Het bekken is opgebouwd uit vier verschillende botten die met elkaar vergroeid zijn. Het heiligbeen bevindt zich aan de rugzijde en vormt de verbinding tussen het bekken en de rug. Aan de onderzijde van het heiligbeen zit het [[staartbeen]]. Het linker en rechter heupbeen zorgen samen met het heiligbeen voor de vorming van de bekkengordel. Het linker en rechter heupbeen zijn opgebouwd uit drie vergroeide botdelen: [[darmbeen]], het [[zitbeen]] en het [[schaambeen]]. De heupkom waar het bovenbeen contact maakt met het bekken is in het heupbeen gelegen.
Bekkenletsels kunnen stabiel of instabiel zijn. Stabiele bekkenletsels kunnen ontstaan bij een eenvoudige val op de billen bij ouderen, maar komen relatief weinig voor. Instabiele bekkenletsels ontstaan na ernstige ongevallen, zoals een aanrijding door een auto, een auto ongeval (soms met [[beknelling]]), een val van een paard, een motorongeval of een val van grote hoogte. Er is veel kracht nodig om het bekken te breken en bij het vermoeden op een bekkenbreuk moet men bedacht zijn op de aanwezigheid van andere ernstige letsels. Met name de instabiele bekkenletsels kunnen door verscheuring van de grote vaten in het bekken leiden tot levensbedreigend bloedverlies.
Het [[ongevalsmechanisme]] speelt een belangrijke rol bij de verdenking op een instabiele bekkenfractuur. Het slachtoffer zit soms bekneld en heeft veel pijn in zijn onderrug en het bekken. Het slachtoffer kan niet staan of lopen. Een van de benen kan verkort zijn en soms liggen de benen naar buiten gedraaid. Er kan sprake zijn van [[shock]] als gevolg van inwendig bloedverlies.