Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Allergie

Auteur: Pim / Supervisor: [[]] / Co-auteur: [[]] / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Concept. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?


Een allergie of allergische reactie wordt met enige regelmaat gezien. Veel mensen hebben een allergie voor bepaalde stoffen. De ene heeft er incidenteel last van, de andere heeft dagelijks klachten. Sommige allergieën zijn zijn slechts hinderlijk, terwijl andere levensbedreigend kunnen zijn.

Termen in het kader van allergie:

  • Allergie: reactie van het lichaam op een lichaamsvreemde stof die normaal geen afweerreactie geeft.
  • Allergeen: lichaamsvreemde stof die de reactie opwekt.
  • Antistof: stof van het afweersysteem die allergenen opmerkt en de afweerreactie activeert.

Wat is een allergie precies?

Wanneer het afweersysteem overdreven reageert bij contact met een lichaamsvreemde stof die normaal geen reactie geeft in het lichaam spreekt men van een allergie. Een allergie ontstaat doordat het afweersysteem bij het eerste contact met het allergeen antistoffen tegen dat allergeen produceert. Meestal treedt dan nog geen afweerreactie op. Het afweersysteem staat echter wel op scherp, bij een volgend contact zal het afweersysteem wel geactiveerd worden en krijgt men een allergische reactie.

Het lichaam komt meestal in contact met het allergeen via de slijmvliezen van de mond, neus of ogen. Ook via de huid kunnen allergenen het lichaam binnenkomen. Bekende allergenen in de voeding zijn bijvoorbeeld noten, pinda's, schaaldieren en sommige vruchten. Bij hooikoorts en astma is er vaak een allergische reactie op gras- of boompollen, of op huistofmijt of haren van honden of katten.

Wanneer het lichaam voor de tweede keer in contact komt met het allergeen wordt het allergeen opgevangen door antistoffen, speciale eiwitten in het bloed en weefsel die een bepaalde stof kunnen herkennen. Deze antistoffen vormen wanneer zij in aanraking zijn gekomen met het allergeen speciale complexen die op mestcellen gaan zitten. Het contact tussen mestellen en het antistofcomplex zorgt ervoor dat de mestcellen stoffen gaan afgeven in de bloedbaan en het weefsel. Deze stoffen zijn onder andere histamine en diverse andere stoffen die invloed hebben op het afweersysteem en de bloedvaten. Histamine is een krachtige stof die onder andere zorgt voor verhoogde doorbloeding van de slijmvliezen, zwelling van de slijmvliezen, toename van de vochtafscheiding in de slijmvliezen en het optreden van jeuk.

Het is niet duidelijk waarom sommige mensen wel en andere geen allergie ontwikkelen voor een bepaalde stof. Er zijn ook stoffen die een allergische reactie op kunnen wekken zonder dat er eerder contact is geweest met die stof. Voorbeelden hiervan zijn insectengif, sommige medicijnen en röntgencontrastmiddelen. Bij de eerste blootstelling kan dan al een (hevige) allergische reactie optreden.

De verschijnselen van een allergie kunnen lokaal optreden, zoals een jeukende bult of jeukende ogen bij hooikoorts, of zoals bij een anafylactische reactie in het gehele lichaam.

Zie ook:hooikoorts, anafylaxie, galbulten.