letsels en de ernst van de (niet zichtbare) schade.
Indien het slachtoffer aanspreekbaar is, kan hij je vertellen hoe met hem gaat en wat er gebeurd is. Soms kan extra informatie van omstanders je helpen om je een goed beeld te vormen van het ongeval. Tevens geeft het informatie over de huidige toestand van het slachtoffer.
Doormiddel van een protocol, zoals DRS. ABCDE, kan men het slachtoffer op gestructureerde wijze nalopen en de nodige Eerste Hulp verlenen.
Regel 3: Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
Een ongeval of een onwelwording is voor zowel slachtoffers als hulpverleners een stressvolle gebeurtenis, waarbij van beiden veel gevraagd wordt. Het slachtoffer is voor verdere hulp afhankelijk van de hulpverlener en verwacht van hem een rustige en kalme houding. Ook omstanders en familie van het slachtoffer zijn erg geschrokken en verwachten dat de hulpverlener zijn werk doet. Er komen veel emoties bij kijken, zoals angst, verdriet en soms agressie. Aan de hulpverlener de taak om -naast het verlenen van Eerste Hulp- daar op een goede manier mee om te gaan. Dat is niet altijd eenvoudig, zeker wanneer het om een ernstig ongeval of onwelwording gaat. Een EHBO-er is er in de eerste plaats voor het slachtoffer, en zal dan ook zoveel mogelijk proberen om het slachtoffer gerust te stellen.
Blijf bij het slachtoffer en blijf met hem in gesprek. In het begin zal het gesprek er met name op gericht zijn om informatie te verzamelen. Later, als er tijd is, kan dat ook over andere (alledaagse) dingen gaan, zoals wat het slachtoffer aan het doen was, waar hij woont, enzovoorts. Maak het slachtoffer duidelijk dat je er bent om te helpen en dat er hulp onderweg is. Betrek eventueel een van de familieleden van het slachtoffer er bij, zodat het slachtoffer een bekende naast zich heeft. Vaak hebben slachtoffers behoefte aan contact, zo kun je een hand vast houden, of een arm om de schouder slaan. Vertel het slachtoffer wat je gaat doen tijdens je onderzoek en behandeling, zodat hij weet wat er komen gaat. Probeer eerlijk te zijn over je bevindingen, maar ben voorzichtig met het uitspreken van vermoedens, om het slachtoffer niet nodeloos ongerust te maken.
Bij een ongevalssituatie staan vaak veel omstanders te kijken en zij komen vaak dichtbij het slachtoffer staan. Vraag hen enige afstand te houden, dat is voor het slachtoffer minder bedreigend. Wanneer een ongeval in de buitenlucht plaatsvind is het slachtoffer blootgesteld aan de weersinvloeden. Adequate bescherming tegen regen, koude, zonneschijn is dan ook van groot belang. Zeker in de wintermaanden raakt een slachtoffer snel onderkoeld en blijkt een meerderheid van de slachtoffers onderkoeld in het ziekenhuis aan te komen. Bescherming kan door een dikke jas, een deken of een zilver-gouden reddingsdeken.
Ook privacy is een (welkome) vorm van beschutting. Gun het slachtoffer privacy, of zorg dat omstanders niet alles
meekrijgen, door ze op enige afstand te houden.
Ook voor de hulpverlener is beschutting van belang, immers wanneer de werkomstandigheden optimaal zijn zal de hulpverlening beter verlopen.
Regel 4: Zorg voor deskundige hulp
De eerstehulpverlener heeft slechts beperkte mogelijkheden om een slachtoffer te helpen. In veel gevallen zal er slechts sprake zijn van kleine letsels en kan hij deze zelfstandig behandelen. Soms is zijn de kennis en vaardigheden echter niet voldoende en zal men professionele hulp moeten inschakelen. De eerstehulpverlener heeft dan als taak om in een vroeg stadium vast te stellen dat het letsel of de aandoening zijn kennis te boven gaat en zal indien nodig vroegtijdig professionele hulp inschakelen. <p> Indien er sprake is van een noodgeval kan men via 112 een ambulance waarschuwen. Bij voorkeur wordt een dergelijke melding gestructureerd doorgegeven, bijvoorbeeld door gebruik te maken van MIST. In sommige gevallen is er wel sprake van een letsel dat niet door de eerstehulpverlener op gelost kan worden, zoals een wond die gehecht moet worden, maar is er geen sprake van spoed. Een slachtoffer kan dan tijdens kantoor uren op afspraak doorverwezen worden naar de huisarts of in de avond, nacht of weekend naar de huisartsenpost. Op eigen gelegenheid naar de Spoedeisende Hulp heeft niet de voorkeur omdat daardoor de wachttijden onnodig oplopen en veel letsels ook door de huisarts opgelost kunnen worden.