De Vijf Regels: verschil tussen versies

Uit Eerste Hulp Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
[gecontroleerde versie][gecontroleerde versie]
 
(18 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 +
{{Status|
 +
|mainauthor= [[Pim]]
 +
|coauthor= [[]]
 +
|controller=
 +
|supervisor= [[Pim]]
 +
|niveau= [[Handleiding#Niveau|Beginner]]
 +
|status= [[Handleiding#Status|Concept]]
 +
}}
  
 +
{{Ouderichtlijn}}
  
Al jaren wordt in de EHBO gebruik gemaakt van de Vijf Regels, die we kunnen zien als ‘leefregels’ of ‘geboden’. In grote lijnen geven de vijf regels een aantal punten waar men tijdens de hulp aan een slachtoffer aandacht aan dient te besteden. Ze komen niet rechtstreeks terug, maar zijn eerder op de achtergrond aanwezig:
+
Al jaren wordt door [[Het Oranje Kruis]] in de Eerste Hulp gebruik gemaakt van de '''Vijf Regels''', die we kunnen zien als ‘leefregels’ of ‘geboden’.<ref>Het Oranje Kruis Boekje, 26ste druk, H. van der Pols (Het Oranje Kruis, 2011) ISBN 978-90-06-92171-7</ref> Met de komst van de 27ste druk zijn de Vijf regels echter verlaten.
De vijf regels zijn:
+
 
 +
In grote lijnen geven de vijf regels een aantal punten waar men tijdens de hulp aan een slachtoffer aandacht aan dient te besteden. Ze zijn als een rode draad door de hulpverlening aanwezig.
 
# Let op gevaar
 
# Let op gevaar
 
# Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
 
# Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
Regel 8: Regel 18:
 
# Zorg voor deskundige hulp
 
# Zorg voor deskundige hulp
 
# Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt
 
# Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt
====1. Let op gevaar====
+
<br />
Misschien wel de belangrijkste regel voor de EHBO-er, is het letten op het gevaar en je eigen veiligheid. Deze regel staat niet voor niets bovenaan. Voordat de EHBO-er hulp gaat verlenen, moet hij zich er van overtuigd hebben dat de situatie waarin hij zich begeeft veilig is en dat het geen gevaar voor zichzelf oplevert. Bij gevaar kun je denken aan langsrazend verkeer, spoorwegen, elektriciteit, giftige gassen, vuur enzovoorts.
+
====Regel 1: Let op gevaar====
Let er ook op dat omstanders zich niet in een gevaarlijke situatie begeven. Let dus eerst op gevaar voor je zelf, vervolgens op gevaar voor omstanders en in de laatste plaats op gevaar voor het slachtoffer. Eigen veiligheid gaat voor. Zorg altijd voor een veilige werkomgeving, zodat je optimaal hulp kan verlenen aan het slachtoffer. Indien een slachtoffer zich in een gevaarlijke situatie bevindt, dan kan deze door middel van de noodvervoersgreep van Rautek manoeuvre worden verplaatst. Deze wordt uitgelegd tijdens de cursus, daarnaast is op Blackboard een handleiding te vinden met foto’s en filmpjes. Behalve gevaar van buitenaf, zoals hierboven genoemd, kan ook het slachtoffer een gevaar opleveren voor de hulpverlener. Bijvoorbeeld door agressief gedrag van het slachtoffer richting hulpverleners of omstanders. Ben altijd op je hoede en neem bij het benaderen van het slachtoffer geen risico.
+
De basisregel in de Eerste Hulp, maar ook voor professionele hulpverleners is het veilig kunnen hulpverlenen. Dat betekent dat je, voordat je ook maar iets doet, eerst goed kijkt of de situatie veilig is voor jouzelf en voor het slachtoffer. Er kunnen veel verschillende soorten gevaar zijn, denk bijvoorbeeld aan: brand, een naderende trein, langsrazend verkeer, gassen enzovoorts. Ook omstanders kunnen zich in een gevaarlijke situatie bevinden. In de eerste plaats let
Ook [[besmettelijke aandoeningen]] kunnen bij het verlenen van eerste hulp een risico vormen.
+
Let er ook op dat omstanders zich niet in een gevaarlijke situatie begeven. Let dus eerst op gevaar voor je zelf, vervolgens op gevaar voor omstanders en in de laatste plaats op gevaar voor het slachtoffer. Eigen veiligheid gaat voor. Indien een slachtoffer zich in een gevaarlijke situatie bevindt, dan kan deze door middel van de [[Vaardigheden:Rautek|noodvervoersgreep van Rautek]] worden verplaatst. Ook het slachtoffer kan gevaar opleveren voor de hulpverlener, zoals bijvoorbeeld bij agressie. Ben altijd op je hoede en neem bij het benaderen van het slachtoffer geen risicoOok [[besmettelijke aandoeningen]] kunnen bij het verlenen van eerste hulp een risico vormen. Denk ook aan [[airbags]] die nog niet zijn afgegaan.
 +
 
 +
====Regel 2: Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert====
 +
Ieder ongeval komt tot stand door een samenloop van omstandigheden en gebeurtenissen, het [[BasisEH:Ongevalsmechanisme|ongevalsmechanisme]], het ‘hoe’ en ‘waarom’ van een ongeval. Voor de hulpverlening is dit [[BasisEH:Ongevalsmechanisme|ongevalsmechanisme]] zeer relevant omdat men een inschatting kan maken van de te verwachten letsels en de ernst van de (niet zichtbare) schade.
 +
Indien het slachtoffer aanspreekbaar is, kan hij je vertellen hoe met hem gaat en wat er gebeurd is. Soms kan extra informatie van omstanders je helpen om je een goed beeld te vormen van het ongeval. Tevens geeft het informatie over de huidige toestand van het slachtoffer.
 +
Doormiddel van een protocol, zoals [[ABCDE:Inleiding|DRS. ABCDE]], kan men het slachtoffer op gestructureerde wijze nalopen en de nodige Eerste Hulp verlenen.
 +
<br />
  
====2. Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert====
+
====Regel 3: Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting====
Aan ieder ongeval is een ongevalsmechanisme af te leiden, dat wil zeggen, het ‘hoe’ en ‘waarom’ van
+
Een ongeval of een onwelwording is voor zowel slachtoffers als hulpverleners een stressvolle gebeurtenis, waarbij van beiden veel gevraagd wordt. Het slachtoffer is voor verdere hulp afhankelijk van de hulpverlener en verwacht van hem een rustige en kalme houding. Ook omstanders en familie van het slachtoffer zijn erg geschrokken en verwachten dat de hulpverlener zijn werk doet. Er komen veel emoties bij kijken, zoals angst, verdriet en soms agressie. Aan de hulpverlener de taak om -naast het verlenen van Eerste Hulp- daar op een goede manier mee om te gaan. Dat is niet altijd eenvoudig, zeker wanneer het om een ernstig ongeval of onwelwording gaat. Een EHBO-er is er in de eerste plaats voor het slachtoffer, en zal dan ook zoveel mogelijk proberen om het slachtoffer gerust te stellen.  
een ongeval. Voor de EHBO-er is deze informatie zeer relevant, omdat aan de hand van het
+
<p>
ongevalsmechanisme een inschatting gemaakt kan worden van mogelijke letsels. Bijvoorbeeld: een val
+
Blijf bij het slachtoffer en blijf met hem in gesprek. In het begin zal het gesprek er met name op gericht zijn om informatie te verzamelen. Later, als er tijd is, kan dat ook over andere (alledaagse) dingen gaan, zoals wat het slachtoffer aan het doen was, waar hij woont, enzovoorts. Maak het slachtoffer duidelijk dat je er bent om te helpen en dat er hulp onderweg is. Betrek eventueel een van de familieleden van het slachtoffer er bij, zodat het slachtoffer een bekende naast zich heeft. Vaak hebben slachtoffers behoefte aan contact, zo kun je een hand vast houden, of een arm om de schouder slaan. Vertel het slachtoffer wat je gaat doen tijdens je onderzoek en behandeling, zodat hij weet wat er komen gaat. Probeer eerlijk te zijn over je bevindingen, maar ben voorzichtig met het uitspreken van vermoedens, om het slachtoffer niet nodeloos ongerust te maken.
van een ladder doet denken aan mogelijke wervelletsels of een dwarslaesie, botbreuken en
+
</p>
hersenletsels, terwijl een bij een auto-ongeluk met een stuur in de buik altijd aan een inwendige
+
Bij een ongevalssituatie staan vaak veel omstanders te kijken en zij komen vaak dichtbij het slachtoffer staan. Vraag hen enige afstand te houden, dat is voor het slachtoffer minder bedreigend.  
bloeding gedacht moet worden.
+
Wanneer een ongeval in de buitenlucht plaatsvind is het slachtoffer blootgesteld aan de weersinvloeden. Adequate bescherming tegen regen, koude, zonneschijn is dan ook van groot belang. Zeker in de wintermaanden raakt een slachtoffer snel [[onderkoeld]] en blijkt een meerderheid van de slachtoffers [[onderkoeld]] in het ziekenhuis aan te komen. Bescherming kan door een dikke jas, een deken of een zilver-gouden [[reddingsdeken]].
Bij aankomst bij het slachtoffer stel je jezelf voor en vraag je aan het slachtoffer wat er is gebeurd. Het
+
<p>
antwoord van het slachtoffer bevat doorgaans zeer waardevolle informatie, niet alleen over wat er
+
Ook privacy is een (welkome) vorm van beschutting. Gun het slachtoffer privacy, of zorg dat omstanders niet alles
gebeurd is, maar informatie over de toestand van het slachtoffer. Immers, een slachtoffer dat
 
terugspreekt is bij bewustzijn, kan praten en heeft dus (waarschijnlijk) een vrije luchtweg en kan
 
ademen.
 
In deze cursus wordt het slachtoffer geheel nagelopen volgens een vast protocol, DRS. ABCDE, dat in
 
hoofdstuk 2 en 3 wordt besproken.
 
3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
 
Een ongeval of een plotseling optredend probleem is voor het slachtoffer vaak een gebeurtenis die leidt
 
tot veel stress en angst. Voor het slachtoffer is het erg prettig als de hulpverlener rust uitstraalt en het
 
slachtoffer gerust kan stellen. Ook bij familieleden of omstanders zit de schrik er vaak goed in en dat
 
kan leiden tot verschillende emoties, zoals angst, agressie en verdriet. Een EHBO-er is er in de eerste
 
plaats voor het slachtoffer, en zal dan ook zoveel mogelijk proberen om het slachtoffer gerust te stellen.
 
Belangrijk is dat je bij het slachtoffer blijft, zodat het slachtoffer zich niet in de steek gelaten voelt en
 
weet dat hij geholpen wordt. Praat met het slachtoffer, hoewel dat niet altijd even gemakkelijk is. Probeer
 
bijvoorbeeld een gesprek aan te knopen over alledaagse dingen, over wat het slachtoffer vandaag ging
 
doen, wie hij is of waar hij woont. Vaak hebben slachtoffers behoefte aan contact, zo kun je een hand
 
vast houden, of een arm om de schouder slaan. Vertel tijdens het nalopen van het protocol wat je doet
 
en wat je bevindingen zijn. Vertel altijd de waarheid, maar ben voorzichtig met het geven van
 
vermoedens. Maak het slachtoffer niet nodeloos ongerust.
 
Vraag het slachtoffer of familie of vrienden gewaarschuwd moeten worden.
 
Vaak staan erg veel omstanders rond een slachtoffer, probeer deze op afstand te houden, want voor het
 
slachtoffer komt het erg bedreigend over als een grote groep mensen over hem heen gebogen staat.
 
Behalve het geruststellen is het ook belangrijk dat het slachtoffer beschermd wordt tegen
 
weersinvloeden, zoals regen, koude wind, zonneschijn of hitte. In Nederland is, zeker in de
 
wintermaanden, de kans op onderkoeling bij een slachtoffer op straat erg groot, vaak komt de kou vanaf
 
de grond en kan het zinvol zijn om het slachtoffer op een deken te leggen. Bescherm het slachtoffer
 
tegen de kou door bijvoorbeeld een (reddings)deken over hem heen te leggen of hem hiermee in te
 
pakken. Zorg er dan ook voor dat je het hoofd goed inpakt, hier verlies je namelijk de meeste
 
lichaamswarmte. In de volle zon kan het voor het slachtoffer prettig zijn om naar een koelere ruimte
 
gebracht te worden, mits de omstandigheden dit toelaten.
 
Ook privacy is een vorm van beschutting. Gun het slachtoffer privacy, of zorg dat omstanders niet alles
 
 
meekrijgen, door ze op enige afstand te houden.
 
meekrijgen, door ze op enige afstand te houden.
Beschutting is ook van belang voor een goede hulpverlening. Moeilijke werkomstandigheden kunnen
+
Ook voor de hulpverlener is beschutting van belang, immers wanneer de werkomstandigheden optimaal zijn zal de hulpverlening beter verlopen.
leiden tot suboptimale hulpverlening en daarmee tot slechtere uitkomst voor het slachtoffer. Zorg er dus
+
<br />
altijd voor dat je de omstandigheden zo optimaal mogelijk maakt, zoals het afschermen tegen regen, of
+
 
het voorkomen van verblinding en warmte door de brandende zon.
+
====Regel 4: Zorg voor deskundige hulp====
4. Zorg voor deskundige hulp
+
De eerstehulpverlener heeft slechts beperkte mogelijkheden om een slachtoffer te helpen. In veel gevallen zal er slechts sprake zijn van kleine letsels en kan hij deze zelfstandig behandelen. Soms is zijn de kennis en vaardigheden echter niet voldoende en zal men professionele hulp moeten inschakelen. De eerstehulpverlener heeft dan als taak om in een vroeg stadium vast te stellen dat het letsel of de aandoening zijn kennis te boven gaat en zal indien nodig vroegtijdig professionele hulp inschakelen.  
In veel gevallen zal het niet de EHBO-er zijn die de eindbehandeling van een slachtoffer verzorgt. In dat
+
<p>
geval moet er deskundige hulp worden ingeschakeld. Deskundige hulp is onder andere de huisarts, de
+
Indien er sprake is van een noodgeval kan men via [[Hulpdiensten:112|112]] een [[Hulpdiensten:Ambulance|ambulance]] waarschuwen. Bij voorkeur wordt een dergelijke melding gestructureerd doorgegeven, bijvoorbeeld door gebruik te maken van [[MIST-methode|MIST]]. In sommige gevallen is er wel sprake van een letsel dat niet door de eerstehulpverlener op gelost kan worden, zoals een wond die gehecht moet worden, maar is er geen sprake van spoed. Een slachtoffer kan dan tijdens kantoor uren op afspraak doorverwezen worden naar de huisarts of in de avond, nacht of weekend naar de [[Hulpdiensten:Huisartsenpost|huisartsenpost]]. Op eigen gelegenheid naar de [[Hulpdiensten:SEH|Spoedeisende Hulp]] heeft niet de voorkeur omdat daardoor de wachttijden onnodig oplopen en veel letsels ook door de huisarts opgelost kunnen worden.
Spoedeisende hulp (SEH) en de ambulance, die via 112 wordt ingeschakeld.
+
 
Wanneer er met spoed hulp nodig is, dan wordt er via 112 een ambulance gebeld. In het protocol zijn
+
====Regel 5: Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt====
een aantal momenten waarop bij een bepaald probleem 112 gebeld wordt voor een ambulance. Echter,
+
In principe wordt een slachtoffer geholpen op de plaats waar hij of zij is aangetroffen. Uiteraard alleen als er geen gevaarlijke situatie is en de plaats waar het slachtoffer ligt voldoende beschutting biedt. Het verplaatsen van een slachtoffer brengt risico's met zich mee en kan verergering van de letsels van het slachtoffer veroorzaken.
soms is door omstanders al een ambulance gebeld als je als EHBO-er ter plaatse komt. Beoordeel
+
 
alsnog of een ambulance nodig is. Indien het blijkt dat er geen ambulance nodig is, bel dan opnieuw
+
 
112 om door te geven dat er geen hulp nodig is.
+
==Bronvermelding==
5BOSA2 – Vaardigheden Acute Geneeskunde 19
+
<references />
Soms moet het slachtoffer wel gezien worden door een arts, maar is vervoer per ambulance niet
+
 
noodzakelijk. Het slachtoffer kan dan op eigen gelegenheid naar de huisarts of Spoedeisende hulp
+
[[Categorie:Woordenlijst]][[Categorie:Basiskennis Eerste Hulp]]
gaan. In de weekenden moet een slachtoffer dat door een huisarts gezien moet worden naar de
 
huisartsenpost worden doorverwezen. Meestal moet hiervoor van tevoren telefonisch een afspraak
 
gemaakt worden.
 
Het kan voorkomen dat je als enige hulpverlener bij een slachtoffer bent en dat er geen omstanders
 
aanwezig zijn. In dat geval zul je zelf hulp moeten gaan halen. Tegenwoordig heeft bijna iedereen een
 
mobiele telefoon bij zich en zal het slachtoffer niet alleen gelaten hoeven te worden. Wanneer je het
 
slachtoffer toch alleen moet laten, zorg dan bij een slachtoffer dat bij bewustzijn is, dat hij goed
 
zichtbaar en beschermd is tegen weersinvloeden. Zeg duidelijk tegen het slachtoffer dat je hulp moet
 
gaan halen en dat je terugkomt.
 
Een slachtoffer dat niet bij bewustzijn is en dat alleen gelaten moet worden, zal in de stabiele zijligging
 
gelegd moeten worden, omdat er anders een obstructie in de luchtweg ontstaat door verslapping van
 
de tong. Dit wordt tijdens de cursus verder uitgelegd, tevens is op Blackboard een handleiding te
 
vinden.
 
Indien je een van de omstanders hulp laat halen of 112 laat bellen, zorg dan dat de omstander precies
 
weet wat hij moet doen, geef duidelijke instructies en vraag de omstander om terug te komen als er
 
gebeld is, zodat jij weet dat hulp onderweg is.
 
In het tweede deel van dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van indicaties voor 112,
 
Spoedeisende hulp of huisarts.
 
5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt
 
Indien er geen gevaar is voor het slachtoffer, help hem dan op de plaats waar hij ligt, zodat er niet
 
onnodig verplaatst wordt. Door het slachtoffer te verplaatsen kan zijn toestand verslechteren en kan er
 
onnodig letsel optreden. Wanneer je bij een slachtoffer gaat zitten zorg dan altijd dat je op beide knieën
 
gaat zitten en niet op de hurken. Op de hurken heb je onvoldoende stabiliteit en loop je het risico dat je
 
omvalt. Stap nooit over het slachtoffer heen, maar loop er om heen. Als het slachtoffer zelf op wil staan,
 
leg dan uit dat het beter is om te blijven liggen tot de hulpdiensten gearriveerd zijn en hem verder
 
kunnen helpen. Beschermende kleding, zoals een bodypack of motorkleding worden alleen verwijderd
 
als zij een gevaar opleveren voor de vitale functies van het slachtoffer. Bedenk goed dat bodyprotection
 
bij motorrijders ook een inwendige bloeding kunnen remmen en zo het slachtoffer stabiel kunnen
 
houden.
 

Huidige versie van 19 feb 2017 om 21:46

Auteur: Pim / Supervisor: Pim / Co-auteur: [[]] / Niveau: Beginner / Paginastatus: Concept. Laatste bewerking: Pim. Zie ook Handleiding.

Eerste Hulp Wiki zoekt schrijvers! Schrijf jij ook mee?

De informatie op deze pagina is niet meer up-to-date doordat er nieuwe richtlijnen of lesmaterialen zijn uitgebracht.

Al jaren wordt door Het Oranje Kruis in de Eerste Hulp gebruik gemaakt van de Vijf Regels, die we kunnen zien als ‘leefregels’ of ‘geboden’.[1] Met de komst van de 27ste druk zijn de Vijf regels echter verlaten.

In grote lijnen geven de vijf regels een aantal punten waar men tijdens de hulp aan een slachtoffer aandacht aan dient te besteden. Ze zijn als een rode draad door de hulpverlening aanwezig.

  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor deskundige hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt


Regel 1: Let op gevaar

De basisregel in de Eerste Hulp, maar ook voor professionele hulpverleners is het veilig kunnen hulpverlenen. Dat betekent dat je, voordat je ook maar iets doet, eerst goed kijkt of de situatie veilig is voor jouzelf en voor het slachtoffer. Er kunnen veel verschillende soorten gevaar zijn, denk bijvoorbeeld aan: brand, een naderende trein, langsrazend verkeer, gassen enzovoorts. Ook omstanders kunnen zich in een gevaarlijke situatie bevinden. In de eerste plaats let Let er ook op dat omstanders zich niet in een gevaarlijke situatie begeven. Let dus eerst op gevaar voor je zelf, vervolgens op gevaar voor omstanders en in de laatste plaats op gevaar voor het slachtoffer. Eigen veiligheid gaat voor. Indien een slachtoffer zich in een gevaarlijke situatie bevindt, dan kan deze door middel van de noodvervoersgreep van Rautek worden verplaatst. Ook het slachtoffer kan gevaar opleveren voor de hulpverlener, zoals bijvoorbeeld bij agressie. Ben altijd op je hoede en neem bij het benaderen van het slachtoffer geen risicoOok besmettelijke aandoeningen kunnen bij het verlenen van eerste hulp een risico vormen. Denk ook aan airbags die nog niet zijn afgegaan.

Regel 2: Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert

Ieder ongeval komt tot stand door een samenloop van omstandigheden en gebeurtenissen, het ongevalsmechanisme, het ‘hoe’ en ‘waarom’ van een ongeval. Voor de hulpverlening is dit ongevalsmechanisme zeer relevant omdat men een inschatting kan maken van de te verwachten letsels en de ernst van de (niet zichtbare) schade. Indien het slachtoffer aanspreekbaar is, kan hij je vertellen hoe met hem gaat en wat er gebeurd is. Soms kan extra informatie van omstanders je helpen om je een goed beeld te vormen van het ongeval. Tevens geeft het informatie over de huidige toestand van het slachtoffer. Doormiddel van een protocol, zoals DRS. ABCDE, kan men het slachtoffer op gestructureerde wijze nalopen en de nodige Eerste Hulp verlenen.

Regel 3: Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting

Een ongeval of een onwelwording is voor zowel slachtoffers als hulpverleners een stressvolle gebeurtenis, waarbij van beiden veel gevraagd wordt. Het slachtoffer is voor verdere hulp afhankelijk van de hulpverlener en verwacht van hem een rustige en kalme houding. Ook omstanders en familie van het slachtoffer zijn erg geschrokken en verwachten dat de hulpverlener zijn werk doet. Er komen veel emoties bij kijken, zoals angst, verdriet en soms agressie. Aan de hulpverlener de taak om -naast het verlenen van Eerste Hulp- daar op een goede manier mee om te gaan. Dat is niet altijd eenvoudig, zeker wanneer het om een ernstig ongeval of onwelwording gaat. Een EHBO-er is er in de eerste plaats voor het slachtoffer, en zal dan ook zoveel mogelijk proberen om het slachtoffer gerust te stellen.

Blijf bij het slachtoffer en blijf met hem in gesprek. In het begin zal het gesprek er met name op gericht zijn om informatie te verzamelen. Later, als er tijd is, kan dat ook over andere (alledaagse) dingen gaan, zoals wat het slachtoffer aan het doen was, waar hij woont, enzovoorts. Maak het slachtoffer duidelijk dat je er bent om te helpen en dat er hulp onderweg is. Betrek eventueel een van de familieleden van het slachtoffer er bij, zodat het slachtoffer een bekende naast zich heeft. Vaak hebben slachtoffers behoefte aan contact, zo kun je een hand vast houden, of een arm om de schouder slaan. Vertel het slachtoffer wat je gaat doen tijdens je onderzoek en behandeling, zodat hij weet wat er komen gaat. Probeer eerlijk te zijn over je bevindingen, maar ben voorzichtig met het uitspreken van vermoedens, om het slachtoffer niet nodeloos ongerust te maken.

Bij een ongevalssituatie staan vaak veel omstanders te kijken en zij komen vaak dichtbij het slachtoffer staan. Vraag hen enige afstand te houden, dat is voor het slachtoffer minder bedreigend. Wanneer een ongeval in de buitenlucht plaatsvind is het slachtoffer blootgesteld aan de weersinvloeden. Adequate bescherming tegen regen, koude, zonneschijn is dan ook van groot belang. Zeker in de wintermaanden raakt een slachtoffer snel onderkoeld en blijkt een meerderheid van de slachtoffers onderkoeld in het ziekenhuis aan te komen. Bescherming kan door een dikke jas, een deken of een zilver-gouden reddingsdeken.

Ook privacy is een (welkome) vorm van beschutting. Gun het slachtoffer privacy, of zorg dat omstanders niet alles meekrijgen, door ze op enige afstand te houden. Ook voor de hulpverlener is beschutting van belang, immers wanneer de werkomstandigheden optimaal zijn zal de hulpverlening beter verlopen.

Regel 4: Zorg voor deskundige hulp

De eerstehulpverlener heeft slechts beperkte mogelijkheden om een slachtoffer te helpen. In veel gevallen zal er slechts sprake zijn van kleine letsels en kan hij deze zelfstandig behandelen. Soms is zijn de kennis en vaardigheden echter niet voldoende en zal men professionele hulp moeten inschakelen. De eerstehulpverlener heeft dan als taak om in een vroeg stadium vast te stellen dat het letsel of de aandoening zijn kennis te boven gaat en zal indien nodig vroegtijdig professionele hulp inschakelen. <p> Indien er sprake is van een noodgeval kan men via 112 een ambulance waarschuwen. Bij voorkeur wordt een dergelijke melding gestructureerd doorgegeven, bijvoorbeeld door gebruik te maken van MIST. In sommige gevallen is er wel sprake van een letsel dat niet door de eerstehulpverlener op gelost kan worden, zoals een wond die gehecht moet worden, maar is er geen sprake van spoed. Een slachtoffer kan dan tijdens kantoor uren op afspraak doorverwezen worden naar de huisarts of in de avond, nacht of weekend naar de huisartsenpost. Op eigen gelegenheid naar de Spoedeisende Hulp heeft niet de voorkeur omdat daardoor de wachttijden onnodig oplopen en veel letsels ook door de huisarts opgelost kunnen worden.

Regel 5: Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt

In principe wordt een slachtoffer geholpen op de plaats waar hij of zij is aangetroffen. Uiteraard alleen als er geen gevaarlijke situatie is en de plaats waar het slachtoffer ligt voldoende beschutting biedt. Het verplaatsen van een slachtoffer brengt risico's met zich mee en kan verergering van de letsels van het slachtoffer veroorzaken.


Bronvermelding

  1. Het Oranje Kruis Boekje, 26ste druk, H. van der Pols (Het Oranje Kruis, 2011) ISBN 978-90-06-92171-7