Astma: verschil tussen versies
Regel 139: | Regel 139: | ||
uitputting moet het slachtoffer per ambulance naar de SEH worden vervoerd, zodat de vitale functies al | uitputting moet het slachtoffer per ambulance naar de SEH worden vervoerd, zodat de vitale functies al | ||
voor het transport kunnen worden veiliggesteld. | voor het transport kunnen worden veiliggesteld. | ||
+ | |||
+ | In het Wetboek van Strafrecht, artikel 450, is bepaald dat iemand die in levensgevaar verkeert (zoals bij een hartstilstand) geholpen moet worden, voor zover de hulpverlener daarbij zelf geen gevaar loopt. Dat betekent dat bijvoorbeeld iemand die heeft leren reanimeren niet alleen mag reanimeren, maar zelfs moet reanimeren, indien dat noodzakelijk en mogelijk is. Doet hij dat niet en het slachtoffer overlijdt dan kan hij worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. In de praktijk is deze strafrechtelijke aansprakelijkheid echter vooral theoretisch. Het is bijvoorbeeld moeilijk te bewijzen dat iemand heeft nagelaten een ander – die in levensgevaar verkeert - hulp te bieden terwijl dit hij dit zonder gevaar voor zichzelf of derden had kunnen doen. | ||
+ | |||
+ | [[Categorie:Incompleet]] |
Versie van 25 sep 2011 om 21:33
Inhoud
Inleiding op onderwerp
In de inleiding wordt een korte introductie gegeven op het onderwerp
Symptomen en klachten
Eerst volgt in verhalende vorm een beschrijving van de bij dit letsel of ziektebeeld behorende verschijnselen, klachten en symptomen. Bedenk dat een klacht iets is wat het slachtoffer aan de hulpverlener kan vertellen, bijvoorbeeld: ik heb hoofdpijn,ik ben misselijk of ik heb een pijnlijke grote teen. Een symptoom is iets wat je als hulpverlener kan waarnemen en door het slachtoffer benoemd kan worden, bijvoorbeeld: braken. Je kunt als hulpverlener waarnemen dat iemand gebraakt heeft. Een bleke huid in het geval van shock zal het slachtoffer niet snel noemen als klacht, maar wordt wel door de hulpverlener waargenomen. Dat wordt dan een symptoom genoemd.
Beschrijf duidelijk welke vragen een hulpverlener moet stellen, en welke vragen belangrijke informatie kunnen opleveren over de aard van het ziektebeeld.
Na de symptomen en klachten beschreven te hebben, worden deze overzichtelijk in een tabel geplaatst, zodat ze in één oogopslag overzien kunnen worden.
Uitvragen | Klachten | Symptomen |
---|---|---|
Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 |
Klacht 1 Klacht 2 Klacht 3 |
Symptoom 1 Symptoom 2 Symptoom 3 Symptoom 4 Symptoom 5 |
Handelen
In deze sectie wordt beschreven hoe te handelen bij het beschreven letsel of ziektebeeld. Ook hierbij eerst een tekst in verhalende vorm, waarbij eventueel wat achtergrondinformatie gegeven wordt. Daarna volgt wederom een schematisch overzicht van de behandeling.
- Stap één van de behandeling
- Stap twee van de behandeling
- Stap drie van de behandeling
- Indien dit, dan dat
- Als dat, dan dit
- Stap vier van de behandeling
Zijn er dingen die echt niet vergeten moeten worden of essentieel zijn? Dan kunnen ze nogmaals extra in een kader benoemd worden:
Essentieel, vergeet niet: |
---|
Om je aan te melden voor de Eerste Hulp Wiki! |
Overzicht Eerste Hulp
Sommige thema's zijn erg uitgebreid en er kan veel verteld worden. Om het overzicht te bewaren voor beginnende én gevorderde Eerste Hulpverleners wordt een samenvatting van ieder onderwerp in onderstaand schema gezet:
Koptekst | Ziektebeeld 1 | Ziektebeeld 2 |
---|---|---|
Situatie | Wat is er aan de hand? | Hoe is de situatie? |
Verschijnselen | Klacht 1 Klacht 2 Symptoom 1 Symptoom 2 |
Symptoom 1 Symptoom 2 Symptoom 3 |
Conclusie | Ziektebeeld 1 | Ziektebeeld 2 |
Handelen | Aanwijzing 1 Aanwijzing 2 Bel 112! Aanwijzing 4 |
Aanwijzing 1 Aanwijzing 2 Bel 112! Aanwijzing 4 |
Opmerkingen | Denk er aan om... | Doe vooral niet... |
Zoals in bovenstaand voorbeeld worden twee (of meerdere) ziektebeelden besproken. Soms is dat handig omdat ziektebeelden op elkaar lijken en het fijn is om in één schema de verschillen te zien.
Achtergrondinformatie/Verdieping
Sommige onderwerpen lenen zich voor verdieping voor gevorderde hulpverleners. Hier kan achtergrond informatie besproken worden, maar bijvoorbeeld ook:
Professionele hulpverleners
Wat doen professionele hulpverleners bij dit letsel. Let op, beschrijf hier alleen wat de mogelijkheden zijn. Diepgaande uitleg van (voorbehouden) handelingen wordt niet op prijs gesteld.
Wat zijn andere technieken
Beschrijf bijvoorbeeld welke andere technieken er mogelijk zijn, of vroeger gebruikt werden.
Benauwdheid: Astma Bronchiale
Inleiding
Astma (bronchiale) is een chronische ontsteking in de luchtwegen, waarvan de oorzaak nog niet
volledig bekend is. Bij astma spelen meerdere factoren een rol, waaronder allergie voor bepaalde
inhalatieallergenen (zoals huisstofmijt, gras- of boompollen, honden-, katten- of paardenhaar of andere
allergenen) of is er sprake van een verhoogde gevoeligheid voor prikkels zoals koude lucht,
sigarettenrook, inspanning, parfum, emoties en sommige medicatie. Deze allergenen en prikkels zorgen
voor een astma-aanval die door middel van medicatie zoals salbutamol (Ventolin®) gecoupeerd kan
worden.
Astma komt vrij vaak voor: de prevalentie bij schoolkinderen is 10%! Na de pubertijd nemen de klachten
af en daarmee ook de prevalentie.
Pathofysiologie
Hoewel de oorzaak onbekend is, is de pathofysiologie wel bekend. De chronische, niet infectieuze
ontsteking van de luchtwegen leidt tot luchtwegobstructie door contractie van het bronchiale gladde
spierweefsel, mucosazwelling en slijmsecretie. De contractie van het bronchiale gladde spierweefsel
ontstaat door prikkeling van zenuwen, of door mediatoren (stoffen zoals histamine) die vrijkomen uit
ontstekingscellen. Hierdoor contraheert het gladde spierweefsel dat over de gehele bronchiale boom zit
naast dat de mucosa door de prikkeling ook al opgezwollen was. Samen zorgen ze dat het lumen
kleiner wordt (de holte waar de lucht doorheen kan). Ook is er meer slijmsecretie, dat vooral in de
‘grotere’ luchtwegen zit. Ook dit vermindert de luchtstroom naar de alveoli. Met de combinatie van deze
3 factoren kun je dus minder goed ventileren.
Symptomen en klachten
· Hoesten
· Piepende ademhaling
· Strak gevoel om de borst (vaak ’s nachts erger)
· Benauwd gevoel
· Kortademigheid
Differentiaaldiagnose
Astma cardiale: Door (linker)hartfalen stijgt de druk in de longvenen (het hart pompt het bloed dat uit de
longvenen komt niet meer goed de aorta in, waardoor er meer bloed in de longvenen achterblijft en dit
veroorzaakt een hogere druk op de longvaatwand ). Door de verhoogde longvaatdruk treedt er vocht uit
de bloedbaan en gaat het vocht het interstitium van de long in, en rond kleine luchtwegen zitten.
Hierdoor is er geen goede zuurstofwisseling meer mogelijk op het niveau van de longblaasjes (alveoli)
en dit veroorzaakt ook benauwdheidklachten die op astma lijken.
Corpus alienum: Het inademen van een vreemd lichaam kan zorgen voor een hevige benauwdheid met
hoesten. Een corpus alienum blijft meestal hoog in de luchtwegen vastzitten en veroorzaakt daarom een
inspiratoire stridor. De luchtwegobstructie bij astma zit laag in de luchtwegen en meestal ontstaat de
prikkeling bij de expiratie, daarom geeft het een piepend geluid bij uitademen. Indien het slachtoffer een
stridor (piepen bij inademen) heeft, dient deze meteen naar de SEH vervoerd te worden.
Externe obstructie: Van buitenaf drukt een gezwollen klier of tumor de luchtwegen verder dicht,
waardoor je benauwt wordt. Daarnaast kan ook bij anafylaxie benauwdheid optreden als gevolg van
zwelling van de slijmvliezen in het hoofd-hals gebied (Quinckes oedeem).
Aspiratie van voedsel: Door slikstoornissen (vooral ouderen) en gastro-oesofageale reflux (het opbraken
van de maaginhoud) kan het voedsel in de long komen (aspiratie) en daar benauwdheidklachten
veroorzaken. Vaak ontwikkelt de patiënt een pneumonie.
Hyperventilatie: zie paragraaf “Hyperventilatie”
5BOSA2 – Vaardigheden 76 Acute Geneeskunde
Handelen
Vaak weet het slachtoffer zelf dat hij astma heeft en weet deze wat het best gedaan kan worden. Laat
het slachtoffer een positie innemen waar in hij het gemakkelijkste kan ademhalen. Vaak is dit een
zittende houding waarbij het slachtoffer iets voorover leunt, bijvoorbeeld zoals bij leunen aan een tafel.
Soms vinden mensen het juist prettig om in een halfzittende houding iets achterover te zitten. Help het
slachtoffer eventueel bij het innemen van de medicatie. Deze medicatie werkt snel en zal dus snel
klachtenverminderend werken. Let op: er kan ook een verlate allergische reactie plaatsvinden (na 2-6
uur). Een slachtoffer met astma heeft een stoornis in de B. We zullen eerst dit oplossen voor we verder
gaan met het controleren van de vitale functies. (C)
Status astmaticus
Status astmaticus is relatief zeldzaam. Status astmaticus is een ernstig astma-aanval die respiratoire
insufficiëntie veroorzaakt of dreigt te veroorzaken. Ongeveer 5-10% van de astmatici is at risk. Het
betreft dan vaak patiënten met herhaalde aanvallen, rokers en patiënten met een slechte
geneesmiddelencompliance. Een status astmaticus is een levensbedreigende vorm van een astmaaanval.
Vrijwel alle mensen die overlijden als gevolg van astma komen voor rekening van een status
astmaticus (deze wordt geschat op 1:100.000). Deze vorm van astma kan ontstaan als het slachtoffer
aan een zeer hoge dosis allergenen is blootgesteld, of als het slachtoffer geen of te weinig medicatie
heeft ingenomen.
Symptomen status astmaticus
· Expiratoire stilte
· Het slachtoffer is niet in staat om volzinnen uit te spreken
· Het slachtoffer is angstig
· Uiteindelijk decompenseert het slachtoffer en gaat de ademhalingsfrequentie juist omlaag. Het
slachtoffer is te uitgeput om nog adem te halen waardoor het lijkt alsof verbetering is
opgetreden, terwijl het slachtoffer juist achteruit gaat
· Sterke toename kortademigheid
· Optreden pneumothorax
Dit slachtoffer heeft direct medisch hulp nodig. Status astmaticus is een levensbedreigende
aandoening, hiervoor dient altijd 112 gebeld te worden. Bij een aanhoudend bestaande astma aanval en
uitputting moet het slachtoffer per ambulance naar de SEH worden vervoerd, zodat de vitale functies al
voor het transport kunnen worden veiliggesteld.
In het Wetboek van Strafrecht, artikel 450, is bepaald dat iemand die in levensgevaar verkeert (zoals bij een hartstilstand) geholpen moet worden, voor zover de hulpverlener daarbij zelf geen gevaar loopt. Dat betekent dat bijvoorbeeld iemand die heeft leren reanimeren niet alleen mag reanimeren, maar zelfs moet reanimeren, indien dat noodzakelijk en mogelijk is. Doet hij dat niet en het slachtoffer overlijdt dan kan hij worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. In de praktijk is deze strafrechtelijke aansprakelijkheid echter vooral theoretisch. Het is bijvoorbeeld moeilijk te bewijzen dat iemand heeft nagelaten een ander – die in levensgevaar verkeert - hulp te bieden terwijl dit hij dit zonder gevaar voor zichzelf of derden had kunnen doen.