Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Ongevalsmechanisme

Het ongevalsmechanisme is een beschrijving van welke gebeurtenissen hebben geleid tot het ongeval en welke krachten op het slachtoffer hebben ingewerkt. De hulpverlener begint zich al een beeld te vormen van het mogelijke ongevalsmechanisme op het moment dat hij de ongevalssituatie en het slachtoffer benadert. Hij kijkt goed om zich heen om te kijken of er mogelijk nog een gevaar is voor hemzelf of het slachtoffer en probeert een inschatting te maken van wat er gebeurt kan zijn. Indien het slachtoffer aanspreekbaar is wordt aan het slachtoffer kort gevraagd wat er is gebeurt. Dit gebeurt bij voorkeur terwijl men al start met de eerste handelingen van het protocol. Indien het slachtoffer niet aanspreekbaar is probeert men via omstanders in korte tijd te weten te komen hoe het slachtoffer in deze toestand terecht gekomen is. Verlies hier in eerste instantie niet te veel tijd mee, het gaat immers om een globale indruk van de situatie. De schuldvraag is op dat moment niet aan de orde.


Enkele punten zijn echter wel van belang voor het verdere verloop van het protocol en het eventueel inschakelen van professionele hulp:

  • Is er sprake van een ongeval (trauma)? Of is het slachtoffer onwel geworden?
  • Zijn er meerdere slachtoffers?
  • Welke krachten hebben op het slachtoffer ingewerkt?
  • Is er sprake geweest van een hoge energie overdracht? (zie onderstaande bij hoogenergetisch

trauma)

Het nagaan van het ongevalsmechanisme kan veel waardevolle informatie opleveren voor het verdere verloop van de hulpverlening aan het slachtoffer. Dit geldt voor de hulpverlening door zowel de EHBOer als door professionele hulpverlening op straat en in het ziekenhuis. Door deze informatie kan men tijdig anticiperen op letsels die men in eerste instantie niet kan zien aan de buitenzijde van het slachtoffer, maar die in een later stadium wel een verslechtering van de toestand van het slachtoffer als gevolg kunnen hebben. Voorbeelden hier van zijn:
Een slachtoffer dat van een ladder van 3 meter hoog gevallen is. Door de val van hoogte is het risico aanwezig dat het slachtoffer een (nek)wervel gebroken heeft, zonder dat hij daar direct klachten van heeft, of wanneer er andere letsels zijn die afleiden van de pijn in de rug.
Een slachtoffer dat bij een val met de fiets het stuur in de buik gekregen heeft. Door het stompe trauma in de buik kan een bloeding zijn ontstaan die in eerste instantie nog weinig klachten geeft, maar in een later stadium kan leiden tot een shock.

Aan de hand van de verkregen informatie uit de observaties van de hulpverlener en de informatie die het slachtoffer en omstanders hebben gegeven kan de hulpverlener in zijn achterhoofd al een inschatting maken van welke letsels hij kan verwachten tijdens zijn onderzoek en het uitvoeren van het protocol. Hij kan eventueel ook nog specifieke zaken navragen.