Danger: verschil tussen versies

Uit Eerste Hulp Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
[gecontroleerde versie][gecontroleerde versie]
 
(27 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Inleiding
+
{{Status|
Zoals beschreven in het hoofdstuk ‘Inleiding in de EHBO’ en hoofdstuk ‘ Inleiding in het Protocol’ zijn
+
|mainauthor= [[Pim]]
een aantal zaken belangrijk bij het verlenen van eerste hulp, zoals het zorgen voor een veilige
+
|supervisor= [[Pim]]
werksituatie, het nagaan van het het ongevalsmechanisme, het aanspreken van het slachtoffer en het
+
|coauthor= [[]]
inschakelen van hulp. In dit hoofdstuk worden een aantal van deze zaken uitgelegd.
+
|controller=
Danger
+
|niveau= [[Handleiding#Niveau|Gevorderd]]
Het zorgen voor een veilige werkomgeving en daarmee voor de eigen veiligheid van de hulpverlener(s)
+
|status= [[Handleiding#Status|Incompleet]]
is een van de belangrijkste aspecten van de hulpverlening. Wanneer de hulpverlener gewond raakt is
+
}}
een goede hulpverlening aan het slachtoffer niet mogelijk en kunnen voor zowel het slachtoffer als
+
 
hulpverlener de gevolgen groot zijn. Tevens dient men bedacht te zijn op risico’s voor de familie van het
+
 
slachtoffer en voor omstanders die ook op de plaats van het ongeval aanwezig zijn. Voor men start met
+
'''Danger''' is een belangrijk onderdeel van de [[ABCDE-methodiek]] waaraan men niet achteloos voorbij hoort te gaan.
de hulpverlening dient men zich er van te gewissen dat de situatie veilig is. Wanneer dat niet het geval
+
Bij de [[Benadering in de Eerste Hulp|benadering]] van een slachtoffer zijn een aantal zaken belangrijk. Allereerst natuurlijk om als hulpverlener rustig te blijven, niet in paniek te raken en op een gestructureerde manier Eerste Hulp te verlenen. De onderdelen DRS oftewel [[#Danger|Danger]] ('''gevaar'''), Response (reactie) en Shout for Help (roep om hulp) vormen de eerste basis voor de start van de hulpverlening. Men gaat na of er een direct gevaar is voor hulpverlener, omstanders en slachtoffers en neemt zonodig dat gevaar weg. Daarna wordt gekeken of het slachtoffer aanspreekbaar is, of niet reageert op aanspreken en voorzichtig schudden. Hulpverlenen doe je bij voorkeur nooit alleen, dus wordt in een vroeg stadium een omstander of collega hulpverlener gevraagd om je te assisteren.
is dient men eerst te zorgen voor een veilige situatie ivoordat men begint met de hulpverlening.
+
 
Voor het beoordelen van de situatie op gevaren voor hulpverlener en slachtoffer dient men al zijn
+
De eerste stap bij het verlenen van Eerste Hulp -waar dan ook- is het zorgen voor een [[Zorgen voor een veilige werkomgeving|veilige werkomgeving]] voor de hulpverlener. Je beschermt je zelf tegen besmettelijke aandoeningen, draagt [[Veiligheid en hygiëne|handschoenen]] en zorgt voor een veilige situatie voor jezelf, omstanders en het slachtoffer. Een gewonde hulpverlener is niet in staat goed hulp te verlenen aan het slachtoffer en de gevolgen voor beiden kunnen groot zijn. Ook dienen extra slachtoffers te worden voorkomen, door omstanders een veilige plek te wijzen. Alvorens men start met de hulpverlening dient de hulpverlener er van overtuigd te zijn dat de situatie veilig is, of dient hij eerst te zorgen voor een veilige situatie door het gevaar weg te nemen, of indien de situatie het toelaat het slachtoffer te verplaatsen naar een veilige omgeving.
zintuigen te benutten. Goed kijken naar de situatie alvorens deze te benaderen is essentieel. Echter ook
+
 
de neus speelt een belangrijke rol, soms is het gevaar afkomstig van riekende gassen of stoffen. Ook
+
Het beoordelen van de situatie op veiligheid is niet iets dat je in één dag leert. Het vergt training, gewaarwording en praktijkervaring. Alle zintuigen zijn nodig om een situatie te beoordelen. Neem tijd om de situatie te overzien, te kijken of er factoren zijn die een gevaar kunnen opleveren en of je mogelijk al een snelle indruk kan krijgen van het [[ongevalsmechanisme]]. Ook het gehoor en de neus spelen een belangrijke rol, denk aan het weglekken van gas dat men (vaak, maar niet altijd) kan horen en ruiken. Vreemde geuren kunnen een aanwijzing zijn dat er wat mis is. Niets ruiken wil overigens niet zeggen dat er geen giftig gas aanwezig kan zijn (denk aan [[koolstofmonoxide]]). Ook de huid en het gevoel kunnen helpen bij het beoordelen, denk aan temperatuur, vochtigheid en [[Elektriciteitsletsel|elektriciteit]].
het gehoor kan men benutten om vreemde geluiden waar te nemen.
+
 
Het is goed om te beseffen dat gevaar niet alleen van omgevingsfactoren afkomstig kan zijn. Ook het
+
Behalve omgevingsfactoren kan ook het slachtoffer zelf een bron van gevaar zijn voor de hulpverlener. Sommige ziektebeelden geven agressie en bijvoorbeeld bij gebruik van [[alcohol en drugs]] kan het slachtoffer onverwacht (agressief) reageren. Daarnaast kan het slachtoffer een [[Veiligheid en hygiëne|besmettelijke ziekte]] bij zich dragen, die bijvoorbeeld via het bloed of ander lichaamsvocht overdraagbaar is. Draag bij voorkeur altijd [[Veiligheid en hygiëne|handschoenen]] en probeer aanraking van het bloed te vermijden.
slachtoffer kan een risico kan vormen voor de hulpverlener. Hierbij kan men denken aan agressie
+
 
richting de hulpverlener of een besmettelijke ziekte die het slachtoffer onder de leden heeft.
+
Ook omstanders kunnen onverwacht reageren op de hulpverlener en zelfs verbaal of fysiek geweldadig worden richting de hulpverlener. In dat geval kiest de hulpverlener voor zijn eigen veiligheid en trekt hij zich terug totdat beveiliging of politie voor een veilige situatie hebben gezorgd.
Niet ondenkbaar is dat je te maken krijgt met een slachtoffer met een besmettelijke ziekte, zoals
+
 
hepatitis, of HIV.. Bij hulp aan een slachtoffer is de kans aanwezig dat je met bloed te maken krijgt. Vaak
+
Lees ook de tekst over het [[Ongevalsmechanisme]] en [[Hoogenergetisch trauma|hoogenergetisch trauma (HET)]]
hebben we kleine wondjes aan de handen en wanneer daar bloed van het slachtoffer in terecht komt
+
 
kan besmetting optreden. De kans op daadwerkelijke besmetting bij direct bloedcontact is relatief klein,
+
{| class="wikitable"
maar het risico is altijd aanwezig. Het dragen van latex of nitrile handschoenen bied goede
+
|-
bescherming tegen overdracht van besmettelijke ziekten. Echter, je zult niet altijd handschoenen bij je
+
! Airbags
hebben. Probeer aanraking van het bloed te vermijden. Mocht je onverhoopt toch in contact zijn
+
|-
geweest met bloed van een slachtoffer, neem dan contact op met je huisarts of bedrijfsarts.
+
| Let op: indien de [[airbags]] bij een ongeval niet afgegaan zijn, bestaat het risico dat deze na het ongeval alsnog open gaan. Houd hier bij de benadering van het slachtoffer in de auto en met name bij de bestuurder en zijn bijrijder rekening mee. Kom nooit tussen het slachtoffer en het stuur of tussen slachtoffer en het dashboard in. Wacht tot de brandweer de airbags heeft uitgeschakeld. Eventueel kan
Behalve het beoordelen van de ongevalsituatie op gevaar is het belangrijk om gelijktijdig een inschatting
+
men via het achterportier de auto in mits er geen brandgevaar of andere gevaren zijn. Je kunt dan eventueel de nek stabiliseren vanaf de achterbank. Indien de airbag opengaat terwijl de hulpverlener zich tussen stuur en slachtoffer bevindt is er een groot risico dat de hulpverlener ernstig gewond raakt.
te maken van wat er gebeurd kan zijn met het slachtoffer: het ongevalsmechanisme.
+
 
Ongevalsmechanisme
+
Indien de airbags bij een auto ongeval zijn uitgegaan betekent dat dat er grote kracht is vrijgekomen en dat men op grond van het [[ongevalsmechanisme]] ernstige letsels kan verwachten.
Het ongevalsmechanisme is een beschrijving van welke gebeurtenissen hebben geleid tot het ongeval
+
|}
en welke krachten op het slachtoffer hebben ingewerkt. De hulpverlener begint zich al een beeld te
+
 
vormen van het mogelijke ongevalsmechanisme op het moment dat hij de ongevalssituatie en het
+
===Er is gevaar, wat dan?===
slachtoffer benadert. Hij kijkt goed om zich heen om te kijken of er mogelijk nog een gevaar is voor
+
Er zijn grofweg drie mogelijkheden indien er een gevaarlijke situatie is:
hemzelf of het slachtoffer en probeert een inschatting te maken van wat er gebeurt kan zijn. Indien het
+
# Het slachtoffer ligt op een gevaarlijke plaats en de hulpverlener kan hem (middels de [[Noodvervoersgreep van Rautek]]) naar een veilige plaats brengen, zonder zelf in gevaar te komen.
slachtoffer aanspreekbaar is wordt aan het slachtoffer kort gevraagd wat er is gebeurt. Dit gebeurt bij
+
# De hulpverlener kan zelf (of met hulp van omstanders) het gevaar afwenden en de gevaarlijke situatie beeindigen, zonder daarbij zelf in gevaar te zijn.
voorkeur terwijl men al start met de eerste handelingen van het protocol. Indien het slachtoffer niet
+
# Het is niet mogelijk om de gevaarlijke situatie weg te nemen of het slachtoffer te verplaatsen zonder zelf in gevaar te komen. Er is professionele hulp nodig om een veilige situatie te creëren.
aanspreekbaar is probeert men via omstanders in korte tijd te weten te komen hoe het slachtoffer in
+
 
deze toestand terecht gekomen is. Verlies hier in eerste instantie niet te veel tijd mee, het gaat immers
+
Lees ook: de [[Noodvervoersgreep van Rautek]].
om een globale indruk van de situatie. De schuldvraag is op dat moment niet aan de orde. Enkele
+
 
punten zijn echter wel van belang voor het verdere verloop van het protocol en het eventueel
+
 
inschakelen van professionele hulp:
+
Terug naar [[Inleiding in de ABCDE methode]]. Verder naar [[Response]].
· Is er sprake van een ongeval (trauma)? Of is het slachtoffer onwel geworden?
+
 
· Zijn er meerdere slachtoffers?
+
 
· Welke krachten hebben op het slachtoffer ingewerkt?
+
 
5BOSA2 – Vaardigheden 62 Acute Geneeskunde
+
==Bronvermeldingen==
· Is er sprake geweest van een hoge energie overdracht? (zie onderstaande bij hoogenergetisch
+
Op deze pagina wordt onder andere gebruik gemaakt van de volgende bronnen:<ref name="atls">ATLS: Advanced Trauma Life Support Program for Doctors, 8th Edition, American College of Surgeons (American College of Surgeons, Chicago, 2008) ISBN 978-1-880696-31-6</ref><ref name="acutegnk">Acute Geneeskunde, zesde druk, Thijs et al. (Elsevier 2005) ISBN 90-352-2754-9</ref><ref name="medicals">Acute Medical Emergencies, The Practical Approach, Second Edition, Advanced Life Support Group (Wiley-Blackwell 2010) ISBN 978-0-7279-1854-3</ref><ref name=phtls>De Nederlandse Uitgave van Prehospital Trauma Life Support, NAEMT, Tweede druk (Elsevier Gezondheidszorg 2007) ISBN 978-0-323-03331-2</ref><ref>Blokboek Vaardigheden Acute Geneeskunde, Editie 2011-2012 (UMCN VAG)</ref><ref>SIGMA HANDBOEK, Daan Weerheijm</ref>
trauma)
+
 
Het nagaan van het ongevalsmechanisme kan veel waardevolle informatie opleveren voor het verdere
+
<references />
verloop van de hulpverlening aan het slachtoffer. Dit geldt voor de hulpverlening door zowel de EHBOer
+
 
als door professionele hulpverlening op straat en in het ziekenhuis. Door deze informatie kan men
+
[[Categorie:ABCDE]][[Categorie:Basiskennis Eerste Hulp]]
tijdig anticiperen op letsels die men in eerste instantie niet kan zien aan de buitenzijde van het
 
slachtoffer, maar die in een later stadium wel een verslechtering van de toestand van het slachtoffer als
 
gevolg kunnen hebben. Voorbeelden hier van zijn:
 
Een slachtoffer dat van een ladder van 3 meter hoog gevallen is. Door de val van hoogte is het risico
 
aanwezig dat het slachtoffer een (nek)wervel gebroken heeft, zonder dat hij daar direct klachten van
 
heeft, of wanneer er andere letsels zijn die afleiden van de pijn in de rug.
 
Een slachtoffer dat bij een val met de fiets het stuur in de buik gekregen heeft. Door het stompe trauma
 
in de buik kan een bloeding zijn ontstaan die in eerste instantie nog weinig klachten geeft, maar in een
 
later stadium kan leiden tot een shock.
 
Aan de hand van de verkregen informatie uit de observaties van de hulpverlener en de informatie die
 
het slachtoffer en omstanders hebben gegeven kan de hulpverlener in zijn achterhoofd al een
 
inschatting maken van welke letsels hij kan verwachten tijdens zijn onderzoek en het uitvoeren van het
 
protocol. Hij kan eventueel ook nog specifieke zaken navragen.
 
Het hoogenergetisch trauma (HET)
 
Een van de ongevallen waarbij het ongevalsmechanisme een belangrijke rol speelt is het
 
hoogenergetisch trauma, ofwel het HET. Hierbij is sprake van een ongevalstype waarbij een grote
 
overdracht van energie heeft plaatsgevonden op het slachtoffer, of op het voertuig waar het slachtoffer
 
in zit. Bij ongevalsmechanismen waarbij een grote overdracht van energie plaatsvindt kan men denken
 
aan:
 
· Val van 2-3x hoger dan de lichaamslengte van het slachtoffer
 
· Aanrijding van een voetganger met een voertuig met een snelheid groter dan 10 km/h
 
· Aanrijding in een voertuig met een snelheid groter dan 35 km/h, zonder gordel
 
· Aanrijding in een voertuig met een snelheid groter dan 45km/h, met gordel
 
· Een ster in de voorruit, veroorzaakt door de inzittende
 
· Over de kop geslagen voertuig
 
· Uit een voertuig geslingerd slachtoffer
 
· Vrijgekomen airbags
 
· Ernstige schade aan buitenzijde van het voertuig
 
In de acute geneeskunde wordt er onderscheid gemaakt tussen een hoogengergetisch trauma en een
 
laagenergetisch trauma . Zoals beschreven is er bij een HET sprake van een grote overdracht van
 
energie op het slachtoffer. Belangrijk is om je te realiseren dat bij energie-overdracht meerdere factoren
 
een rol spelen, immers: de formule van kinetische energie is: 1/2 x massa x snelheid2 ofwel 1/2mv2. Dit
 
betekent dat ook een ongeval met een vrachtauto die met een snelheid van 10 km/uur een ongeval
 
veroorzaakt kan worden beschouwd als een HET, omdat de vrachtauto een grote massa bezit en er bij
 
het ongeval dus veel energie wordt overgebracht.
 
Een wielrenner van 80 kilogram die met 60 km/h een boom raakt is dus net zo goed een HET als de
 
vrachtauto die met 15 km/h een boom raakt. Hetzelfde geldt voor een voetganger die wordt
 
aangereden; de impact van een fiets is (in de meeste gevallen) een LET, terwijl de aanrijding door een
 
auto met 30 km/h al een HET is.
 
Bij een val van hoogte kan men de volgende vuistregel aanhouden: een val van een hoogte die 2-3 maal
 
groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer kan worden beschouwd als een HET. Houdt er bij
 
kleine kinderen dus rekening mee dat een val van een commode al een HET kan zijn!
 
Wanneer een slachtoffer bij het sporten ‘door zijn enkel gaat’, is er sprake van een LET. Het verschil
 
tussen LET en HET is dat bij de hoogenergetische traumata de inwerkende energie veel groter is en de
 
verplaatsingen over de gewrichtsvlakken groter, waardoor er meer en ernstiger weefselschade ontstaat.
 
Bij een HET is het risico dat het slachtoffer fracturen of andere letsels heeft opgelopen dus groter; zo
 
ook bij de wervels.
 
5BOSA2 – Vaardigheden Acute Geneeskunde 63
 
Airbags
 
Let op: indien de airbags bij een ongeval niet afgegaan zijn, bestaat het risico dat deze na het ongeval
 
alsnog open gaan. Houd hier bij de benadering van het slachtoffer in de auto en met name bij de
 
bestuurder en zijn bijrijder rekening mee. Kom nooit tussen het slachtoffer en het stuur of tussen
 
slachtoffer en het dashboard in. Wacht tot de brandweer de airbags heeft uitgeschakeld. Eventueel kan
 
men via het achterportier de auto in mits er geen brandgevaar of andere gevaren zijn. Je kunt dan
 
eventueel de nek stabiliseren vanaf de achterbank. Indien de airbag opengaat terwijl de hulpverlener
 
zich tussen stuur en slachtoffer bevindt is er een groot risico dat de hulpverlener ernstig gewond raakt.
 
Relevantie voor het protocol
 
Zoals beschreven maakt het ongevalsmechanisme de hulpverlener alert op mogelijke letsels die hij nog
 
kan tegenkomen tijdens de uitvoering van het protocol. Het ongevalsmechanisme kan tevens zijn
 
handelen en denken in belangrijke mate beïnvloeden. Verdere in het protocol verkregen informatie kan
 
samen met de informatie over het ongevalsmechanisme leiden tot hypothesevorming over de letsels van
 
het slachtoffer en eventueel preventief te nemen maatregelen om verslechtering van de toestand van het
 
slachtoffer te voorkomen. Hiervan zijn hieronder enkele voorbeelden weergegeven:
 
· Een wielrenner die met hoge snelheid tegen een boom aan rijdt heeft op grond van het
 
ongevalsmechanisme een verdenking op wervelletsels, wat betekent dat de hulpverlener bij het
 
onderdeel Airway and C-Spine preventief zijn hoofd en nek zal stabiliseren en het slachtoffer
 
vraagt niet te bewegen tot dat de ambulancedienst een stijve halskraag (StiffNeck®) aan heeft
 
gelegd en het slachtoffer op een wervelplank is geïmmobiliseerd. In het ziekenhuis wordt
 
röntgendiagnostiek uitgevoerd waarmee een wervelfractuur wordt uitgesloten.
 
· Een kind dat ’s middags gevoetbald heeft wordt aan het begin van de avond plots niet lekker,
 
ziet bleek en heeft pijn in de buik. Bij navraag blijkt het kind een trap in de buik gehad te
 
hebben. Het kind lijkt een shock te ontwikkelen en wordt door de ambulance met spoed naar
 
het ziekenhuis gebracht.
 
· Een vrouw van 73 jaar die op straat gevallen is en haar pols gebroken heeft blijkt bij navraag
 
met het hoofd op de stoeprand terecht gekomen te zijn. Ze heeft een kleine hoofdwond, maar
 
zegt niet bewusteloos geweest te zijn. Wel meldt ze dat ze bloedverdunners gebruikt waarvoor
 
ze bij de trombosedienst komt. Omdat bij gebruik van bloedverdunners het risico op bloedingen
 
in het hoofd (intracraniële bloedingen) verhoogd is bij een trauma aan het hoofd besluit de
 
hulpverlener het slachtoffer toch per ambulance naar het ziekenhuis te laten vervoeren.
 
Sommige handelingen binnen het protocol worden alleen al op grond van het ongevalsmechanisme
 
uitgevoerd, omdat men vaak op straat niet goed kan beoordelen of er risico is op het bestaan van
 
dergelijke letsels. Een goed voorbeeld is een val van hoogte waarbij de verdenking bestaat op
 
wervelletsel. Al heeft het slachtoffer geen enkele klacht heeft(of zijn er factoren of verwondingen die
 
afleiden van mogelijke pijn in nek of rug) kan er toch voor worden gekozen om het slachtoffer niet meer
 
te laten bewegen, de nek te immobiliseren en de ambulancedienst het slachtoffer geïmmobiliseerd naar
 
het ziekenhuis te laten vervoeren. Men gaat er in dat geval dus van het ergste uit tot het tegendeel
 
bewezen is.
 
Meer informatie over (nek)wervelletsels en dwarslaesie is na te lezen in het hoofdstuk Airway and Cspine.
 
Meer informatie over inwendige bloedingen en shock is na te lezen in hoofdstuk Circulation
 
Response
 
Het testen van de reactie van het slachtoffer is een eigenlijk niet meer dan logische stap in de
 
benadering van het slachtoffer. Een slachtoffer wordt immers altijd aangesproken uit beleefdheid en
 
hulpverleners en omstanders zullen proberen na te gaan wat er is gebeurd. Soms kan men bij het
 
benaderen van het slachtoffer al direct zien of een slachtoffer alert is en dus reageert op aanspreken.
 
Soms kan het testen van de reactie van het slachtoffer eisen dat het slachtoffer wordt aangeraakt
 
voordat hij zijn ogen open doet, soms is er geen reactie op schudden. In principe is de response slechts
 
een korte stap in het protocol, waarin men een eerste schifting maakt: het slachtoffer reageert wel en
 
dus zullen in eerste instantie de vitale functies niet al te ernstig gestoord zijn of het slachtoffer reageert
 
niet en het is dus mogelijk dat er ernstige stoornissen in de vitale functies aanwezig zijn.
 
5BOSA2 – Vaardigheden 64 Acute Geneeskunde
 
Bedenk dat het testen van de response een dynamisch iets is, waarbij niet alleen gekeken wordt of het
 
slachtoffer goed reageert, maar ook getracht wordt nieuwe informatie over het ongevalsmechanisme en
 
de toestand van het slachtoffer in te winnen. Zo zal men bij een slachtoffer dat qua vitale functies niet
 
bedreigd is vragen wat er is gebeurd, welke krachten hebben ingewerkt op het slachtoffer, waar het
 
slachtoffer pijn heeft. Deze vragen worden echter kort behandeld, pas in het onderdeel Exposure is er
 
ruimte om hier uitgebreid op in te gaan. Nu dienen deze vragen slechts om een eerste inschatting te
 
maken en informatie te verzamelen over mogelijk bestaande letsels.
 
Shout for Help
 
Het onderdeel ‘ Shout for Help’ dient ervoor om tijdig voor hulp te zorgen. Omstanders zullen vrij snel
 
vertrekken nadat ze zien dat er iemand aanwezig is die meer weet dan zij. Hulpverlenen kun je echter
 
nooit alleen. Vraag omstanders om bij je te blijven en geef ze eventueel al direct een taak, zoals:
 
· Het zorgen voor een veilige werksituatie door bijvoorbeeld het tegenhouden van verkeer
 
· Het alarmeren van de professionele hulpdiensten via 112
 
· Het opwachten van de hulpdiensten
 
· Het assisteren bij de Eerste Hulp aan het slachtoffer, bijvoorbeeld door het vasthouden van een
 
drukpunt, het vasthouden van hoofd en nek bij immobilisatie of het geruststellen van het
 
slachtoffer
 
· Het halen van verbandmiddelen of een AED
 
· Het opvangen van familie van het slachtoffer
 
Het is altijd goed om na te gaan of er omstanders aanwezig zijn die ook beschikken over een EHBO
 
diploma of die werkzaam zijn als verpleegkundige of arts. Mogelijk kunnen zij jouw kennis aanvullen en
 
assisteren bij de hulp aan het slachtoffer.
 
Als je een omstander aanspreekt, spreek hem dan beleefd doch dringend aan, iemand moet zich
 
namelijk aangesproken voelen om jou te komen helpen. Vaak helpt het om iemand aan te wijzen omdat
 
er anders kans is dat niemand zich aangesproken voelt.
 

Huidige versie van 28 feb 2012 om 17:56

Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Gevorderd / Paginastatus: Incompleet. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?


Danger is een belangrijk onderdeel van de ABCDE-methodiek waaraan men niet achteloos voorbij hoort te gaan. Bij de benadering van een slachtoffer zijn een aantal zaken belangrijk. Allereerst natuurlijk om als hulpverlener rustig te blijven, niet in paniek te raken en op een gestructureerde manier Eerste Hulp te verlenen. De onderdelen DRS oftewel Danger (gevaar), Response (reactie) en Shout for Help (roep om hulp) vormen de eerste basis voor de start van de hulpverlening. Men gaat na of er een direct gevaar is voor hulpverlener, omstanders en slachtoffers en neemt zonodig dat gevaar weg. Daarna wordt gekeken of het slachtoffer aanspreekbaar is, of niet reageert op aanspreken en voorzichtig schudden. Hulpverlenen doe je bij voorkeur nooit alleen, dus wordt in een vroeg stadium een omstander of collega hulpverlener gevraagd om je te assisteren.

De eerste stap bij het verlenen van Eerste Hulp -waar dan ook- is het zorgen voor een veilige werkomgeving voor de hulpverlener. Je beschermt je zelf tegen besmettelijke aandoeningen, draagt handschoenen en zorgt voor een veilige situatie voor jezelf, omstanders en het slachtoffer. Een gewonde hulpverlener is niet in staat goed hulp te verlenen aan het slachtoffer en de gevolgen voor beiden kunnen groot zijn. Ook dienen extra slachtoffers te worden voorkomen, door omstanders een veilige plek te wijzen. Alvorens men start met de hulpverlening dient de hulpverlener er van overtuigd te zijn dat de situatie veilig is, of dient hij eerst te zorgen voor een veilige situatie door het gevaar weg te nemen, of indien de situatie het toelaat het slachtoffer te verplaatsen naar een veilige omgeving.

Het beoordelen van de situatie op veiligheid is niet iets dat je in één dag leert. Het vergt training, gewaarwording en praktijkervaring. Alle zintuigen zijn nodig om een situatie te beoordelen. Neem tijd om de situatie te overzien, te kijken of er factoren zijn die een gevaar kunnen opleveren en of je mogelijk al een snelle indruk kan krijgen van het ongevalsmechanisme. Ook het gehoor en de neus spelen een belangrijke rol, denk aan het weglekken van gas dat men (vaak, maar niet altijd) kan horen en ruiken. Vreemde geuren kunnen een aanwijzing zijn dat er wat mis is. Niets ruiken wil overigens niet zeggen dat er geen giftig gas aanwezig kan zijn (denk aan koolstofmonoxide). Ook de huid en het gevoel kunnen helpen bij het beoordelen, denk aan temperatuur, vochtigheid en elektriciteit.

Behalve omgevingsfactoren kan ook het slachtoffer zelf een bron van gevaar zijn voor de hulpverlener. Sommige ziektebeelden geven agressie en bijvoorbeeld bij gebruik van alcohol en drugs kan het slachtoffer onverwacht (agressief) reageren. Daarnaast kan het slachtoffer een besmettelijke ziekte bij zich dragen, die bijvoorbeeld via het bloed of ander lichaamsvocht overdraagbaar is. Draag bij voorkeur altijd handschoenen en probeer aanraking van het bloed te vermijden.

Ook omstanders kunnen onverwacht reageren op de hulpverlener en zelfs verbaal of fysiek geweldadig worden richting de hulpverlener. In dat geval kiest de hulpverlener voor zijn eigen veiligheid en trekt hij zich terug totdat beveiliging of politie voor een veilige situatie hebben gezorgd.

Lees ook de tekst over het Ongevalsmechanisme en hoogenergetisch trauma (HET)

Airbags
Let op: indien de airbags bij een ongeval niet afgegaan zijn, bestaat het risico dat deze na het ongeval alsnog open gaan. Houd hier bij de benadering van het slachtoffer in de auto en met name bij de bestuurder en zijn bijrijder rekening mee. Kom nooit tussen het slachtoffer en het stuur of tussen slachtoffer en het dashboard in. Wacht tot de brandweer de airbags heeft uitgeschakeld. Eventueel kan

men via het achterportier de auto in mits er geen brandgevaar of andere gevaren zijn. Je kunt dan eventueel de nek stabiliseren vanaf de achterbank. Indien de airbag opengaat terwijl de hulpverlener zich tussen stuur en slachtoffer bevindt is er een groot risico dat de hulpverlener ernstig gewond raakt.

Indien de airbags bij een auto ongeval zijn uitgegaan betekent dat dat er grote kracht is vrijgekomen en dat men op grond van het ongevalsmechanisme ernstige letsels kan verwachten.

Er is gevaar, wat dan?

Er zijn grofweg drie mogelijkheden indien er een gevaarlijke situatie is:

  1. Het slachtoffer ligt op een gevaarlijke plaats en de hulpverlener kan hem (middels de Noodvervoersgreep van Rautek) naar een veilige plaats brengen, zonder zelf in gevaar te komen.
  2. De hulpverlener kan zelf (of met hulp van omstanders) het gevaar afwenden en de gevaarlijke situatie beeindigen, zonder daarbij zelf in gevaar te zijn.
  3. Het is niet mogelijk om de gevaarlijke situatie weg te nemen of het slachtoffer te verplaatsen zonder zelf in gevaar te komen. Er is professionele hulp nodig om een veilige situatie te creëren.

Lees ook: de Noodvervoersgreep van Rautek.


Terug naar Inleiding in de ABCDE methode. Verder naar Response.


Bronvermeldingen

Op deze pagina wordt onder andere gebruik gemaakt van de volgende bronnen:[1][2][3][4][5][6]

  1. ATLS: Advanced Trauma Life Support Program for Doctors, 8th Edition, American College of Surgeons (American College of Surgeons, Chicago, 2008) ISBN 978-1-880696-31-6
  2. Acute Geneeskunde, zesde druk, Thijs et al. (Elsevier 2005) ISBN 90-352-2754-9
  3. Acute Medical Emergencies, The Practical Approach, Second Edition, Advanced Life Support Group (Wiley-Blackwell 2010) ISBN 978-0-7279-1854-3
  4. De Nederlandse Uitgave van Prehospital Trauma Life Support, NAEMT, Tweede druk (Elsevier Gezondheidszorg 2007) ISBN 978-0-323-03331-2
  5. Blokboek Vaardigheden Acute Geneeskunde, Editie 2011-2012 (UMCN VAG)
  6. SIGMA HANDBOEK, Daan Weerheijm