Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Wijzigingen

Ga naar: navigatie, zoeken

Suikerziekte

914 bytes verwijderd, 13 jan 2012 22:17
geen bewerkingssamenvatting
{{Status|
|mainauthor= [[Supervisor:Pim de Ruijter|Pim]]
|coauthor= [[]]
|supervisor= [[Supervisor:Pim de Ruijter|Pim]]
|niveau= [[Handleiding#Niveau|Gevorderd]]
|status= [[Handleiding#Status|IncompleetConcept]]
}}
 
'''Suikerziekte''' oftewel '''Diabetes Mellitus''' is een veel voorkomende aandoening waarbij de glucose huishouding in het bloed gestoord is. Binnen dit ziektebeeld onderscheiden we de '''hyperglycaemie''' en de '''hypoglycaemie'''.
===Inleiding===
 
Diabetes mellitus, wat vrij vertaald betekent 'honing zoete urine' is een aandoening waarbij de glucose (suiker) huishouding in het bloed gestoord is. Door een tekort aan het hormoon insuline, wat zorgt voor de opname van glucose uit het bloed in de cellen, neemt de concentratie van glucose in het bloed toe. Dit wordt ook wel een 'hyper' [[hyperglycaemie]] genoemd, een te hoge concentratie suiker in het bloed. Insuline is een lichaamseigen hormoon dat geproduceerd wordt
door de eilandjes van Langerhans in de [[alvleesklier]]. Behalve de opname van glucose in de cellen, speelt insuline ook een rol bij de vet- en eiwithuishouding. Bij suikerziekte kennen we twee voor de eerstehulpverlener relevante ziektebeelden, namelijk de [[hypoglycaemie]] (een tekort aan glucose in het bloed) en de eerder genoemde [[hyperglycaemie]].
Diabetes mellitus kent twee vormen, type 1 en type 2. Bij type 1 is er sprake van een absoluutinsulinetekort (insulinedeficiëntie), doordat de pancreas geen insuline meer aanmaakt. Insuline isnoodzakelijk voor het transport van glucose de cel in. Daarom resulteert dit insulinetekort in eenverhoogde concentratie van het glucose in het bloed. Type 1 diabetes komt op alle leeftijden voor. Doorde volledige afwezigheid van insuline kunnen deze patiënten alleen behandeld worden met insuline-injecties.Type 2 diabetes is een combinatie tussen verminderde gevoeligheid voor insuline (insulineresistentie)gevolgd door een insulinedeficiëntie. In eerste instantie kan de insulineresistentie nog gecompenseerdworden door een toename van de insuline productie, maar uiteindelijk kan het lichaam ditcompensatiemechanisme niet meer waarmaken en ontstaat er diabetes mellitus type 2. Type 2 komtvooral voor bij patiënten met overgewicht en ouder dan 40 jaar. Risicofactoren voor type 2 zijn onderandere een positieve familieanamnese. Type 2 diabetes heeft meerdere behandelopties. Vanwege hetfeit dat vetcellen zorgen voor een verminderde gevoeligheid voor insuline is de behandeling in eersteinstantie gericht op het verminderen van het overgewicht met behulp van een dieetadvies. Indien hetafvallen niet lukt of onvoldoende effect heeft kunnen er bloedsuikerverlagende middelen wordengebruikt. Als ook deze onvoldoende werkzaam zijn kan er met insuline worden gestart.
===Symptomen en klachten===
Logischerwijs zou je verwachten dat de hyperglycaemie het meest door de eerstehulpverlener gezien zou worden, immers is dat het probleem bij suikerziekte. Dat is echter niet waar. Veel vaker zal de eerstehulpverlener te maken krijgen met de hypoglycaemie.
 
====Hypoglycaemie====
Bij een hypoglycaemie is er een te kort aan glucose in het bloed. Dat zorgt voor een scala aan symptomen die samen karakteristiek zijn voor de hypoglycaemie, afgekort als 'hypo'. Een hypoglycaemie ontstaat als het slachtoffer te veel insuline bijspuit, te weinig gegeten heeft of te veel inspanning heeft geleverd (lees energie verbruikt) en daarbij onvoldoende gegeten. De symptomen bij een hypoglycaemie ontstaan vaak in korte tijd, denk aan minuten tot uren. Soms worden de symptomen bij een hypoglycaemie verward met die van dronkenschap en wordt er niet tijdig ingegrepen.
====Hyperglycaemie====
 
Hyperglycaemie is zoals beschreven een te hoge glucoseconcentratie in het bloed. Dit is doorgaans het beeld waarbij mensen voor het eerst bij de dokter komen voordat de diagnose hyperglycaemie gesteld wordt. Ook hier is een breed scala aan symptomen. De hoge glucose concentratie kan door de nieren niet goed verwerkt worden waardoor er veel glucose in de urine komt en deze 'zoet' wordt. Het slachtoffer gaat meer plassen omdat de uitgescheiden glucose water aan het lichaam onttrekt. Verlies van veel water betekent ook een toegenomen dorst en slachtoffers gaan dan ook veel drinken.
De symptomen bij een hyperglycaemie ontstaan langzaam, in dagen tot weken en zal slechts in een klein deel van de gevallen tot ernstige problemen leiden, omdat in veel gevallen het slachtoffer zich al voor die tijd meldt bij de huisarts.
* Bewustzijnsstoornissen indien er een ernstige hyperglycaemie bestaat
* Bij langer bestaande hypoglycaemie kunnen er ook andere symptomen zijn, zoals visusstoornissen, jeuk rond de genitaliën en afscheiding.
 
Beschrijf duidelijk welke vragen een hulpverlener moet stellen, en welke vragen belangrijke informatie kunnen opleveren over de aard van het ziektebeeld.
<br><br>
Na de symptomen en klachten beschreven te hebben, worden deze overzichtelijk in een tabel geplaatst, zodat ze in één oogopslag overzien kunnen worden.
 
{| class="wikitable"
|-
! Uitvragen !! Klachten !! Symptomen
|-
| Vraag 1 <br> Vraag 2 <br> Vraag 3 || Klacht 1 <br> Klacht 2 <br> Klacht 3 || Symptoom 1 <br> Symptoom 2 <br> Symptoom 3 <br> Symptoom 4 <br> Symptoom 5
|}
===Behandeling===
Essentieel is om voordat je start met een eventuele behandeling dat je jezelf er van overtuigd dat je te maken hebt een hypo- of een hyperglycaemie. De behandeling is immers zeer verschillend. Indien het slachtoffer een [[glucosemeter]] bij zich heeft, vraag hem dan om zelf te controleren wat de waarde van de bloedsuiker is. Gebruik de [[ABCDE-methodiek]].
====Hypoglycaemie====
Centraal probleem bij een [[hypoglycaemie]] is een te lage glucosewaarde in het bloed. Als eerstehulpverlener kan je dat relatief eenvoudig corrigeren, door het slachtoffer suikers te geven. Daarvoor moet het slachtoffer overigens wel goed bij bewustzijn zijn en in staat tot kauwen en slikken. Bij een verminderd bewustzijn bestaat het risico op verslikking ([[aspiratie]]).  De meest geschikte suikers zijn druivensuikers, die bijvoorbeeld in de vorm van 5 Dextro-Energy tabletten gegeven kunnen worden. Eventueel is ook een zoete drank (geen light!) geschikt. Deze suikers werken snel en zorgen doorgaans voor snelle verbetering van de toestand van het slachtoffer. Ze werken echter ook kort, dus is het belangrijk om ook langwerkende suikers te geven, in de vorm van koolhydraten, zoals in brood met jam.
<br>
<br>
Indien de toestand van het slachtoffer niet snel verbetert, schakel dan alsnog [[professionele hulp ]] in. Raakt het slachtoffer buiten bewustzijn, dan is controle van de vitale functies noodzakelijk en kan het slachtoffer in de [[stabiele zijligging]] gelegd worden.
====Hyperglycaemie====
De behandeling van een hyperglycaemie is het toedienen van injecties met [[insuline]]. Dat is echter geen taak voor de eerste hulpverlener en wordt ofwel door het slachtoffer zelf gedaan (indien hij reeds bekend is met suikerziekte) of zal in het ziekenhuis worden gedaan.
In deze sectie wordt beschreven hoe te handelen bij het beschreven letsel of ziektebeeld. Ook hierbij eerst een tekst in verhalende vorm, waarbij eventueel wat achtergrondinformatie gegeven wordt. Daarna volgt wederom een schematisch overzicht van de behandeling.
* Stap één van de behandeling
* Stap twee van de behandeling
* Stap drie van de behandeling
** Indien dit, dan dat
** Als dat, dan dit
* Stap vier van de behandeling
Zijn er dingen die echt niet vergeten moeten worden of essentieel zijn? Dan kunnen ze nogmaals extra in een kader benoemd worden:
{| class="wikitable"
|-
{| class="wikitable"
|-
! Koptekst !! Ziektebeeld 1 Hypoglycaemie !! Ziektebeeld 2Hyperglycaemie
|-
| '''Situatie''' || Wat is er aan de hand? [[Bloedsuiker]] te laag || Hoe is de situatie?[[Bloedsuiker]] te hoog
|-
| '''Verschijnselen''' || Klacht 1 <br> Klacht 2 <br> Symptoom 1 <br> Symptoom 2|| Symptoom 1 <br> Symptoom 2 <br> Symptoom 3 <br>
|-
| '''Conclusie''' || Ziektebeeld 1 [[Bloedsuiker]] te laag<br> Hypoglycaemie || Ziektebeeld 2[[Bloedsuiker]] te hoog<br> Hyperglycaemie
|-
| '''Handelen''' || Aanwijzing 1 Geef druivensuiker en <br> Aanwijzing 2 boterham met jam <br> Bel Indien geen verbetering: bel 112! <br> Aanwijzing 4 || Aanwijzing 1 <br> Aanwijzing 2 <br> Bel 112! Waarschuw huisarts of <br> Aanwijzing 4[[ambulance]]
|-
| '''Opmerkingen''' || Denk er aan om... Geef alleen suiker indien het slachtoffer<br> goed bij bewustzijn is || Doe vooral niet...Dien nooit zelf insuline toe!
|}
Zoals in bovenstaand voorbeeld worden twee (of meerdere) ziektebeelden besproken. Soms is dat handig omdat ziektebeelden op elkaar lijken en het fijn is om in één schema de verschillen te zien.
===Achtergrondinformatie/Verdieping===
====Ketoacidose====
 
Indien er sprake is van een volledige afwezigheid van insuline (alleen bij type 1) kan dit leiden tot ketoacidose. Ketoacidose betekent letterlijk: verzuring door ketonen. Ketonen zijn afvalproducten van de afbraak van vetten. Indien cellen onvoldoende glucose kunnen opnemen door een tekort aan insuline, zal de cel op zoek moeten naar een andere mogelijkheid om aan energie te komen. Hiervoor worden in het lichaam (onder andere in de [[lever]]) andere mechanismen aangesproken, die zorgen voor de productie van vrije vetzuren, die vervolgens worden omgezet in ketonen.
De ketonen worden gebruikt door onder andere de hersenen en spieren gebruikt als brandstof in de afwezigheid van voldoende glucose. Deze ketonzuren zijn dus nuttig, maar hebben ook een negatieve invloed op het bloed. Ketonen zijn namelijk zuur, en als de concentratie toeneemt zal ook de zuurgraad van het bloed toenemen. Het lichaam probeert doormiddel van hyperventilatie de zuurgraad te herstellen en de ketonen via de longen uit te scheiden. Hierdoor ontstaat een karakteristieke geur bij de ademhaling, de geur van ketonen. Dit is te vergelijken met de geur van aceton.
====Professionele hulpverleners====
Professionele hulpverleners hebben meer mogelijkheden om het slachtoffer te helpen. Zij kunnen gebruik maken van een [[glucosemeter]] om de hoogte van de [[bloedsuiker]] vast te stellen. Daarnaast kunnen zij bij een hypoglycaemie glucose toedienen via het infuus en zo nodig een injectie [[Glucagon]] bij hypotoedienen.Bij een hyperglycaemie kunnen zij eventueel in overleg met de arts [[Bloedsuikermeterinsuline]]en vocht toedienen.====Wat zijn andere technieken====Beschrijf bijvoorbeeld welke andere technieken er mogelijk zijn, of vroeger gebruikt werden.[[Categorie:Bewustzijnsstoornissen]]

Navigatiemenu