Blaren

Uit Eerste Hulp Wiki
Versie door Pim (Overleg | bijdragen) op 12 jul 2012 om 12:59 (Behandeling met doorprikken)

Ga naar: navigatie, zoeken
Auteur: Sija / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Beginner/Gevorderd / Paginastatus: Concept. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?


Een blaar is een holte in of onder de opperhuid waar vocht in zit. Oorzaken van een blaar zijn verhitting of afkoeling van de huid of aanhoudende druk of wrijving op de huis (zoals bij wandelaars). Brand- en bevriezingsblaren mogen niet worden doorgeprikt vanwege het risico op infectie. Meer informatie over dit type blaren zie Thermische letsels. Drukblaren mogen wel worden doorgeprikt; dit is niet noodzakelijk, maar kan wel verlichting geven bij een hinderlijke blaar. Een blaar gevuld met bloed wordt niet door een eerste hulpverlener doorgeprikt. Deze wordt door een verpleegkundige of de huisarts leeg gezogen met een injectienaald en spuitje.

Gesloten blaar

Behandeling zonder doorprikken

Vaak is materiaal om een blaar op een correcte manier door te prikken niet aanwezig of wil het slachtoffer niet dat de blaar wordt doorgeprikt. In dit geval bestaat de behandeling uit het ontsmetten van de blaar en omgeving met Sterilon en het afdekken met een pleister. Door het ontsmetten wordt infectie voorkomen mocht de blaar vanzelf open gaan. Adviseer het slachtoffer om bij het spontaan kapot gaan van de blaar het blaardak (het losse velletje huid dat de blaar bedekte) te laten zitten en de plaats rondom de blaar goed schoon te houden. De kapotte blaar droogt vanzelf in en de onderliggende huid geneest.

Behandeling met doorprikken

Als er materiaal aanwezig is om de blaar door te prikken, kan een hinderlijke blaar worden doorgeprikt. Het is hierbij belangrijk om zo steriel mogelijk te werken in verband met infectiegevaar, er is immers een open verbinding met de onderhuidse weefsels doordat de beschermende functie van de huid is aangedaan. De blaar wordt afgedekt met een pleister tenzij er verder gelopen wordt. In dit geval kan de blaar dakpansgewijs worden afgeplakt met leukoplast. Het is verstandig om de cursus 'Eerste Hulp bij Wandelletsels' van Het Oranje Kruis/ Het Nederlandse Rode Kruis te volgen om op een goede manier te leren afplakken. Een bloedblaar wordt niet door een eerstehulpverlener behandeld.

Steriele bloedlancet om blaren door te prikken

Doorprikken van een blaar:

  • Handen wassen en handschoenen aantrekken (zie ook hygiëne).
  • Slachtoffer op de buik laten liggen voor een blaar op de hiel, op de rug voor een blaar op de bal van de voet.
  • Inspecteer beide voeten zodat er geen blaren over het hoofd worden gezien.
  • Reinig de omgeving van de blaar met kampferspiritus.
  • Desinfecteer de blaar en de omgeving met Betadine of Sterilon
  • Prik de blaar aan de boven- en onderzijde door met een bloedlancet. Over het algemeen is dit niet pijnlijk, maar waarschuw het slachtoffer wel om een terugtrek reactie te voorkomen.
  • Gooi de bloedlancet direct na het prikken in een naaldencontainer.
  • Duw met een wattenstaafje het vocht uit de blaar en vang het vocht op met een steriel gaasje.
  • Ontsmet de blaar en de omgeving opnieuw, handschoenen kunnen nu uit.
  • Plak een pleister op de blaar als er niet verder gelopen wordt.
  • Als er verder gelopen wordt, kan de blaar dakpansgewijs worden afgeplakt met leukoplast.

Afplakken van een blaar:

  • Behandeling hiel: Begin met afplakken op de overgang van achillespees/kuitspier of tenminste enkele centimeters boven de rand van de schoen.
  • Behandeling bal van de voet: Begin zo dicht mogelijk bij de tenen en volg de rondingen van de voet. Werk naar beneden toe en maak hierbij de rondingen steeds rechter tot je horizontaal kan tapen. Let hierbij op dat er geen vouwtjes in de tape ontstaan; soms helpt het om de tape in te knippen.
  • Laat het slachtoffer de af te plakken voet in 90 graden houden.
  • Plak de tape eerst in het midden en wrijf de tape dan met de duimen naar de zijkant vast.
  • Plak dakpansgewijs af waarbij steeds de helft van de vorige laag wordt bedekt.
  • Zorg dat de tape overal glad zit.
  • Zet het enkelgewricht niet vast.
  • Laat de randen van de tape verspringen om nieuwe blaren te voorkomen.
  • Wrijf de leukoplast na met talkpoeder zodat de randen niet meer plakken.

Open blaren

Open blaren moeten beoordeeld worden door een arts of verpleegkundige. Deze besluit soms de randen bij de knippen, hierna kan door een eerste hulpverlener een hydrocoloïd verband (Duoderm) worden aangelegd.

  • Maak de huid droog en vetvrij.
  • Knip een stukje hydrocoloïd verband rond en zorg dat er tenminste 1 cm op de gezonde huid komt.
  • Haal de beschermlaag van 1 kant van het verband en leg het verband over de wond.
  • Verwarm het verband gedurende 1 minuut.
  • Verwijder nu ook de beschermfolie van de buitenkant.
  • Plak de blaar nu af zoals beschreven bij gesloten blaren.

Bloedblaren

Bloedblaren mogen niet worden doorgeprikt, maar moeten worden leeggezogen met een injectiespuit. Dit mag alleen gedaan worden door een arts of verpleegkundige. Na het leegzuigen kan een eerste hulpverlener de blaar afplakken zoals beschreven bij gesloten blaren.