Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Schaafwonden


Schaafwonden, ook wel excoriaties of ontvellingen genoemd (Engels: abrasions) zijn oppervlakkige huidverwondingen. Alleen de bovenste huidlaag, de opperhuid (epidermis) is beschadigd, soms met kleine delen van de lederhuid (dermis). Het oppervlak van de aangedane huid kan echter groot zijn. Een schaafwond ontstaat door wrijven of schuren langs een ruw oppervlak waarbij de opperhuid wordt afgeschaafd. Vaak komt hierbij een deel van de lederhuid bloot te liggen en deze kan bij wat diepere schaafwonden ook beschadigd raken. Vanuit de lederhuid ontstaan kleine puntvormige bloedingen, die bij wegvegen opnieuw opbollen. Bij kleine schaafwonden is er zelden veel actief bloedverlies, maar bij grote oppervlakten kan het bloedverlies aanzienlijk zijn. Beschadiging van de zenuwuiteinden in de lederhuid geeft een branderige pijn ter plaatse van de schaafwond.

Eerste Hulp

Omdat schaafwonden nauwelijks bloeden en vaak ontstaan na schaven aan een verontreinigd oppervlak dienen ze goed gereinigd te worden, om al het zichtbare vuil te verwijderen. Dat kan met schoon stromend leidingwater zonder zeep of soda. Soms wordt een sponsje, gaasje of borsteltje gebruikt om het vuil voorzichtig uit de wond te verwijderen. Een schaafwond wordt in principe altijd ontsmet met Betadine, Sterilon of liefst met Hibicet. Wondontsmetting bij schaafwonden is vaak erg pijnlijk. Hibicet geeft doorgaans weinig pijn en irritatie en is door zijn zeepachtige aspect zeer geschikt voor wondreiniging en wondontsmetting bij schaafwonden. Eventueel kan ook gebruik gemaakt worden van Betadine zalf.


Een schaafwond wordt doorgaans niet afgedekt en laat men aan de buitenlucht drogen. Wanneer de schaafwond onder de kleding zit op een plaats die gemakkelijk schuurt kan men ervoor kiezen om de wond af te dekken met niet verklevende gazen, zoals Metalline-gaas of Vaselinegaas. Eventueel kan men een brandwondenkompres zoals Burnshield gebruiken. Grote schaafwonden (>5% van het lichaamsoppervlak) en schaafwonden met veel vuil (zand, grind en dergelijke) kunnen het beste door een arts beoordeeld en behandeld worden.

Bij schaafwonden waarin veel straatvuil zit, kan het zijn dat het slachtoffer een tetanusvaccinatie moet krijgen via de huisarts, indien hij zijn laatste injectie meer dan 10 jaar geleden heeft gekregen. Volledig ingeënte kinderen zijn tot 18 jaar beschermd.

Schaafwonden genezen doorgaans zonder littekenvorming. Wanneer de wond niet goed gereinigd is, kan vuil in de huid achter blijven en leiden tot een 'traumatische tatoeage'. Indien er ontstekingsverschijnselen ontstaan, zoals toename van pijn, zwelling, roodheid en warmte rondom de wond, verwijs het slachtoffer dan naar de huisarts. Deze kan eventueel antibiotica starten.