De Vijf Regels

Uit Eerste Hulp Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Niveau: Beginner

Al jaren wordt door het Oranje Kruis in de Eerste Hulp gebruik gemaakt van de Vijf Regels, die we kunnen zien als ‘leefregels’ of ‘geboden’. In grote lijnen geven de vijf regels een aantal punten waar men tijdens de hulp aan een slachtoffer aandacht aan dient te besteden. Ze zijn als een rode draad door de hulpverlening aanwezig.

  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor deskundige hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt


Regel 1: Let op gevaar

De basisregel in de Eerste Hulp, maar ook voor professionele hulpverleners is het veilig kunnen hulpverlenen. Dat betekent dat je, voordat je ook maar iets doet, eerst goed kijkt of de situatie veilig is voor jouzelf en voor het slachtoffer. Er kunnen veel verschillende soorten gevaar zijn, denk bijvoorbeeld aan: brand, een naderende trein, langsrazend verkeer, gassen enzovoorts. Ook omstanders kunnen zich in een gevaarlijke situatie bevinden. In de eerste plaats let Let er ook op dat omstanders zich niet in een gevaarlijke situatie begeven. Let dus eerst op gevaar voor je zelf, vervolgens op gevaar voor omstanders en in de laatste plaats op gevaar voor het slachtoffer. Eigen veiligheid gaat voor. Indien een slachtoffer zich in een gevaarlijke situatie bevindt, dan kan deze door middel van de noodvervoersgreep van Rautek worden verplaatst. Ook het slachtoffer kan gevaar opleveren voor de hulpverlener, zoals bijvoorbeeld bij agressie. Ben altijd op je hoede en neem bij het benaderen van het slachtoffer geen risicoOok besmettelijke aandoeningen kunnen bij het verlenen van eerste hulp een risico vormen. Denk ook aan airbags die nog niet zijn afgegaan.

Regel 2: Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert

Ieder ongeval komt tot stand door een samenloop van omstandigheden en gebeurtenissen, het ongevalsmechanisme, het ‘hoe’ en ‘waarom’ van een ongeval. Voor de hulpverlening is dit ongevalsmechanisme zeer relevant omdat men een inschatting kan maken van de te verwachten letsels en de ernst van de (niet zichtbare) schade. Indien het slachtoffer aanspreekbaar is, kan hij je vertellen hoe met hem gaat en wat er gebeurd is. Soms kan extra informatie van omstanders je helpen om je een goed beeld te vormen van het ongeval. Tevens geeft het informatie over de huidige toestand van het slachtoffer. Doormiddel van een protocol, zoals DRS. ABCDE, kan men het slachtoffer op gestructureerde wijze nalopen en de nodige Eerste Hulp verlenen.

Regel 3: Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting

Een ongeval of een onwelwording is voor zowel slachtoffers als hulpverleners een stressvolle gebeurtenis, waarbij van beiden veel gevraagd wordt. Het slachtoffer is voor verdere hulp afhankelijk van de hulpverlener en verwacht van hem een rustige en kalme houding. Ook omstanders en familie van het slachtoffer zijn erg geschrokken en verwachten dat de hulpverlener zijn werk doet. Er komen veel emoties bij kijken, zoals angst, verdriet en soms agressie. Aan de hulpverlener de taak om -naast het verlenen van Eerste Hulp- daar op een goede manier mee om te gaan. Dat is niet altijd eenvoudig, zeker wanneer het om een ernstig ongeval of onwelwording gaat. Een EHBO-er is er in de eerste plaats voor het slachtoffer, en zal dan ook zoveel mogelijk proberen om het slachtoffer gerust te stellen.

Blijf bij het slachtoffer en blijf met hem in gesprek. In het begin zal het gesprek er met name op gericht zijn om informatie te verzamelen. Later, als er tijd is, kan dat ook over andere (alledaagse) dingen gaan, zoals wat het slachtoffer aan het doen was, waar hij woont, enzovoorts. Maak het slachtoffer duidelijk dat je er bent om te helpen en dat er hulp onderweg is. Betrek eventueel een van de familieleden van het slachtoffer er bij, zodat het slachtoffer een bekende naast zich heeft. Vaak hebben slachtoffers behoefte aan contact, zo kun je een hand vast houden, of een arm om de schouder slaan. Vertel het slachtoffer wat je gaat doen tijdens je onderzoek en behandeling, zodat hij weet wat er komen gaat. Probeer eerlijk te zijn over je bevindingen, maar ben voorzichtig met het uitspreken van vermoedens, om het slachtoffer niet nodeloos ongerust te maken.

Bij een ongevalssituatie staan vaak veel omstanders te kijken en zij komen vaak dichtbij het slachtoffer staan. Vraag hen enige afstand te houden, dat is voor het slachtoffer minder bedreigend. Wanneer een ongeval in de buitenlucht plaatsvind is het slachtoffer blootgesteld aan de weersinvloeden. Adequate bescherming tegen regen, koude, zonneschijn is dan ook van groot belang. Zeker in de wintermaanden raakt een slachtoffer snel onderkoeld en blijkt een meerderheid van de slachtoffers onderkoeld in het ziekenhuis aan te komen. Bescherming kan door een dikke jas, een deken of een zilver-gouden reddingsdeken.

Ook privacy is een (welkome) vorm van beschutting. Gun het slachtoffer privacy, of zorg dat omstanders niet alles meekrijgen, door ze op enige afstand te houden. Ook voor de hulpverlener is beschutting van belang, immers wanneer de werkomstandigheden optimaal zijn zal de hulpverlening beter verlopen.

Regel 4: Zorg voor deskundige hulp

In veel gevallen zal het niet de EHBO-er zijn die de eindbehandeling van een slachtoffer verzorgt. In dat geval moet er deskundige hulp worden ingeschakeld. Deskundige hulp is onder andere de huisarts, de Spoedeisende hulp (SEH) en de ambulance, die via 112 wordt ingeschakeld. Wanneer er met spoed hulp nodig is, dan wordt er via 112 een ambulance gebeld. In het protocol zijn een aantal momenten waarop bij een bepaald probleem 112 gebeld wordt voor een ambulance. Echter, soms is door omstanders al een ambulance gebeld als je als EHBO-er ter plaatse komt. Beoordeel alsnog of een ambulance nodig is. Indien het blijkt dat er geen ambulance nodig is, bel dan opnieuw 112 om door te geven dat er geen hulp nodig is. Soms moet het slachtoffer wel gezien worden door een arts, maar is vervoer per ambulance niet noodzakelijk. Het slachtoffer kan dan op eigen gelegenheid naar de huisarts of Spoedeisende hulp gaan. In de weekenden moet een slachtoffer dat door een huisarts gezien moet worden naar de huisartsenpost worden doorverwezen. Meestal moet hiervoor van tevoren telefonisch een afspraak gemaakt worden. Het kan voorkomen dat je als enige hulpverlener bij een slachtoffer bent en dat er geen omstanders aanwezig zijn. In dat geval zul je zelf hulp moeten gaan halen. Tegenwoordig heeft bijna iedereen een mobiele telefoon bij zich en zal het slachtoffer niet alleen gelaten hoeven te worden. Wanneer je het slachtoffer toch alleen moet laten, zorg dan bij een slachtoffer dat bij bewustzijn is, dat hij goed zichtbaar en beschermd is tegen weersinvloeden. Zeg duidelijk tegen het slachtoffer dat je hulp moet gaan halen en dat je terugkomt. Een slachtoffer dat niet bij bewustzijn is en dat alleen gelaten moet worden, zal in de stabiele zijligging gelegd moeten worden, omdat er anders een obstructie in de luchtweg ontstaat door verslapping van de tong. Indien je een van de omstanders hulp laat halen of 112 laat bellen, zorg dan dat de omstander precies weet wat hij moet doen, geef duidelijke instructies en vraag de omstander om terug te komen als er gebeld is, zodat jij weet dat hulp onderweg is. In het tweede deel van dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van indicaties voor 112, Spoedeisende hulp of huisarts.

Regel 5: Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt

Indien er geen gevaar is voor het slachtoffer, help hem dan op de plaats waar hij ligt, zodat er niet onnodig verplaatst wordt. Door het slachtoffer te verplaatsen kan zijn toestand verslechteren en kan er onnodig letsel optreden. Wanneer je bij een slachtoffer gaat zitten zorg dan altijd dat je op beide knieën gaat zitten en niet op de hurken. Op de hurken heb je onvoldoende stabiliteit en loop je het risico dat je omvalt. Stap nooit over het slachtoffer heen, maar loop er om heen. Als het slachtoffer zelf op wil staan, leg dan uit dat het beter is om te blijven liggen tot de hulpdiensten gearriveerd zijn en hem verder kunnen helpen. Beschermende kleding, zoals een bodypack of motorkleding worden alleen verwijderd als zij een gevaar opleveren voor de vitale functies van het slachtoffer. Bedenk goed dat bodyprotection bij motorrijders ook een inwendige bloeding kunnen remmen en zo het slachtoffer stabiel kunnen

houden.