Flauwte: verschil tussen versies

Uit Eerste Hulp Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
[gecontroleerde versie][gecontroleerde versie]
(Symptomen en klachten)
Regel 80: Regel 80:
 
====Wat zijn andere technieken====
 
====Wat zijn andere technieken====
 
Beschrijf bijvoorbeeld welke andere technieken er mogelijk zijn, of vroeger gebruikt werden.
 
Beschrijf bijvoorbeeld welke andere technieken er mogelijk zijn, of vroeger gebruikt werden.
 
 
 
 
5BOSA2 – Vaardigheden 106 Acute Geneeskunde
 
Handelen
 
Start na aankomst bij het slachtoffer eerst met het controleren van de vitale functies volgens het protocol
 
DRS.ABC. In Disability ga je uitzoeken wat de mogelijke oorzaak is van de syncope.
 
Door het stimuleren van de cerebrale perfusie kan een syncope voorkomen of verholpen worden. Dit
 
stimuleren kan bij een dreigende syncope door de persoon te laten zitten met het hoofd tussen de
 
knieën en daarbij de persoon het hoofd omhoog laten brengen tegen geboden weerstand. Tevens kan
 
men het slachtoffer laten liggen op de grond met de benen omhoog. Een andere mogelijkheid om een
 
syncope te voorkomen bij een staand slachtoffer is om de benen te kruisen en het slachtoffer de
 
bovenste beenspieren te laten aanspannen.
 
Bij een daadwerkelijke syncope is het slachtoffer (kortdurend) bewusteloos en moet hij plat neergelegd
 
worden met zijn benen omhoog. Door het plat liggen, neemt de diastolische vulling van het hart toe en
 
daarmee de arteriële bloeddruk, waardoor de cerebrale circulatie wordt verbeterd. In de meeste
 
gevallen komt het slachtoffer binnen enkele seconden weer bij nadat hij op de grond gelegd is.
 
Het slachtoffer dient ongeveer 10 minuten plat op de grond te blijven liggen voordat men voorzichtig
 
probeert op te staan. Staat men te vroeg op, dan kan het slachtoffer opnieuw het bewustzijn verliezen.
 
Het slachtoffer mag wat water drinken, mits hij de beker zelf vast kan houden.
 
Het is van belang om ook bij een syncope het protocol DRS.ABCDE na te lopen en een oorzaak voor de
 
syncope te zoeken in Disability. Het uitvragen van SAMPLE in Exposure kan waardevolle informatie
 
opleveren over de oorzaak van de flauwte.
 

Versie van 20 mrt 2011 om 15:04

De flauwte of flauwvallen komt regelmatig voor en is een bekend beeld waar eerstehulpverleners regelmatig mee te maken hebben.

Inleiding

Voor flauwvallen worden verschillende termen gebruikt; flauwte, flauwvallen, collaps, syncope en black-out. Helaas worden deze termen niet altijd voor de juiste aandoening gebruikt en kan er daardoor spraakverwarring optreden. De medische term die de lading het beste dekt is syncope, ofwel een kortdurend verlies van het bewustzijn als gevolg van een tijdelijke onvoldoende aanvoer van bloed (en dus van zuurstof) naar de hersenen.
Er zijn vele oorzaken van een verminderde aanvoer van bloed naar de hersenen en in het geval van een flauwte of syncope zijn deze vaak onschuldig. Een flauwte wordt ook wel vasovagale collaps genoemd. Dat betekent: het parasympatische zenuwstelsel (via de nervus vagus, een zenuw) geactiveerd wordt en het sympatische zenuwstelsel geremd. Hierdoor vertraagt de hartslag en treedt er vaatverwijding op en kan er tijdelijk een daling in de bloeddruk zijn. De bloedtoevoer naar de hersenen neemt tijdelijk af en het slachtoffer verliest het bewustzijn. De oorzaak van deze reactie kan in de hersenen zelf liggen, door bijvoorbeeld een hevige schrikreactie of andere emoties.

Bij ouderen en mensen die bepaalde medicatie gebruiken kan ook een syncope optreden als gevolg van orthostatische hypotensie. Dat betekent dat er bij het opstaan of overeind komen plotseling een daling van de bloeddruk optreedt. Hypotensie betekent te lage bloeddruk. Normaal gesproken wordt deze bloeddrukdaling direct opgevangen door de baroreflex. De baroreflex komt tot stand doordat receptoren in de bloedvaten meten dat de druk daalt en geven aan het hart door dat de hartfrequentie omhoog moet om de bloeddruk op peil te houden. Blijft deze reflex om wat voor reden dan ook uit, dan zal de bloeddruk tijdelijk verder dalen en verliest het slachtoffer kortdurend het bewustzijn. Deze reflex kan onder andere verstoord zijn door veranderingen in de zenuwen, zoals bij hoger wordende leeftijd, suikerziekte of door gebruik van medicijnen. Ook wanneer er een tekort aan circulerend volume is, zoals bij uitdroging of shock kan orthostatische hypotensie optreden.

Doorgaans herstelt de bloeddruk zich snel als het slachtoffer even plat op de grond light en komt het bewustzijn ook binnen 1 minuut weer terug.

Er zijn echter meer mogelijke oorzaken die een (tijdelijk) bewustzijnsverlies kunnen veroorzaken, of hier sterk op lijken. Denk hierbij aan:

  • Een hartritmestoornis die het hart (tijdelijk) belemmert om voldoende bloed rond te pompen om de bloeddruk op peil te houden.
  • Een epileptische aanval, het slachtoffer is buiten bewustzijn en heeft trekkingen.
  • Warmtecollaps: door extreme vaatverwijding vasodilatatie veroorzaakt door warmte krijgen de hersenen

onvoldoende bloedtoevoer en treedt een flauwte op.

Symptomen en klachten

Het belangrijkste symptoom van de flauwte of syncope is het kortdurende bewustzijnsverlies. Voordat het bewustzijnsverlies optreedt zijn er echter vaak al veranderingen aan het slachtoffer merkbaar, ook wel 'dreigende flauwte' genoemd.
Bij een dreigende flauwte voelt het slachtoffer zich vaak al niet zo lekker, voelt zich wat slap, krijgt het koud of juist warm en begint te transpireren. De huid wordt bleek en klam. Het slachtoffer voelt zich duizelig en voelt zich licht in het hoofd. Soms worden geluiden als ver weg waar genomen en kan het slachtoffer onscherp zien. Vaak zoeken mensen alvast een stoel op of gaan tegen een muur leunen. Soms geeuwen slachtoffers. In een enkel geval worden hartkloppingen gevoeld. Dat kan wat zeggen over de oorzaak, maar dat hoeft niet.

Op het moment dat het slachtoffer daadwerkelijk het bewustzijn verliest is er sprake van een syncope. Het slachtoffer wordt slap en zakt in elkaar. De spieren zijn slap. Soms draait het slachtoffer even met de ogen en in een enkel geval worden wat (enkelzijdige) trekkingen waargenomen. Het slachtoffer ziet bleek, heeft een koude klamme huid. Vaak komt het slachtoffer snel weer bij bewustzijn zodra hij plat op de grond ligt, de toevoer van bloed naar de hersenen is dan weer hersteld. Soms is het nodig om het slachtoffer aan te spreken en voorzichtig te schudden. Het slachtoffer reageert in principe op schudden. Het slachtoffer wil vaak zo snel mogelijk weer recht op gaan zitten, laat hem echter even plat liggen anders treedt opnieuw een flauwte op.

Bij een syncope wordt in principe geen tongbeet, langdurige trekkingen of urine verlies gezien.

Beschrijf duidelijk welke vragen een hulpverlener moet stellen, en welke vragen belangrijke informatie kunnen opleveren over de aard van het ziektebeeld.

Na de symptomen en klachten beschreven te hebben, worden deze overzichtelijk in een tabel geplaatst, zodat ze in één oogopslag overzien kunnen worden.

Uitvragen Klachten Symptomen
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Klacht 1
Klacht 2
Klacht 3
Symptoom 1
Symptoom 2
Symptoom 3
Symptoom 4
Symptoom 5

Handelen

In deze sectie wordt beschreven hoe te handelen bij het beschreven letsel of ziektebeeld. Ook hierbij eerst een tekst in verhalende vorm, waarbij eventueel wat achtergrondinformatie gegeven wordt. Daarna volgt wederom een schematisch overzicht van de behandeling.

  • Stap één van de behandeling
  • Stap twee van de behandeling
  • Stap drie van de behandeling
    • Indien dit, dan dat
    • Als dat, dan dit
  • Stap vier van de behandeling

Zijn er dingen die echt niet vergeten moeten worden of essentieel zijn? Dan kunnen ze nogmaals extra in een kader benoemd worden:

Essentieel, vergeet niet:
Om je aan te melden voor de Eerste Hulp Wiki!

Overzicht Eerste Hulp

Sommige thema's zijn erg uitgebreid en er kan veel verteld worden. Om het overzicht te bewaren voor beginnende én gevorderde Eerste Hulpverleners wordt een samenvatting van ieder onderwerp in onderstaand schema gezet:

Koptekst Ziektebeeld 1 Ziektebeeld 2
Situatie Wat is er aan de hand? Hoe is de situatie?
Verschijnselen Klacht 1
Klacht 2
Symptoom 1
Symptoom 2
Symptoom 1
Symptoom 2
Symptoom 3
Conclusie Ziektebeeld 1 Ziektebeeld 2
Handelen Aanwijzing 1
Aanwijzing 2
Bel 112!
Aanwijzing 4
Aanwijzing 1
Aanwijzing 2
Bel 112!
Aanwijzing 4
Opmerkingen Denk er aan om... Doe vooral niet...

Zoals in bovenstaand voorbeeld worden twee (of meerdere) ziektebeelden besproken. Soms is dat handig omdat ziektebeelden op elkaar lijken en het fijn is om in één schema de verschillen te zien.

Achtergrondinformatie/Verdieping

Sommige onderwerpen lenen zich voor verdieping voor gevorderde hulpverleners. Hier kan achtergrond informatie besproken worden, maar bijvoorbeeld ook:

Professionele hulpverleners

Wat doen professionele hulpverleners bij dit letsel. Let op, beschrijf hier alleen wat de mogelijkheden zijn. Diepgaande uitleg van (voorbehouden) handelingen wordt niet op prijs gesteld.

Wat zijn andere technieken

Beschrijf bijvoorbeeld welke andere technieken er mogelijk zijn, of vroeger gebruikt werden.