Cookies help us deliver our services. By using our services, you agree to our use of cookies.

Epilepsie

Epilepsie Inleiding Een epileptische aanval, ook wel insult of convulsie, is een plotselinge, kortdurende functiestoornis van de hersenen die wordt veroorzaakt door een acute, overmatige synchrone ontlading van de hersencellen en die gepaard gaat met waarneembare verschijnselen. Epilepsie is een verzamelnaam voor een groot aantal verschillende epilepsiesyndromen. De mogelijk onderliggende oorzaak, de aard van de aanvallen, de leeftijd en eventuele specifieke EEG afwijkingen spelen hierbij een rol. Pathofysiologie Epilepsie ontstaat door een abnormale activiteit in de hersenen door acute, overmatige synchrone ontladingen van de hersencellen. De abnormale activiteit kan zich beperken tot één gebied (partiële aanval), of zich uitbreiden over de gehele cortex (secundair gegeneraliseerde aanval). Bij een primair gegeneraliseerde epilepsie ontstaat in de formatio reticularis of thalamus de abnormale activiteit, waardoor de cerebrale cortex als geheel wordt gesynchroniseerd. Symptomen en klachten Bij epilepsie worden verscheidene aanvalstypen onderscheiden. Een insult kan plaatselijk beginnen met bijvoorbeeld schokken in het gelaat of arm, dit noemt men een partiële aanval. Maar een insult kan zich ook uitbreiden of beginnen over het hele lichaam, dit is de secundair of primair gegeneraliseerde aanval. In deze genoemde typen aanvallen zijn verschillende uitingsvormen te onderscheiden. Voor de hulpverlening in acute situaties is het gegeneraliseerde tonisch-clonisch insult het meest belangrijk. Een tonisch-clonisch insult begint plotseling met een verkramping van armen en benen, snel gevolgd door heftige, meestal symmetrische, regelmatige spierschokken. Aan het begin van een aanval geeft men vaak een gil, hierbij kan op de zijkant van de tong of de wang gebeten worden. Dit kan bloederig schuim rond de mond geven. Tevens kan men de urine laten lopen. Tijdens een aanval wordt vaak niet op aanspreken en stimuleren gereageerd. Een aanval stopt meestal na twee à drie minuten waarna een uitputtingsfase komt. Men is vaak kortdurend (max. 15 min) bewusteloos en komt dan geleidelijk weer bij. Is dit niet het geval dan kan men in een coma terechtkomen of in de epileptische toestand blijven. Dit wordt ook wel een status epilepticus genoemd. Na een aanval is men vaak verward, een fenomeen dat men postictale verwardheid noemt. Doordat de ademhaling tijdens een insult zeer belemmerd wordt en vaak niet aanwezig is, is een langdurige aanval een grote verstoring van de vitale functies. Dit is bijvoorbeeld te merken doordat iemand blauw/paars aanloopt. Handelen Een eenmaal begonnen aanval is zonder medicatie niet door buitenstaanders te stoppen. Zorg er daarom voor dat de bestaande situatie niet verergert. Dit kan door het voorkomen van verwondingen door het verwijderen van voorwerpen waartegen men zich kan stoten. Er wordt gezorgd voor een veilige omgeving. Het heeft hierbij geen zin de slaande bewegingen tegen te gaan. Ook mag men niet proberen een tongbeet tegen te gaan door iets tussen de tanden te steken. Dit geeft risico op schade aan het gebit en tevens is de tongbeet vaak al aanwezig in een vroeg stadium. Daarbij geeft het een groot risico op verwonding van de hulpverlener! Indien mogelijk kunnen tijdens de aanval de vitale functies worden gecontroleerd, maar vaak moet gewacht worden tot na het insult. Bij bewusteloosheid na de aanval wordt het slachtoffer benaderd met het protocol bij een bewusteloos slachtoffer en kan men het slachtoffer vervolgens in de stabiele zijligging leggen (niet bij traumapatiënten). Vraag altijd aan familie of kennis of het slachtoffer bekend is met epilepsie. Indien dit het geval is, is het doorgaans (behalve in geval van status epilepticus) niet nodig om professionele hulp in te schakelen. Het is belangrijk de duur van de aanval te registreren. Stopt de aanval niet na 5 à 10 minuten of volgen meerdere aanvallen op elkaar, dan moet het slachtoffer naar het ziekenhuis of moet 112 gebeld worden. Observeer het verloop van de aanval nauwkeurig, zodat deze beschreven kan worden aan de hulpverlening. 5BOSA2 – Vaardigheden Acute Geneeskunde 121 Iemand die voor het eerst een epileptisch insult heeft dient altijd door een arts gezien te worden, om na te gaan of er sprake is van andere pathologie zoals intoxicaties, inwendige ziekten of intracerebrale tumoren. Differentiaaldiagnose Stuiptrekkingen kunnen ook voorkomen bij een hartstilstand. Het is daarom van belang om de vitale functies goed te controleren. Soms worden ook enkele trekkingen gezien bij een syncope, deze duren echter slechts enkele seconden en zijn meestal niet symmetrisch. Daarbij is er bij een syncope geen sprake van langdurige postictale verwardheid en is het slachtoffer na het bijkomen snel goed aanspreekbaar.