Typen letsels van het bewegingsapparaat: verschil tussen versies

Uit Eerste Hulp Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
[ongecontroleerde versie][ongecontroleerde versie]
(rest)
(rest)
Regel 91: Regel 91:
 
* Stuur het slachtoffer bij twijfel over de aanwezigheid van een fractuur naar een arts
 
* Stuur het slachtoffer bij twijfel over de aanwezigheid van een fractuur naar een arts
 
* Stuur ieder slachtoffer met een spier of peescheuring altijd naar een arts
 
* Stuur ieder slachtoffer met een spier of peescheuring altijd naar een arts
 
 
==rest==
 
 
Differentiatie tussen een
 
fractuur en distorsie is vaak moeilijk op basis van de symptomen. Het ongevalsmechanisme zegt veel
 
meer. De meest voorkomende distorsie is het zogenaamde inversietrauma van de enkel. Bij dit
 
inversietrauma klapt de voet naar binnen en worden de laterale banden overrekt. Eversietraumata
 
(hierbij klapt de enkel “naar buiten”) komen minder vaak voor omdat de enkelbanden aan de binnenkant
 
veel steviger zijn.
 
 
Fracturen zijn gekenmerkt door heel typische symptomen het spontaan optreden van pijn, drukpijn en
 
asdrukpijn. Asdrukpijn is te testen door het bot bij de uiteinden te pakken en deze vervolgens
 
voorzichtig naar elkaar toe te drukken. Deze test wordt alleen uitgevoerd als er twijfel bestaat over de
 
aanwezigheid van een fractuur en wanneer er geen (duidelijke) standsafwijking of verwonding zichtbaar
 
is. Uitwendig herkent men een fractuur vaak aan het feit dat de aangedane ledemaat een afwijkende
 
stand vertoont en gezwollen is door de bloeduitstorting. De zwelling bij een fractuur is vaak direct na het
 
ongeval aanwezig en is in tegenstelling tot bij een kneuzing relatief lokaal. Bij een heupfractuur is het
 
aangedane been vaak verkort ten opzichte van het gezonde been en ligt de voet naar buiten gedraaid.
 
Soms hoort men de botdelen tegen elkaar aanscheuren wanneer ze over elkaar bewegen, dit wordt
 
crepiteren genoemd. Het spreekt voor zich dat men dit niet hoort uit te proberen. Hoewel al deze
 
klachten typisch zijn, hoeven ze niet altijd op te treden. Sommige fracturen kunnen soms verraderlijk zijn
 
doordat ze weinig echte fractuursymptomen geven. Bij een heupkopfractuur kan de patiënt bijvoorbeeld
 
soms nog lopen. Ook sommige wervelfracturen kunnen weinig typische symptomen geven.
 
Complicaties die kunnen optreden bij fracturen:
 
 
 
Stabilisatie: de fractuur moet zo min mogelijk bewogen worden. Kleding moet men vooral
 
aanlaten en schoenen of laarzen werken juist heel goed als spalk. Slechts als de kleding sterk
 
verontreinigd is kan men voorzichtig proberen deze weg te knippen. Beenbreuken zijn het beste
 
te stabiliseren door een opgerolde deken (dekenrol, zie Blackboard) of jas ernaast te leggen.
 
Voor fracturen aan de armen kan men een mitella of brede das aanleggen.
 
In geval van een open fractuur moet men deze zo snel mogelijk afdekken. Reden hiervoor is het
 
infectiegevaar te verminderen. Dek het uitstekende bot af met steriel gaas en plak deze rondom
 
vast. Gebruik hiervoor eventueel een snelverband, waarbij de zwachtels zijn afgeknipt. Zorg bij
 
het afdekken dat je het lichaamsdeel zo min mogelijk beweegt om schade als gevolg van
 
scherpe botfragmenten te voorkomen. Gebruik daarom liever geen zwachtels als je ziet dat je
 
hiervoor het lichaamsdeel veel moet bewegen
 
Blijf de circulatie controleren in verband met de mogelijkheid op shock
 
Spoedindicaties: als men bij een fractuur ziet dat de aangedane extremiteit bleek en koud aan het
 
worden is, dan is er zeer waarschijnlijk sprake van een doorbloedingsstoornis. In geval van tintelingen,
 
dof gevoel of sensibiliteitsverlies kan er sprake zijn van een beknelde zenuw. Beide gevallen vereisen zo
 
snel mogelijk professionele hulp.
 
Zie ook Bijlage 1 voor meer informatie over botletsels.
 

Versie van 26 mrt 2011 om 23:57

Inleiding

Het bewegingsapparaat is een belangrijk en onmisbaar deel van het menselijk lichaam. Zonder het bewegingsapparaat zouden we niet in staat zijn ons voort te bewegen, ons werk te doen of zelfs maar recht op te staan. Het bewegingsapparaat krijgt veel te verduren, het wordt het hele leven gebruikt en moet zich aanpassen aan zeer wisselende omstandigheden in het dagelijks leven. Het bewegingsapparaat is opgebouwd uit het skelet, bestaande uit botten die door pezen en gewrichten verbonden worden. Onze spieren zijn met pezen verbonden aan botten en zorgen voor zeer diverse bewegingsmogelijkheden. Letsels aan eht bewegingsapparaat komen zeer vaak voor, van een eenvoudige verstuiking als men zich verstapt tot zeer ernstige fracturen (botbreuken) bij grote ongevallen. Op deze pagina worden de algemene letsels besproken. Ga naar 'Letsels aan het bewegingsapparaat op locatie' voor letsels in specifieke delen van het bewegingsapparaat.

(R)ICE-regel en drukverband

Het behandelen van letsels aan het bewegingsapparaat volgt een bepaald principe, dat globaal voor alle letsels kan worden toegepast. De (R)ICE regel is een geheugensteun voor deze behandeling.

  • Rust is de eerste stap, stoppen met de inspanning om het aangedane lichaamsdeel rust te geven.
  • ICE ofwel ijs, staat voor het koelen van het aangedane lichaamsdeel, om zwelling te voorkomen en pijn te verminderen. Men koelt 15 minuten en kan daarvoor gebruik maken van koud water of een coldpack. Let er wel op dat er geen bevriezing van de huid optreedt, gebruik de coldpack altijd met een laag ertussen. Het koelen zorgt voor een verminderde aanvoer van bloed, waardoor er minder vocht uit de vaten treedt en minder zwelling optreedt. Langer dan 15 minuten koelen is niet zinvol.
  • Immobilisatie van het aangedane lichaamsdeel, zodat het niet meer bewogen wordt om verdere schade en pijn te voorkomen.
  • Compressie, ofwel het geven van druk op het aangedane lichaamsdeel om zwelling te voorkomen. Dit wordt gedaan met een drukverband
  • Elevatie, het hooghouden van het aangedane lichaamsdeel om zwelling te voorkomen.

Letsels aan het bot

Botletsels zijn in de regel fracturen, ofwel breuken van een bot. Botbreuken kunnen ontstaan door direct geweld op het bot, zoals een harde klap tegen het scheenbeen, of door indirect geweld, zoals bij een val op gestrekte arm, waarbij het sleutelbeen het zwakste bot in de schakel is en breekt. Daarnaast maken we nog onderscheid tussen open en gesloten fracturen. Bij een gesloten fractuur blijft de huid intact en treedt er zwelling en hematoomvorming op. Bij een open botbreuk is er een wond ontstaan doordat de scherpe uiteinden van het bot door de huid zijn gegaan. Soms is er alleen een wond, soms steekt het bot nog door de huid heen. Hierbij kan dan ook veel schade aan omringend weefsel en structuren worden aangericht. Een open fractuur brengt een groot infectierisico met zich mee omdat er een opening met de buitenwereld bestaat en ziektekiemen in de wond kunnen komen.

Pols-, hand- en vingerfracturen komen het meest frequent voor, gevolgd door onderbeenfracturen. Bij ouderen worden als gevolg van botontkalking (osteoporose) het meest fracturen van de pols en heup gezien. Een bijzonder type fractuur is de stressfractuur, waarbij een bot door overmatige belasting spontaan breekt. Een bekende stressfractuur is de marsfractuur, waarbij een van de middenvoetsbeentjes gebroken is door het lopen van lange afstanden. deze

Symptomen en klachten

De meeste fracturen zijn eenvoudig te herkennen en kunnen aan de hand van het ongevalsmechanisme al verwacht worden. Er is altijd pijn en vaak is er sprake van een abnormale stand van het aangedane lichaamsdeel. Ter plaatse van de fractuur is er zwelling. Soms is er geknars van bot te horen, als de uiteinden van de breuk langs elkaar bewegen. Indien er geen standsafwijking is en men twijfelt aan het bestaan van een fractuur kan men asdrukpijn testen, waarbij het bot bij twee uiteinden (meestal gewrichten) wordt gepakt en voorzichtig de twee helften naar elkaar toe worden gedrukt. Indien dit pijn geeft is er sprake van asdrukpijn, wat redelijk specifiek is voor een fractuur.

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt zijn botten zeer goed doorbloed, zowel in het bot zelf als in het beenmerg. Dit betekent dat bij een fractuur een forse bloeding kan optreden, zeker in de grotere botten. Hierdoor kan als gevolg van (inwendig bloedverlies) een shock optreden, terwijl aan de buitenzijde van het lichaam geen bloeding te zien is. Een fractuur van het bovenbeen kan bijvoorbeeld al 1,5 liter bloedverlies geven!
Afhankelijk van de locatie van de fractuur kunnen scherpe botsplinters omliggende structuren beschadigen, met bijvoorbeeld een pneumothorax als gevolg van ribfracturen. Ook kan door de fractuur de bloedvoorziening in het aangedane lichaamsdeel in gevaar komen. Hierbij wordt het lichaamsdeel bleek en koud. Dit is altijd een reden om snel medische hulp te zoeken. Zeldzamer is het optreden van een vetembolie, waarbij er door de fractuur vetdeeltjes uit het beenmerg in de bloedsomloop terecht komen en een longembolie of herseninfarct veroorzaken.

In de praktijk is het vaak lastig om definitief de diagnose te stellen. Een röntgenfoto in het ziekenhuis zal dan ook uitsluitsel geven. Men gaat in principe uit van een fractuur, tot het tegendeel bewezen is.

Handelen

De algemene principes bij de behandeling van fracturen door eerstehulpverleners zijn als volgt:

  • Geef steun en rust aan de fractuur
  • Koel de plaats van de fractuur 10-15 minuten met stromend water of een coldpack
  • Stabiliseer de fractuur indien mogelijk, voorkom onnodige beweging
    • De wijze van stabilisatie is afhankelijk van de plaats van de fractuur
    • Maak indien nodig een spalk
  • Indien er sprake is van een open fractuur, dek dan de wond af met een snelverband en kleefpleister
  • Ben bij fracturen van grote botten bedacht op shock

Letsels aan gewrichten

Gewrichten zijn functionele verbindingen tussen botten die bewegingen mogelijk maken. Deze gewrichten hebben het zwaar te verduren en vangen regelmatig forse schokken op. Een gewricht is opgebouwd uit bot, gewrichtsvlakken, kraakbeen, kapsel en ligamenten (pezen die een gewricht verbinden). De belangrijkste gewrichtletsels spelen zich af in de ligamenten, het kapsel en het kraakbeen. Er zijn twee groepen gewrichtletsels: verstuikingen (distorsies) en ontwrichtingen luxaties ('uit de kom').

Een verstuiking ontstaat doordat overmatige rek wordt uitgeoefend op de ligamenten die het gewricht bijeen houden. Hierbij kan schade ontstaan aan het ligament, maar ook aan het gewrichtskapsel en kraakbeen. Er kan sprake zijn van lichte overrekking, maar ook kunnen er scheuren in het ligament en kapsel ontstaan. Er ontstaat dan een bloeding in en rond het gewricht.

Een ontwrichting wordt in de volksmond 'uit de kom' genoemd. Het gewricht is niet meer op de juiste plaats, door een plotselinge kracht aan het ledemaat. De schouderluxatie komt het meeste voor. Bij een luxatie kan schade ontstaan aan het gewrichtsvlak, het kraakbeen en de ligamenten. Soms raken ook omliggende structuren zoals spieren, pezen en zenuwen beschadigd.

Symptomen en klachten

Een verstuiking is altijd pijnlijk en er treedt meestal zwelling op van het aangedane gewricht doordat er bloed en vocht buiten de vaten komt. De zwelling is vaak warm en rood, en kan later blauw verkleuren. Soms is er ook functiebeperking van het gewricht. Het is soms lastig om het verschil te maken tussen een fractuur en een verstuiking. In het ziekenhuis kan men met een röntgenfoto een fractuur uitsluiten.

Bij een ontwrichting of luxatie is er meestal een abnormale stand van het gewricht. Er is veel pijn en de functie is ernstig beperkt. Het slachtoffer wil het gewricht niet bewegen. Soms is er ook sprake van schade aan vaten en zenuwen, waardoor de bloedtoevoer verminderd is en het ledemaat bleek wordt en het gevoel verminderd is.

Handelen

De algemene principes bij de behandeling van verstuikingen en ontwrichtingen door eerstehulpverleners zijn als volgt: Pas de (R)ICE regel:

  • Geef steun en rust aan het aangedane gewricht
  • Koel de plaats van de fractuur 10-15 minuten met stromend water of een coldpack
  • Immobiliseer het aangedane lichaamsdeel, staak inspanning
  • Leg bij verstuikingen een drukverband aan
  • Houdt bij verstuikingen het aangedane lichaamsdeel omhoog
    • Geef bij letsels aan de onderarm een mitella
    • Geef bij letsels aan de bovenarm en schouder een brede das
  • Stuur het slachtoffer bij twijfel over de aanwezigheid van een fractuur naar een arts
  • Stuur ieder slachtoffer met een ontwrichting naar een arts
Let op:
Plaats een ontwricht lichaamsdeel nooit zelf terug, dat kan ernstige schade aan het gewricht veroorzaken!

Spier- en peesletsels

Spier en peesletsels kunnen zowel ontstaan door direct trauma als door indirect trauma. Bij een direct trauma is er een kracht die rechtstreeks op de spier inwerkt, zoals een klap. Bij een indirect trauma komt er overmatige spanning op een spier te staan door een onverwachte beweging of overbelasting, waardoor scheuren in de spier en/of pezen ontstaan. Ook kan er in de spier kramp ontstaan als gevolg van vermoeidheid of overbelasting

Bij een direct trauma treedt kneuzing (contusie) van de spier en weefsels op, als gevolg van het samendrukken van de huid, onderhuidse weefsels en spier op een onderliggend bot. Dit leidt tot bloedingen in de weefsels. Er is lokale pijn, zwelling, roodheid en hematoom vorming (bloeduitstorting). Soms is er ook functiebeperking.

Bij (plotselinge) overbelasting van een spier kan er scheuring optreden in de spier zelf, of aan de pezen die de spieren met de botten en gewrichten verbinden. Bij een volledige afscheuring is de functie ernstig beperkt en zal de spier niet meer werken. Hierdoor kan het aangedane lichaamsdeel niet meer functioneren. Er is vaak een kuiltje te voelen op de plaats waar de pees van het bot is afgescheurd. Soms heeft het slachtoffer een knap gevoeld. Een scheuring in de spier zelf is pijnlijk en leidt als gevolg van bloedverlies tot forse zwelling bloeduitstorting.

Spierkramp kenmerkt zich door het plotseling optreden van pijn in een spier, het gevoel alsof er een knoop in de spier zit. Doorgaans is dat een teken van onvoldoende opwarming of van overbelasting.

Handelen

De algemene principes bij de behandeling van kneuzingen en spierscheuren door eerstehulpverleners zijn als volgt: Pas de (R)ICE regel:

  • Geef steun en rust aan het aangedane gewricht
  • Koel de plaats van de fractuur 10-15 minuten met stromend water of een coldpack
  • Immobiliseer het aangedane lichaamsdeel, staak inspanning
  • Leg bij kneuzingen en spierscheuringen een drukverband aan
  • Houdt bij kneuzingen en spierscheuringen het aangedane lichaamsdeel omhoog
    • Geef bij letsels aan de onderarm een mitella
    • Geef bij letsels aan de bovenarm en schouder een brede das
  • Stuur het slachtoffer bij twijfel over de aanwezigheid van een fractuur naar een arts
  • Stuur ieder slachtoffer met een spier of peescheuring altijd naar een arts